Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 FEBRUARI 1998. - Decreet houdende vaststelling van het wapen van privé-personen en instellingen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-03-1998 en tekstbijwerking tot 17-10-2013)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen.
Afdeling I. - Oude wapens.
Art. 3
Afdeling II. - Nieuwe wapens.
Art. 4
HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art. 5-8
HOOFDSTUK III/l. - [1 Vlaamse Heraldische Raad]1
Art. 8/1, 8/2, 8/3, 8/4
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2000035875  2004035573  2006036263  2009205974  2014204284 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art.2.In dit decreet wordt verstaan onder :
  1° (privé-personen : ieder natuurlijk persoon;) <DVR 2007-04-27/22, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 29-06-2007>
  2° (instellingen : de privaat- en publiekrechtelijke rechtspersonen andere dan natuurlijke personen, en met uitzondering van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, gemeenten, provincies en districten, waarvan de zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest of in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, die wegens hun activiteiten beschouwd moeten worden uitsluitend tot de Vlaamse Gemeenschap te behoren.) <DVR 2007-04-27/22, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 29-06-2007>
  3° oud wapen : een heraldisch wapen waarvan kan worden bewezen dat het ten minste honderd jaar geleden publiekelijk werd gevoerd;
  4° nieuw wapen : een heraldisch wapen waarvan niet kan worden bewezen dat het gedurende ten minste honderd jaar publiekelijk werd gevoerd;
  5° [1 de commissie : de Vlaamse Heraldische Raad;]1
  6° de lijst : de lijst van erkende en verleende wapens zoals opgesteld en bijgehouden door de Vlaamse regering.
  ----------
  (1)<DVR 2013-07-12/44, art. 12.1.17, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015 (BVR 2014-05-16/42, art. 13.4.1)>

HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen.
Afdeling I. - Oude wapens.
Art.3. § 1. Op aanvraag van een belanghebbende privé-persoon of instelling kan de Vlaamse regering, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, het recht erkennen om een oud wapen te voeren. <DVR 2006-03-10/61, art. 75, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  § 2. De belanghebbende privé-persoon of instelling moet het bewijs leveren dat het betrokken wapen ten minste honderd jaar voor de datum van zijn aanvraag door één of meer van zijn voorouders in rechtstreekse mannelijke lijn, respectievelijk door de instelling of haar rechtsvoorgangers publiekelijk werd gevoerd.
  § 3. Het recht om een erkend oud wapen te voeren wordt vererfd volgens de heraldische gebruiken.
  § 4. De erkenning door de Vlaamse regering van het recht om een oud wapen te voeren doet geen afbreuk aan de rechten die derden eveneens ten opzichte van het betrokken wapen zouden kunnen laten gelden.

Afdeling II. - Nieuwe wapens.
Art.4. § 1. De Vlaamse regering kan, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, op eigen initiatief een privé-persoon of een instelling het recht verlenen om een nieuw wapen te voeren. <DVR 2006-03-10/61, art. 75, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  § 2. Op aanvraag van een belanghebbende privé-persoon of instelling kan de Vlaamse regering, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, het recht verlenen om een nieuw wapen te voeren. <DVR 2006-03-10/61, art. 75, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  § 3. De in § 1 en § 2 bedoelde verleningen bepalen de vorm van het nieuwe wapen. Bij verleningen aan privé-personen worden ook de lijst van personen die het recht hebben om het wapen te voeren en de wijze van vererving, eventueel in de vrouwelijke lijn, bepaald.
  § 4. De in § 1 en § 2 bedoelde nieuwe wapens moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° ze moeten heraldisch verantwoord zijn;
  2° het mogen geen wapens zijn die al toebehoren aan andere privé-personen of instellingen;
  3° de buitenversierselen van het wapen mogen geen gouden helmkroon, rangkroon, banieren, wapenmantel of wapenkreet bevatten.

HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art.5. Om voor de erkenning of verlening in aanmerking te komen moeten de wapens in overeenstemming zijn met de reglementering vastgelegd door de (commissie). <DVR 2006-03-10/61, art. 75, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2006>

Art.6. § 1. De erkenning van een oud wapen zoals vermeld in artikel 3 en de verlening van een nieuw wapen zoals vermeld in artikel 4 moeten worden ingeschreven in de lijst van erkende en verleende wapens.
  § 2. De Vlaamse regering bepaalt, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, de wijze waarop de inschrijving wordt vastgesteld en bijgehouden. <DVR 2006-03-10/61, art. 75, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  § 3. De in § 1 vermelde erkenningen en verleningen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
  § 4. De Vlaamse regering bepaalt, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, de wijze waarop de erkenning of verlening wordt gewijzigd, opgeheven of ingetrokken. <DVR 2006-03-10/61, art. 75, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2006>

Art.7. § 1. De Vlaamse regering bepaalt, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, de wijze waarop de aanvragen worden ingediend, en welke bijkomende documenten eventueel nog bij de aanvraag moeten worden gevoegd. <DVR 2006-03-10/61, art. 75, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  § 2. De Vlaamse regering bepaalt de vergoeding voor de administratieve kosten voor de erkenning of verlening en de inschrijving ervan in de lijst.
  § 3. De Vlaamse regering bepaalt de wijze waarop afschriften en uittreksels uit de lijst worden afgegeven en de vergoeding die ervoor wordt aangerekend.

Art.8. Aan de erkenning of verlening van een wapen zijn geen andere voordelen of voorrechten verbonden dan het recht om het wapen te voeren.

HOOFDSTUK III/l. - [1 Vlaamse Heraldische Raad]1   ----------   (1)
Art. 8/1. [1 Er wordt een Vlaamse adviescommissie voor heraldiek opgericht onder de benaming Vlaamse Heraldische Raad.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2013-07-12/44, art. 12.1.19, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015 (BVR 2014-05-16/42, art. 13.4.1)>

Art. 8/2. [1 De Vlaamse Regering :
   1° bepaalt de samenstelling, organisatie en werking van de Vlaamse Heraldische Raad;
   2° benoemt de leden en plaatsvervangers van de Vlaamse Heraldische Raad;
   3° stelt de nodige middelen ter beschikking van de Vlaamse Heraldische Raad;
   4° stelt een huishoudelijk reglement vast na de Vlaamse Heraldische Raad te hebben gehoord.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2013-07-12/44, art. 12.1.20, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015 (BVR 2014-05-16/42, art. 13.4.1)>

Art. 8/3. [1 Het secretariaat van de Vlaamse Heraldische Raad wordt uitgevoerd door het secretariaat van de strategische adviesraad opgericht bij het decreet van 10 maart 2006 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed. De Vlaamse Regering kan daarover nadere regels bepalen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2013-07-12/44, art. 12.1.21, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015 (BVR 2014-05-16/42, art. 13.4.1)>

Art. 8/4. [1 De Vlaamse Heraldische Raad verstrekt adviezen in de gevallen en rekening houdend met de termijnen, vermeld in dit decreet.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2013-07-12/44, art. 12.1.22, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015 (BVR 2014-05-16/42, art. 13.4.1)>

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.9. Onverminderd de toepassing van de straffen die in het Strafwetboek of in andere wetten of decreten zijn opgenomen, wordt de persoon die onrechtmatig een erkend of verleend wapen voert, gestraft met een geldboete van ten minste honderd en ten hoogste vijftigduizend frank.

Art. 10. De Vlaamse regering kan, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, burgerlijke wapens die geregistreerd werden door het Heraldisch College van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, op individuele aanvraag van de belanghebbende privé-personen en als ze overeenstemmen met de bepalingen van dit decreet, erkennen binnen (drie) jaar na de inwerkingtreding van dit decreet. <DVR 2000-06-30/39, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 31-03-1998> <DVR 2006-03-10/61, art. 76, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2006>