Details





Titel:

22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-04-2002 en tekstbijwerking tot 02-07-2021)



Inhoudstafel:


Art. 1-3, 3bis, 4, 4bis, 4ter, 5-8, 8bis, 8ter, 8quater, 9-13, 13bis, 13ter, 14, 14bis, 14ter, 14quater, 14quinquies, 15-16, 16bis, 17-29



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1985022374 



Uitvoeringsbesluit(en):

2002022467  2003022191  2014022292  2014022358  2016022283  2021203212 



Artikels:

Artikel 1. Een jaarlijkse vergoeding, ten belope van 4.957,87 euro, wordt toegekend aan de voorzitter van de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
  Een presentiegeld, ten belope van 24,79 euro, per zittingsdag wordt toegekend aan de leden van die Algemene Raad.

Art.2. Een jaarlijkse forfaitaire vergoeding, ten belope van 5.949,44 euro wordt toegekend aan de voorzitter van de Commissie voor begrotingscontrole, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut.
  Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 18,59 euro aan de leden van die Commissie;
  2° 4,96 euro aan de secretaris en de adjunct-secretaris van die Commissie.

Art.3. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitters van de afdelingen van de Wetenschappelijk raad, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die afdelingen;
  3° 2,48 euro aan de secretarissen en adjunct-secretarissen van die afdelingen.

Art. 3bis. [1 Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
   1° 14,87 euro aan de voorzitters van elke afdeling en aan de voorzitter van de gemeenschappelijke afdelingen van het Observatorium voor chronische ziekten, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
   2° 7,44 euro aan de leden van die afdelingen bedoeld in artikelen 10octies, 2°, 3°, 4° en 5° en 10nonies van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
   3° 2,48 euro aan de secretarissen en adjunct-secretarissen van die afdelingen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-06-18/08, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 12-07-2014>

Art.4.Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van het College van [1 artsen-directeurs]1, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van dat College;
  3° 2,48 euro aan de secretaris en adjunct-secretaris van dat College.
  ----------
  (1)<KB 2021-06-22/01, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art. 4bis.[1 § 1 Er wordt per zittingsdag presentiegeld toegekend ten belope van :
   1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Commissie voor advies in geval van tijdelijke tegemoetkoming voor het gebruik van een geneesmiddel, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
   2° 7,44 euro aan de leden van de voormelde Commissie;
   3° 2,48 euro aan de secretaris en adjunct-secretaris van de voormelde Commissie.
   § 2. Er wordt een maandelijkse forfaitaire vergoeding van 40 euro voor opzoekings- en papierkosten toegekend aan de leden van de voornoemde Commissie die niet behoren tot het personeel van een organieke openbare dienst.
   § 3. De leden van de voormelde Commissie die niet tot het personeel van een organieke openbare dienst behoren en die door deze Commissie belast zijn met de uitvoering van een welbepaalde studie, ontvangen een honorarium dat maximaal 250 euro per studie bedraagt en dat wordt berekend op basis van de volgende bedragen per gepresteerd uur :
   - 12,50 euro voor een universitair gediplomeerde;
   - 18,75 euro voor een werkleider;
   - 25 euro voor een docent of professor aan de universiteit;
   - 37,50 euro voor een gewoon hoogleraar aan de universiteit.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-05-12/16, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2014. Is van toepassing op de individuele aanvragen die vanaf 01-12-2014 worden ingediend>

Art. 4ter.[1 § 1. Per dag plenaire vergadering [2 van de Colleges van artsen voor de weesgeneesmiddelen en de farmaceutische specialiteiten die in het kader van een zeldzame ziekte vergoedbaar is]2, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
   1° 7,44 euro aan de leden van die colleges, vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen;
   2° 2,48 euro aan de secretaris en de adjunct-secretaris van die colleges;
   § 2. Elke geneesheer-expert die lid is van een of meer van die colleges, ontvangt een jaarlijkse vergoeding van 108,88 euro, waaraan per dag plenaire vergadering een forfaitaire vergoeding van 46,63 euro wordt toegevoegd om de expertise die zij bij hun verschillende taken moeten verlenen, te dekken.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-06-18/08, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 12-07-2014>
  (2)<KB 2018-12-06/12, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.5. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 37,18 euro aan de voorzitter van de Raad voor advies inzake revalidatie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 18,59 euro aan de leden van die Raad;
  3° 9,92 euro aan de secretaris en adjunct-secretaris van die Raad.

Art.6. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Overeenkomstencommissies, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die Overeenkomstencommissies;
  3° 2,48 euro aan de secretarissen van die Overeenkomstencommissies.

Art.7. Een jaarlijkse forfaitaire vergoeding, ten belope van 3.123,46 euro wordt toegekend aan de voorzitters van de Nationale Commissies, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut.
  Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 9,92 euro aan de leden van die Nationale Commissies;
  2° 4,96 euro aan de secretarissen van die Nationale Commissies.

Art.8. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitters van de Technische raden, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die Technische raden;
  3° 2,48 euro aan de secretarissen en adjunct-secretarissen van die Technische raden.

Art. 8bis. <ingevoegd bij KB 2003-02-21/41, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-2002> § 1. Per zittingsdag van de Commissie of van het binnen die commissie ingestelde bureau wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen;
  3° 2,48 euro aan de secretarissen van die Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen;
  § 2. Er wordt een maandelijkse forfaitaire vergoeding van 40 euro voor opzoekings- en papierkosten toegekend aan de leden van de voornoemde Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen die niet behoren tot het personeel van een organieke openbare dienst;
  § 3. De leden van die Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen die niet behoren tot het personeel van een organieke openbare dienst en die door deze commissie belast zijn met de uitvoering van een welbepaalde studie, ontvangen een als volgt vastgelegd honorarium :
  a) per uur prestatie
  - universitair gediplomeerde : 12,50 euro
  - werkleider : 18,75 euro
  - docent of professor aan de universiteit : 25 euro
  - gewoon hoogleraar aan de universiteit : 37,50 euro
  b) maximum per studie : 250 euro

Art. 8ter. [1 Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
   1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Commissie voor tegemoetkoming van implantaten, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het voormelde Instituut;
   2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie voor tegemoetkoming van implantaten;
   3° 2,48 euro aan de secretaris van die Commissie voor tegemoetkoming van implantaten.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-06-18/08, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 12-07-2014>

Art.8quater. [1 § 1. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
   1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Commissie voor terugbetaling van farmaceutische producten en verstrekkingen, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het voormelde Instituut en aan de voorzitters van de drie permanente werkgroepen die bij die Commissie zijn ingesteld;
   2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie voor terugbetaling van farmaceutische producten en verstrekkingen en van de drie permanente werkgroepen die bij die Commissie zijn ingesteld;
   3° 2,48 euro aan de secretarissen van die Commissie voor terugbetaling van farmaceutische producten en verstrekkingen en van de drie permanente werkgroepen die bij die Commissie zijn ingesteld;
   § 2. Aan de leden van die Commissie voor terugbetaling van farmaceutische producten en verstrekkingen die geen personeelslid zijn van een organieke overheidsdienst en die zijn aangewezen als deskundigen of aan de bijkomende deskundigen, maar die geen lid zijn van de voormelde Commissie en die door het bureau zijn belast met de evaluatie van een voorstel tot aanneming voor vergoeding, wordt een forfaitaire vergoeding van 250 EUR per evaluatieverslag toegekend.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2021-06-22/01, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2021>


Art.9. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 37,18 euro aan de voorzitters van de Profielencommissies, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 18,59 euro aan de leden van die Profielencommissies;
  3° 9,92 euro aan de secretaris en adjunct-secretaris van die Commissies.

Art.10. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Commissie belast met het sluiten van de akkoorden betreffende het forfait, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie;
  3° 2,48 euro aan de secretarissen van die Commissie.

Art.11.Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van het Nationaal college van adviserend [1 artsen]1, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van het voornoemde College;
  3° 2,48 euro aan de secretaris en adjunct-secretaris van het voornoemde College.
  Als een lid van het Nationaal college van adviserend [1 artsen]1 wordt belast met de opdracht, bedoeld in artikel 120, 2°, derde lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt hem een vergoeding van 7,44 euro per dag toegekend voor de uitvoering van die opdracht.
  ----------
  (1)<KB 2021-06-22/01, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.12. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitters van de Erkenningsraden, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die Erkenningsraden;
  3° 2,48 euro aan de secretarissen en adjunct-secretarissen van die Erkenningsraden.

Art.13. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van de accrediteringsstuurgroep, (...); <KB 2003-02-21/41, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2001>
  2° 7,44 euro aan de leden van voornoemde stuurgroep;
  3° 4,96 euro aan de secretaris van voornoemde stuurgroep.

