29 JANUARI 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van verscheidene bepalingen betreffende het statuut van de militairen van het actief kader.
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 4, § 1, 4°, van het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 25 juni 1991 en 28 juli 1995, worden de woorden "de commandant van de interventiemacht" vervangen door de woorden "de chef van het operationeel commando van de landmacht".
Art.2. In artikel 10, § 1, a, 4°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 25 juni 1991 en 28 juli 1995, worden de woorden "de commandant van de interventiemacht" vervangen door de woorden "de chef van het operationeel commando van de landmacht".
Art.3. In artikel 11, 4°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 25 juni 1991 en 28 juli 1995, worden de woorden "de commandant van de interventiemacht" vervangen door de woorden "de chef van het operationeel commando van de landmacht".
Art.4. Artikel 22, § 3, van het ministerieel besluit van 8 februari 1994 betreffende de voortgezette vorming van de lagere officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven, door de beroepsofficieren van de krijgsmacht af te leggen met het oog op de bevordering tot de graad van majoor of tot een gelijkwaardige graad wordt aangevuld met het volgende lid :
"Deze paragraaf is evenwel niet van toepassing voor de beoordeling door de examencommissie van de schriftelijke proef over de fase "intermachten"." .
Art.5. In artikel 3, § 3, eerste lid, van het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités voor de bevordering tot de graad van adjudant-majoor, worden de woorden "door de chef van de sectie "personeel en organisatie" van de staf van het krijgsmachtdeel waartoe de kandidaat behoort" vervangen door de woorden "door de onmiddellijk hogere hiërarchische overheid van de officier die ten opzichte van de onderofficier ten minste de bevoegdheid van korpscommandant uitoefent." .
Art.6. In artikel 16, 2°, a) van hetzelfde besluit worden de woorden "de interventiemacht" vervangen door de woorden "het operationeel commando van de landmacht".
Art.7. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° onderdeel 2° wordt opgeheven;
2° onderdeel 3° wordt vervangen door de volgende tekst:
"3° drie hoofdofficieren aangewezen door de stafchef van de medische dienst." .
Art. 8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998, met uitzondering van de artikelen 4 en 5 die uitwerking hebben met ingang van 1 september 1997.
Brussel, 29 januari 1998.
J.-P. PONCELET