Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

31 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de eerste aanstelling in bepaalde betrekkingen van de lokale politie. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-11-2000 en tekstbijwerking tot 31-05-2007.)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Bepalingen met betrekking tot de eerste aanstellingen tot korpschef van de lokale politie.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen.
Art. 4-8, 8bis, 9-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Bepalingen met betrekking tot de eerste aanstellingen tot korpschef van de lokale politie.
Artikel 1. Enkel de politieambtenaren van een korps van de gemeentepolitie, van de rijkswacht en van de gerechtelijke politie bij de parketten mogen solliciteren naar de eerste aanstelling in de betrekking van korpschef van lokale politie.
  De kandidaten moeten ten minste dertig jaar oud zijn of een dienstanciënniteit van vijf jaar hebben als officier of in de graad die vereist is om zich kandidaat te stellen. Zij mogen de leeftijd van zestig jaar niet overschreden hebben.
  Zij mogen niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een eindevaluatie met vermelding " onvoldoende " in de loop van de vijf jaar die de indiening van de kandidatuur voorafgaan noch een niet-uitgewiste zware tuchtstraf hebben opgelopen.

Art.2. De kandidaten voor de betrekking van korpschef van lokale politie moeten titularis zijn, bij één van de algemene politiediensten conform artikel 1, van één van de volgende graden :
  § 1. Voor een politiezone waarvan het operationeel en het administratief en logistiek kader samen tenminste 600 voltijdse equivalenten telt:
  1° wat de gemeentepolitie betreft :
  - (Hoofd)commissaris-korpschef van de gemeenten van klasse 18 tot 22;
  - Commissarissen van de klasse 21 of 22;
  2° wat de rijkswacht betreft :
  - Majoor;
  - Luitenant-kolonel;
  - Kolonel;
  - Generaal-majoor;
  - Luitenant-generaal;
  3° wat de gerechtelijke politie betreft bij de Parketten :
  - Afdelingscommissaris 1D;
  - Hoofdcommissaris;
  - Adjunct-commissaris-generaal;
  - Commissaris-generaal.
  § 2. Voor een politiezone waarvan het operationeel en het administratief en logistiek kader samen ten minste 300 en minder dan 600 voltijdse equivalenten telt :
  1° wat de gemeentepolitie betreft :
  - (Hoofd)commissaris-korpschef;
  - Commissaris;
  - Adjunct-commissaris, adjunct-commissaris-inspecteur, adjunct-commissaris-hoofdinspecteur;
  - Brigadecommissaris;
  - Hoofdveldwachter,
  2° wat de rijkswacht betreft :
  - Adjudant en adjudant-chef die de commandotoelage ontvangt, bedoeld in artikel 29, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 24 oktober 1983 betreffende het geldelijk statuut van de leden van de rijkswacht;
  - Luitenant;
  - Kapitein;
  - Kapitein-commandant;
  - Majoor;
  - Luitenant-kolonel;
  - Kolonel;
  - Generaal-majoor;
  - Luitenant-generaal;
  3° wat de gerechtelijke politie bij de Parketten betreft :
  - Inspecteur en afdelingsinspecteur, laureaat van het examen voor commissaris, zitting 1999;
  - Gerechtelijk commissaris;
  - Gerechtelijk afdelingscommissaris;
  - Hoofdcommissaris;
  - Adjunct-commissaris-generaal;
  - Commissaris-generaal.
  § 3. Voor een politiezone waarvan het operationeel en het administratief en logistiek kader samen ten minste 150 en minder dan 300 voltijdse equivalenten telt :
  1° voor wat de gemeentepolitie betreft :
  - (Hoofd)commissaris-korpschef;
  - Commissaris;
  - Adjunct-commissaris, adjunct-commissaris-inspecteur, adjunct-commissaris-hoofdinspecteur;
  - Brigadecommissaris;
  - Hoofdveldwachter;
  2° voor wat de rijkswacht betreft :
  - Adjudant en adjudant-chef die de commandotoelage ontvangt, bedoeld in artikel 29, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 24 oktober 1983 betreffende het geldelijk statuut van de leden van de rijkswacht;
  - Luitenant;
  - Kapitein;
  - Kapitein-commandant;
  - Majoor;
  - Luitenant-kolonel;
  - Kolonel;
  - Generaal-majoor;
  - Luitenant-generaal;
  3° voor wat de gerechtelijke politie bij de Parketten betreft :
  - Gerechtelijk inspecteur en gerechtelijk afdelingsinspecteur, laureaat van het examen voor commissaris, zitting 1999;
  - Gerechtelijk commissaris;
  - Gerechtelijk afdelingscommissaris;
  - Hoofdcommissaris;
  - Adjunct-commissaris-generaal;
  - Commissaris-generaal.
  § 4. Voor een politiezone waarvan het operationeel en het administratief en logistiek kader samen ten minste 75 en minder dan 150 voltijdse equivalenten telt :
  1° voor wat de gemeentepolitie betreft :
  - (Hoofd)commissaris-korpschef;
  - Commissaris;
  - Adjunct commissaris, adjunct-commissaris-inspecteur, adjunct-commissaris-hoofdinspecteur;
  - Brigadecommissaris;
  - Hoofdveldwachter;
  2° voor wat de rijkswacht betreft :
  - Adjudant en adjudant-chef die de commandotoelage ontvangt, bedoeld in artikel 29, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1983 betreffende het geldelijk statuut van de leden van de rijkswacht;
  - Luitenant;
  - Kapitein;
  - Kapitein-commandant;
  - Majoor;
  - Luitenant-kolonel;
  - Kolonel;
  - Generaal-majoor;
  - Luitenant-generaal;
  3° voor wat de gerechtelijke politie bij de Parketten betreft :
  - Gerechtelijk inspecteur en gerechtelijk afdelingsinspecteur, laureaat van het examen voor commissaris, zitting 1999;
  - Gerechtelijk commissaris;
  - Gerechtelijk afdelingscommissaris;
  - Hoofdcommissaris;
  - Adjunct-commissaris-generaal;
  - Commissaris-generaal.
  § 5. Voor een politiezone waarvan het operationeel en het administratief en logistiek kader samen minder dan 75 voltijdse equivalenten telt :
  1° voor wat de gemeentepolitie betreft :
  - (Hoofd)commissaris-korpschef;
  - Commissaris;
  - Adjunct-commissaris, adjunct-commissaris-inspecteur, adjunct-commissaris-hoofdinspecteur;
  - Brigadecommissaris;
  - Hoofdveldwachter;
  2° voor wat de rijkswacht betreft :
  - Adjudant en adjudant-chef die de commandotoelage ontvangt, bedoeld in artikel 29, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1983 betreffende het geldelijk statuut van de leden van de rijkswacht;
  - Luitenant;
  - Kapitein;
  - Kapitein-commandant;
  - Majoor;
  - Luitenant-kolonel;
  - Kolonel;
  - Generaal-majoor;
  - Luitenant-generaal;
  3° voor wat de gerechtelijke politie bij de Parketten betreft
  - Gerechtelijk inspecteur en gerechtelijk afdelingsinspecteur, laureaat van het examen voor commissaris, zitting 1999;
  - Gerechtelijk commissaris;
  - Gerechtelijk afdelingscommissaris;
  - Hoofdcommissaris;
  - Adjunct-commissaris-generaal;
  - Commissaris-generaal.