Art. 13bis. [1 Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
   1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Stuurgroep kwaliteitspromotie tandheelkunde;
   2° 7,44 euro aan de leden van die Stuurgroep;
   3° 4,96 euro aan de secretaris van die Stuurgroep.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-06-18/08, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 12-07-2014>

Art. 13ter. [1 Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
   1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Evaluatiecommissie tandheelkunde;
   2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie;
   3° 4,96 euro aan de secretaris van die Commissie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-06-18/08, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 12-07-2014>

Art.14. <KB 2003-02-21/41, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2001> Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitters van de Paritaire comités, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 14,87 euro aan de leden die de functie van secretaris van die Comités waarnemen;
  3° 7,44 euro aan de andere leden van die Comités.

Art. 14bis. <ingevoegd bij KB 2003-02-21/41, art. 4; Inwerkingtreding : 01-10-2001> Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Nationale raad voor kwaliteitspromotie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die Raad;
  3° 2,48 euro aan de secretaris van die Raad.

Art. 14ter. <ingevoegd bij KB 2003-02-21/41, art. 5; Inwerkingtreding : 01-10-2001> Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Technische accrediteringsraad, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 14,87 euro aan het lid dat de functie van secretaris van die Raad waarneemt;
  3° 7,44 euro aan de andere leden van die Raad.

Art. 14quater. <ingevoegd bij KB 2003-02-21/41, art. 6; Inwerkingtreding : 01-10-2001> Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Commissie van beroep, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie;
  3° 2,48 euro aan de secretaris van die Commissie.

Art. 14quinquies. [1 Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
   1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Beroepscommissie tandheelkunde, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het voormelde Instituut;
   2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie;
   3° 2,48 euro aan de secretaris van die Commissie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-06-18/08, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 12-07-2014>

Art.15.§ 1. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro [1 aan de voorzitter van de Hoge commissie]1 van de Geneeskundige raad voor invaliditeit, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van [1 deze Hoge commissie]1;
  3° 2,48 euro [1 aan de secretaris van de Hoge commissie]1 van die Geneeskundige raad voor invaliditeit.
  § 2. [1 ...]1
  § 3. [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2016-06-22/05, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 28-07-2016>

Art.16. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Technische Ziekenfondsraad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die Technische Ziekenfondsraad;
  3° 2,48 euro aan de secretaris van die Technische Ziekenfondsraad.

Art. 16bis.<Ingevoegd bij KB 2002-05-28/36, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-2000>Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van de [1 Kenniscentrum Arbeidsongeschiktheid]1, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het voornoemde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die [1 Kenniscentrum Arbeidsongeschiktheid]1;
  3° 2,48 euro aan de secretaris van die [1 Kenniscentrum Arbeidsongeschiktheid]1.
  (NOTA : Vanaf de datum van uitwerking van de bepalingen van het KB 2002-05-28/36 tot 31 december 2001 moet in artikel 16bis respectievelijk " 600 F ", " 300 F " en " 100 F " worden gelezen in plaats van " 14,87 euro ", " 7,44 euro " en " 2,48 euro " <KB 2002-05-28/36, art. 2>)
  ----------
  (1)<KB 2021-06-22/01, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.17. Een presentiegeld, ten belope van 4,96 euro per zittingsdag, wordt toegekend aan de geneesheren-verslaggevers en aan de secretarissen en adjunct-secretarissen van de Beperkte Kamers, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige controle van het voormelde Instituut.

Art.18. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 74,37 euro aan de voorzitter of aan de plaatsvervangende voorzitter van de Commissie van beroep, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige controle, die uitspraak moet doen over de hogere beroepen, die worden aangetekend tegen de beslissingen van de Beperkte kamers;
  2° 47,10 euro aan de leden van die Commissie van beroep;
  3° 19,83 euro aan de geneesheer-verslaggever of aan de secretaris van die Commissie van beroep.

Art.19. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 61,97 euro aan de voorzitter of aan de plaatsvervangende voorzitter van de Controlecommissie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige controle;
  2° 39,66 euro aan de werkende leden of aan de plaatsvervangende leden van die Controlecommissie;
  3° 14,87 euro aan de secretaris van die Controlecommissie;
  4° 14,87 euro aan de geneesheer-verslaggever.

Art.20. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 74,37 euro aan de voorzitter of aan de plaatsvervangende voorzitter van de Commissies van beroep, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige controle, die uitspraak moeten doen over de hogere beroepen, die zijn aangetekend tegen de beslissingen van de Controlecommissie;
  2° 47,10 euro aan de leden van die Commissie van beroep;
  3° 19,83 euro aan de geneesheer-verslaggever en aan de secretaris van die Commissie van beroep.

