7 APRIL 2000. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, § 2, vierde lid, van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, tweede lid, a), wordt het getal " 49 000 " vervangen door het getal " 53 000 ";
2° in § 1, tweede lid, b), worden de getallen " 42 500 " en " 2 600 " respectievelijk vervangen door de getallen " 44 500 " en " 3 300 ";
3° in § 1, tweede lid, c), worden de getallen " 42 500 " en " 49 000 " respectievelijk vervangen door de getallen " 44 500 " en " 53 000 ".
Art.2. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, 1°, a, worden de getallen " 42 500 " en " 49 000 " vervangen door de getallen " 44 500 " en " 53 000 ";
2° § 2, 1°, c, wordt vervangen als volgt :
" c. Naar gelang van de zone waarin de op die manier vastgestelde loonmassa (S) zich bevindt, wordt in hoofde van de werknemer één van de volgende 4 regelingen van bijdragevermindering R(p) toegepast :
1) S is kleiner dan S0 :
de bijdragevermindering R(p) is gelijk aan 0 BEF;
2) S is groter dan of gelijk aan S0 en kleiner dan of gelijk aan S1 :
de vermindering R(p) is gelijk aan 3 300 BEF;
het bedrag 3 300 BEF wordt verhoogd tot 3 564 BEF voor de handarbeiders;
3) S is groter dan S1 en kleiner dan of gelijk aan S2 :
R(p) = 3 300 - a . (S - S1),
het bedrag 3 300 BEF wordt verhoogd tot 3 564 BEF voor de handarbeiders.
a) Voor de hoofdarbeiders :
a = 3 300/(S2 - S1), a = 0,39 voor de hierboven gegeven maandbedragen.
b) Voor de handarbeiders :
a = 3 564/(S2 - S1), a = 0,42 voor de hierboven gegeven maandbedragen.
R(p) wordt tot de dichtstbijzijnde eenheid afgerond, en 0,5 wordt naar boven afgerond.
4) S is groter dan S2 :
de vermindering R(p) is gelijk aan 0 BEF; ".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2000.
Art. 4. Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 april 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE