5 JULI 1998. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van sommige bepalingen van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde wat de tegemoetkomingen aan gehandicapten betreft.
Art. 1-11
Artikel 1. In artikel 16, § 2, tweede lid, vijfde streepje, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten worden de woorden "dertig dagen" vervangen door de woorden "drie maanden".
Art.2. In artikel 19, derde lid, van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 26 juni 1992, worden de woorden "dertig dagen" vervangen door de woorden "drie maanden".
Art.3. Een artikel 18bis, luidend als volgt, wordt in het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming ingevoegd :
"Artikel 18bis. Wanneer vastgesteld wordt dat de beslissing aangetast is door een juridische of materiële vergissing, neemt de Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar op eigen initiatief een nieuwe beslissing die uitwerking heeft op de datum waarop de verbeterde beslissing had moeten ingaan.
Onverminderd de toepassing van artikel 18ter, heeft de nieuwe beslissing, indien de vergissing aan de dienst van de tegemoetkomingen aan gehandicapten te wijten is, uitwerking op de eerste dag van de maand na de kennisgeving ervan, als het recht op de tegemoetkoming kleiner is dan het aanvankelijk toegekende recht.
Het vorig lid is niet van toepassing indien de sociaal verzekerde weet of moest weten in de zin van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen, dat hij geen recht heeft of meer heeft op het gehele bedrag van de tegemoetkoming.".
Art.4. Een artikel 18ter, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Artikel 18ter. De Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar kan zijn beslissing intrekken en een nieuwe beslissing nemen binnen de termijn voor het instellen van een beroep bij het bevoegde arbeidsgerecht of, indien het beroep reeds is ingesteld, tot aan de sluiting van de debatten, wanneer :
1. op de datum waarop de tegemoetkoming is ingegaan, het recht door een wettelijke of reglementaire bepaling is gewijzigd;
2. een nieuw feit of nieuw bewijsmateriaal dat een terugslag heeft op de rechten van de verzoeker, tijdens het geding wordt ingeroepen;
3. vastgesteld wordt dat de administratieve beslissing aangetast is door een onregelmatigheid of een materiële vergissing.".
Art.5. Artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 april 1993, wordt aangevuld met een § 5, luidend als volgt :
"§ 5 De verplichte vermeldingen op de betalingsformulieren zijn de naam en de voornaam van de gerechtigde, de aard van de betaling, de periode waarop de betaling betrekking heeft evenals het dossiernummer.".
Art.6. Een artikel 35bis, luidend als volgt, wordt in het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ingevoegd :
"Artikel 35bis. Wanneer vastgesteld wordt dat de beslissing aangetast is door een juridische of materiële vergissing, neemt de Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar op eigen initiatief een nieuwe beslissing die uitwerking heeft op de datum waarop de verbeterde beslissing had moeten ingaan.
Onverminderd de toepassing van artikel 35ter, heeft de nieuwe beslissing, indien de vergissing aan de dienst van de tegemoetkomingen aan gehandicapten te wijten is, uitwerking op de eerste dag van (de maand na de kennisgeving) ervan, als het recht op de tegemoetkoming kleiner is dan het aanvankelijk toegekende recht. <Err., B.St. 08-10-1998, blz. 33578>
Het vorige lid is niet van toepassing indien de sociaal verzekerde weet of moest weten, in de zin van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen, dat hij geen recht heeft of meer heeft op het gehele bedrag van de tegemoetkoming.".
Art.7. Een artikel 35ter, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Artikel 35ter. De Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar kan zijn beslissing intrekken en een nieuwe beslissing nemen binnen de termijn voor het instellen van een beroep bij het bevoegde arbeidsgerecht of, indien het beroep reeds is ingesteld, tot aan de sluiting van de debatten, wanneer :
1. op de datum waarop de tegemoetkoming is ingegaan, het recht door een wettelijke of reglementaire bepaling is gewijzigd;
2. een nieuw feit of nieuw bewijsmateriaal dat een terugslag heeft op de rechten van de verzoeker, tijdens het geding wordt ingeroepen;
3. vastgesteld wordt dat de administratieve beslissing aangetast is door een onregelmatigheid of een materiële vergissing.".
Art.8. Artikel 42 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 maart 1993, wordt aangevuld met een § 5, luidend als volgt :
"§ 5. De verplichte vermeldingen op de betalingsformulieren zijn de naam en de voornaam van de gerechtigde, de aard van de betaling, de periode waarop de betaling betrekking heeft evenals het dossiernummer.".
Art.9. Het koninklijk besluit van 26 september 1995 betreffende de ambtshalve herziening van de beslissingen genomen inzake tegemoetkomingen aan gehandicapten wordt opgeheven.
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art. 11. Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juli 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
M. COLLA
De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie,
J. PEETERS