Art.21. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van :
  1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Technische Boekhoudkundige en Statistische Commissie, ingesteld bij het voormelde Instituut;
  2° 7,44 euro aan de leden van die Technische commissie;
  3° 2,48 euro aan de secretarissen en adjunct-secretarissen van die Technische Commissie.

Art.22. Wanneer een voorzitter verhinderd is en de vergadering wordt voorgezeten door een ondervoorzitter of door een lid, wordt het presentiegeld waarop hij normaal gezien recht heeft verdubbeld; het mag het bedrag van het presentiegeld dat voor de voorzitter die hij vervangt, is vastgesteld echter niet overschrijden.
  Het bedrag van de presentiegelden voor de secretarissen en de adjunct-secretarissen van de raden, comités, commissies en colleges vermeld in dit besluit wordt verdrievoudigd voor de zittingen die een aanvang nemen na 18 uur.

Art.23. De bovenvermelde bedragen stemmen overeen met de spilindex 138,01 van de consumptieprijzen (basis 1981 = 100). Die bedragen worden met 2 % verhoogd of verlaagd, telkens als de wedden van de staatsambtenaren worden aangepast ingevolge een verhoging of verlaging van die spilindex.

Art.24. De voorzitters, ondervoorzitters, plaatsvervangende voorzitters en leden van de organen bedoeld in de artikelen 1 tot 21 ontvangen een vergoeding voor hun verblijfs- en reiskosten overeenkomstig de bepalingen tot vaststelling van de vergoedingen voor verblijfs- en reiskosten van de staatsambtenaren. Voor de toepassing van die bepalingen worden ze gelijkgesteld met de directeurs van een centraal bestuur van de Staat.

Art.25. De vergoedingen en presentiegelden, die in dit besluit worden vastgesteld, worden per trimester na vervallen termijn uitbetaald. Ze zijn ten laste van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art.26. Worden opgeheven :
  1° het koninklijk besluit van 8 april 1964 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van de raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 oktober 1966, 20 juli 1970, 30 november 1970, 14 september 1973, 3 mei 1985, 22 juli 1991, 2 juni 1993, 8 november 1993, 11 maart 1994, 18 mei 1994 en 20 november 1997;
  2° het koninklijk besluit van 17 november 1966 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitter, leden en secretarissen van de Commissie belast met het sluiten van de akkoorden betreffende het forfait;
  3° het koninklijk besluit van 23 oktober 1985 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de vergoedingen en reiskosten, toe te kennen aan de voorzitter, leden en secretarissen van het Nationaal College van adviserend geneesheren, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
  4° het koninklijk besluit van 25 februari 1997 houdende benoeming van de voorzitter van het College van geneesheren-directeurs van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  5° de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit van 18 mei 2001 tot ontslag en benoeming van de voorzitter van het College van geneesheren-directeurs, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art.27. De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de eerste en vierde kolom van de volgende rijen van onderstaande tabellen worden vermeld, hebben betrekking op dit besluit. Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van de bepalingen van dit besluit tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.

 EURBEF
Artikel 1  
eerste lid4 957,87200 000
tweede lid24,791 000
Artikel 2  
eerste lid5 949,44240 000
tweede lid, 1°18,59750
tweede lid, 2°4,96200
Artikel 3  
14,87600
7,44300
2,48100
Artikel 4  
14,87600
7,44300
2,48100
Artikel 5  
37,181 500
18,59750
9,92400
Artikel 6  
14,87600
7,44300
2,48100
Artikel 7  
eerste lid3 123,46126 000
tweede lid, 1°9,92400
tweede lid, 2°4,96200
Artikel 8  
14,87600
7,44300
2,48100
Artikel 9  
37,181 500
18,59750
9,92400
Artikel 10  
14,87600
7,44300
2,48100
Artikel 11  
eerste lid  
14,87600
7,44300
2,48100
tweede lid7,44300
Artikel 12  
14,87600
7,44300
2,48100
Artikel 13  
14,87600
7,44300
4,96200
Artikel 14  
14,87600
7,44300
14,87600
Artikel 15  
# 1  
14,87600
7,44300
2,48100
# 27,44300
# 37,44300
Artikel 16  
14,87600
7,44300
2,48100
Artikel 17  
 4,96200
Artikel 18  
74,373 000
47,101 900
19,83800
Artikel 19  
61,972 500
39,661 600
14,87600
14,87600
Artikel 20  
74,373 000
47,101 900
19,83800
Artikel 21  
14,87600
7,44300
2,48100


Art.28. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000, met uitzondering van artikel 26, 4° en 5° dat in werking treedt op 1 juni 2001.

Art. 29. Onze Minister van Sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.