Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 DECEMBER 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités en van het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités voor de bevordering tot de graad van adjudant-majoor.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités voor de bevordering tot de graad van adjudant-majoor.
Art. 3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1971033102  1996007305 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités.
Artikel 1. Artikel 13, § 1, a, van het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités, vervangen bij het ministerieel besluit van 25 juni 1991, wordt vervangen als volgt :
  " a) als vaste leden :
  1° de chef van de generale staf;
  2° de stafchef van de zeemacht;
  3° de adjunct-stafchef van de zeemacht;
  4° de commandant van het commando operaties van de zeemacht;
  5° de officier met de meeste anciënniteit in de hoogste graad van het korps van de officieren-technici;
  6° de officier met de meeste anciënniteit in de hoogste graad van het korps van de officieren van de diensten;
  7° de opperofficieren van de zeemacht; ".

Art.2. Artikel 14 van hetzelfde besluit, hersteld bij het ministerieel besluit van 25 juni 1991, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 14. Opgeroepen worden om in het Interkorpsencomité van de zeemacht zitting te nemen :
  1° de chef van de generale staf;
  2° de stafchef van de zeemacht;
  3° de adjunct-stafchef van de zeemacht;
  4° de commandant van het commando operaties van de zeemacht;
  5° de officier met de meeste anciënniteit in de hoogste graad van het korps van de officieren-technici;
  6° de officier met de meeste anciënniteit in de hoogste graad van het korps van de officieren van de diensten;
  7° de opperofficieren van de zeemacht. ".

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités voor de bevordering tot de graad van adjudant-majoor.
Art. 3. Artikel 18 van het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités voor de bevordering tot de graad van adjudant-majoor, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 18. Opgeroepen worden om zitting te hebben als vaste leden in de comités voor de zeemacht :
  1° de stafchef van de zeemacht of als plaatsvervanger een hoofdofficier behorende tot de staf van de zeemacht en aangewezen door de stafchef van de zeemacht;
  2° en hoofdofficier behorende tot de staf van de zeemacht en aangewezen door de stafchef van de zeemacht op voordracht van de chef van de directie personeel van de zeemacht;
  3° twee hoofdofficieren aangewezen door de stafchef van de zeemacht op voordracht van de commandant van het commando operaties van de zeemacht.
  Van de aangewezen hoofdofficieren moet minstens een hoofdofficier behoren tot het korps van het dekpersoneel, het korps van het technisch personeel en het korps van het personeel van de diensten. ".
  Brussel, 9 december 1999.
  A. FLAHAUT