Art.3. § 1. (De kandidaturen ingediend overeenkomstig artikel 4 worden onderzocht door een commissie, opgericht in elke politiezone samengesteld uit :
  - de gouverneur van de provincie waarbinnen de desbetreffende politiezone zich situeert;
  - de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarbinnen zich de desbetreffende politiezone situeert;
  - de inspecteur-generaal, of de afgevaardigde die hij aanwijst onder zijn adjuncten;
  - een externe expert aangewezen door de burgemeester(s) van de desbetreffende politiezone;
  - een externe expert aangewezen door de Minister van Binnenlandse Zaken;
  - de burgemeester van de gemeente of de voorzitter van het politiecollege, voorzitter van de commissie.
  De commissie beslist bij meerderheid. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter beslissend.
  De andere burgemeester(s) van de zone die het wens(t)(en) kan (kunnen) eveneens de vergaderingen van de commissie bijwonen. Zij kunnen tevens adviserend deelnemen aan de werkzaamheden van de commissie en de beraadslaging bijwonen. Zij stemmen evenwel niet.
  De in het eerste lid, vierde aandachtstreepje, bedoelde externe expert wordt aangewezen onder de personen die een pertinente ervaring op praktisch of academisch vlak met betrekking tot politiezaken kunnen doen gelden. De aanwijzing wordt ter kennis gebracht van de Minister van Binnenlandse Zaken die over een termijn van vijf werkdagen beschikt om de aanwijzing ongedaan te maken wanneer hij van oordeel is dat betrokkene de vereiste pertinente ervaring niet kan laten gelden. Wanneer deze termijn verstreken is, is de aanwijzing definitief.) <KB 2007-05-04/42, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 08-02-2001>
  § 2. De Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie bepalen het algemeen profiel waaraan de kandidaten dienen te voldoen voor elke categorie van mandaten. Dit profiel legt de nadruk op de managementcompetenties, technische competenties en persoonlijkheidskenmerken die onontbeerlijk zijn om de geambieerde functie te vervullen binnen en in de geest van de nieuwe geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
  § 3. De commissie bedoeld in § 1 onderzoekt de ontvankelijkheid van de kandidatuur en hun overeenstemming met de objectieve voorwaarden van het vereiste profiel.
  § 4. De kandidaten die in aanmerking genomen worden door de commissie na afloop van het onder § 3 bedoelde onderzoek, worden onderworpen aan een proef van het type " assesment center " georganiseerd onder voogdij van SELOR tijdens een beperkte periode bepaald door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Deze proef heeft enkel tot doel de geschiktheid tot bevelvoering van de kandidaten na te gaan. De resultaten van deze testen worden meegedeeld aan de commissie. De resultaten vermelden, per betrekking, de voor bevelvoering geschikt geachte kandidaten en de ongeschikt geachte kandidaten. Die adviezen worden met redenen omkleed.
  Na de resultaten van de proef van het type " assesment center " te hebben gevalideerd, hoort de commissie de geschikt geachte kandidaten en controleert hun overeenstemming met het profiel. Vervolgens rangschikt ze hen binnen drie categorieën : zeer geschikt, geschikt, en ongeschikt. Ze overhandigt de rangschikking aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.

HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen.
Art.4. De te verlenen vacante betrekkingen worden onder meer bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
  De kandidaturen, met vermelding van de zone(s) waarvoor men postuleert, moeten aangetekend verstuurd worden aan de burgemeester of aan de voorzitter van de politiecollege van de zone waarvoor hij postuleert, binnen een termijn van 16 dagen die aanvangt op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Iedere kandidaat zal een ontvangstbewijs worden toegestuurd.
  Ze moeten vergezeld zijn van een curriculum vitae, een bondige uiteenzetting van de hoedanigheden en van de motivering van de kandidaat voor de uitoefening van de te begeven functie.

Art.5. Het secretariaat van de zonale commissies waarvan sprake in artikel 3 wordt verzekerd door de diensten van de burgemeester of van de voorzitter van het politiecollege.

Art.6. De chef van het lokale politiekorps wordt door de Koning in zijn functie aangewezen voor een éénmaal hernieuwbare termijn van vijf jaar, op gemotiveerde voordracht van de gemeenteraad of van de politieraad en na gemotiveerd advies van de procureur-generaal bij het Hof van Beroep, onder de kandidaten vermeld in de lijst bedoeld in het artikel 3, § 4, tweede lid.
  De gemeenteraad of de politieraad kiest onder de zeer geschikte kandidaten.
  Indien er minder dan drie zeer geschikte kandidaten zijn voor de te begeven betrekking, kan de gemeenteraad of de politieraad kiezen tussen deze zeer geschikte kandida(a)t(en) en de door de commissie aangewezen geschikte kandidaten zo dat de keuze altijd kan geschieden onder drie kandidaten.
  Bij gebrek aan zeer geschikte kandidaten, kiest de gemeenteraad of de politieraad onder de geschikte kandidaten.
  De burgemeester of het politiecollege kan met een gemotiveerde beslissing een ander kandidaat vermeld in de lijst bedoeld in het artikel 3, § 4, tweede lid, voordragen voor zover hij niet voorkomt onder de ongeschikte kandidaten.
  De procureur-generaal bij het Hof van Beroep moet zich er over uitspreken binnen de vijftien dagen vanaf de ontvangst van de voorstellen. Na deze termijn wordt zijn advies als gunstig geacht.

Art.7. De politieambtenaar bekleed met een graad van officier, aangesteld met toepassing van dit besluit in een betrekking waarvoor een graad van hoger officier vereist is, wordt benoemd in de graad van hoger officier na afloop van het derde jaar dat hij deze betrekking uitoefent, indien hij een gunstige evaluatie kreeg.

Art.8. De personeelsleden die geschikt bevonden worden bij een proef van het type " assesment center " georganiseerd met toepassing van de artikelen 5, § 4, eerste lid, of 8, § 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 31 oktober 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de eerste aanstelling in bepaalde betrekkingen van de federale politie en van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, worden vrijgesteld van proeven van hetzelfde type die georganiseerd worden met toepassing van dit besluit.

Art. 8bis. <KB 2007-05-04/42, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 08-02-2001> De personeelsleden die geschikt bevonden worden bij een proef van het type " assesment center " georganiseerd in een politiezone met toepassing van dit besluit worden vrijgesteld van proeven van hetzelfde type die georganiseerd worden door een andere politiezone met toepassing van dit besluit.

Art.9. De Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie bepalen gezamenlijk de modaliteiten van de eerste aanstelling tot andere functies binnen de lokale politie. Gaat het om een betrekking die gepaard gaat met een mandaat dan is de aanstelling slechts vijf jaar geldig.

Art.10. De aanstelling tot een betrekking van korpschef van een lokaal politiekorps bij toepassing van dit besluit brengt op een onvoorwaardelijke en onherroepelijke wijze en zonder voorafgaande kennisgeving de nietigheid mee van de kandidaturen voor elke andere selectie of aanstelling tot een betrekking van korpschef van een andere lokale politie bij toepassing van dit besluit.

Art.11. In afwijking op artikel 29 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus worden de secretaris van de politieraad en -college, die de bevoegdheden uitoefenen die hen verleend worden door dit besluit, aangeduid uit één van de gemeentebesturen van de zone. De briefwisseling uitgaande van die organen wordt ondertekend door hun voorzitter.

Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 13. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Souillac, 31 oktober 2000.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN.