Details





Titel:

28 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot organisatie van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-08-1998 en tekstbijwerking tot 03-06-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - De organen en de werking van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën.
Art. 3-7, 7bis, 8
HOOFDSTUK III. - De terbeschikkingstelling.
Art. 9-10
HOOFDSTUK IV. - Het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de inspecteurs van financiën.
Art. 11-14
HOOFDSTUK V. - Het administratief personeel en de middelen ter beschikking gesteld van de inspecteurs van financiën.
Art. 15-16
HOOFDSTUK VI. - Wijzigings- en overgangsbepalingen.
Art. 17-19
HOOFDSTUK VII. - Eindbepalingen.
Art. 20



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1971102906  1997003325 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën.
Artikel 1.Het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën, hierna genoemd het Korps, is samengesteld uit eenenzestig inspecteurs van financiën.
  [1 De kredieten van het Korps dienen, binnen dit totale aantal inspecteurs van financiën, het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën in staat te stellen om artikel 10 integraal en op continue wijze uit te voeren.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-05-03/23, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2024>

Art.2. De inspecteurs van financien nemen de functie waar van begrotings- en financieel adviseur van de federale Regering, van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Franse en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissies. Zij staan hen bij in de uitoefening van de administratieve en begrotingscontrole.

HOOFDSTUK II. - De organen en de werking van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën.
Art.3. Er wordt een interministerieel Comité van de Inspectie van financiën opgericht, hierna genoemd "het Comité". Het Comité is samengesteld uit de leden van de federale Regering die de begroting en de financiën tot hun bevoegdheid hebben en uit leden van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges. Twee van die laatsten worden aangewezen door de Vlaamse Regering en één respectievelijk door de Franse Gemeenschapsregering, het College van de Franse Gemeenschapscommissie, het College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Waalse Gewestregering, de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap.
  Onze Minister die de begroting tot zijn bevoegdheid heeft, zit de vergaderingen van het Comité voor en stelt de agenda op. Hij roept het bijeen op eigen initiatief of op vraag van één van de leden voor het onderzoek van de punten die deze laatste bepaalt.

Art.4. Het Comité staat in voor het beheer van het Korps. Het beslist bij unanimiteit.

Art.5.[1 § 1. De Korpschef staat in voor het dagelijkse beheer. Hij woont met raadgevende stem de vergaderingen bij van het Comité en neemt er het secretariaat van waar.
   Hij neemt de dringende maatregelen nodig voor de goede werking onder voorbehoud van bekrachtiging door het Comité tijdens zijn eerstvolgende bijeenkomst.
   § 2. Bij afwezigheid of verhindering wijst de Korpschef een tijdelijke vervanger aan.
   Als de Korpschef definitief afwezig is doet de voorzitter van het Comité een oproep tot kandidaten en stelt de meest geschikte kandidaat aan als waarnemend Korpschef.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-05-03/23, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2024>

Art.6.§ 1. Er wordt een Raad van het Korps opgericht. De Raad geeft op eigen initiatief of op verzoek van het Comité advies aan het Comité over alle kwesties betreffende de organisatie, de werking en de plichtenleer van het Korps.
  § 2. De Raad bestaat uit de Korpschef, drie inspecteurs van financiën van de Nederlandse taalrol en drie inspecteurs van financiën van de Franse taalrol.
  De zes inspecteurs van financiën en (vier plaatsvervangers) per taalrol worden bij betrekkelijke meerderheid van stemmen verkozen door de vastbenoemde leden van het Korps in actieve dienst, met uitsluiting van de leden die gedetacheerd of op zending zijn. De stemming is geheim. <KB 2003-04-01/55, art. 117, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
  [1 Zijn verkiesbaar de leden van het Korps die op het tijdstip van de verkiezingen minstens 4 jaar actieve dienst hebben in hun loopbaan als inspecteur van financiën en op hetzelfde tijdstip niet in verlof zijn voor opdracht van algemeen belang, volledig in verlof zijn voor loopbaanonderbreking of niet voltijds afwezig zijn voor lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden.]1
  Iedere inspecteur brengt zijn stem uit op drie Nederlandstalige en op drie Franstalige kandidaten.
  Bij staking van stemmen, wordt de inspecteur met de grootste [1 ambtsanciënniteit]1 als inspecteur van financiën verkozen, en, bij gelijke anciënniteit, de oudste.
  [1 § 2bis. Indien er in de Raad geen inspecteurs van financiën zetelen die ter beschikking zijn gesteld van respectievelijk de federale Regering, de Vlaamse Regering, de Franse Gemeenschapsregering, de Waalse Gewestregering of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dan wordt binnen de betrokken entiteit door de tot deze entiteit behorende inspecteurs van financiën een vertegenwoordiger verkozen die met raadgevende stem deelneemt aan de vergaderingen van de Raad wanneer het gaat over punten die het Korps in haar geheel of hun entiteit aanbelangen.
   De inspecteurs van financiën die ter beschikking zijn gesteld van de Duitstalige Gemeenschap, het College van de Franse Gemeenschapscommissie of het College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en niet in de Raad zetelen worden uitgenodigd om met raadgevende stem deel te nemen aan de vergaderingen van de Raad wanneer het gaat over punten die hun entiteit aanbelangen.
   In het voorkomende geval dat op basis van een reglementaire procedure reeds intern een vertegenwoordiger is verkozen bij een entiteit teneinde binnen deze entiteit een coördinerende taak te vervullen, waarbij deze niet rechtstreeks krachtens § 2 werd verkozen en waarbij een andere inspecteur van financiën van dezelfde entiteit wel rechtstreeks werd verkozen, wordt de reglementair verkozen vertegenwoordiger automatisch als stemgerechtigd lid van de Raad aangeduid. Indien meerdere inspecteurs van financiën van de betrokken entiteit rechtstreeks werden verkozen vervangt hij de inspecteur van financiën die het laatst gerangschikt wordt zoals bepaald in § 2. In het geval dat geen inspecteur van financiën van dezelfde entiteit is verkozen wordt de reglementair verkozen vertegenwoordiger automatisch als raadgevend lid uitgenodigd zoals bepaald in het eerste lid.]1
  § 3. Het mandaat duurt vijf jaar.
  (De uitoefening van dit mandaat is onverenigbaar met een detachering voorzien in artikel 10, § 1bis en met het mandaat van Korpschef). <KB 2003-04-01/55, art. 117, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
  (Wanneer een lid definitief ophoud lid te zijn van de Raad wordt hij vervangen door de plaatsvervanger die de meeste stemmen heeft.) <KB 2003-04-01/55, art. 117, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
  § 4. De Raad stelt zijn huishoudelijk reglement vast.
  Hij wordt voorgezeten door de Korpschef of, indien deze verhinderd is, door het lid van de Raad met de grootste ambtsanciënniteit.
  De Raad wordt bijeengeroepen door zijn Voorzitter. Deze is verplicht de Raad bijeen te roepen wanneer drie van de leden ervan hem erom verzoeken voor het onderzoek van de punten die zij bepalen.
  § 5. De Raad maakt een jaarverslag op van zijn activiteiten en legt het voor aan de leden van het Korps, die in algemene vergadering bijeen zijn.
  (De Raad stelt een deontologische code op. Deze code wordt door het Comité goedgekeurd. Na akkoord van de Regeringen en Colleges van de Deelentiteiten, is zij het voorwerp van een in Ministerraad overlegd besluit.) <KB 2003-04-01/55, art. 109, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
  ----------
  (1)<KB 2024-05-03/23, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2024>

Art.7.<KB 2003-04-01/55, art. 118, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003> [1 § 1. De Raad roept de leden van de inspectie van financiën die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, zoals bepaald in § 3, voldoen op om zich binnen een termijn van 10 kalenderdagen na ontvangst van de oproeping, kandidaat te stellen voor de verkiezing tot het mandaat van Korpschef.
   Zijn er na afloop van die periode geen kandidaten van elke taalrol of hebben zich minder dan 3 inspecteurs van financiën kandidaat gesteld die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen, dan doet de zittende Korpschef een nieuwe oproep tot kandidaatstelling waarbij de in aanmerking komende inspecteurs van financiën opnieuw een termijn van 10 kalenderdagen na ontvangst van de oproeping hebben om zich kandidaat te stellen voor de verkiezing voor het mandaat van Korpschef.]1
  [1 § 2.]1 de Korpschef wordt benoemd door het Comité, uit een lijst van drie kandidaten, van wie ten minste één tot een andere taalrol behoort. "
  In afwijking van het eerste lid worden slechts kandidaten voorgesteld die minstens 10 percent van de uitgebrachte stemmen hebben behaald.
  [1 § 3.]1 Zijn verkiesbaar, de leden van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën die minstens 10 jaar anciënniteit tellen als inspecteur van financiën en die minstens sinds twee jaar voldoen aan de voorwaarden om kiezer te zijn voor de leden van de Raad.
  [1 § 4.]1 De lijst van de kandidaten wordt voorgedragen door de Korpsleden bedoeld in artikel 6, § 2, 2de lid, bij betrekkelijke meerderheid van stemmen, onder het toezicht van de Raad, die eerst de regelmatigheid van de lijst met de voorgedragen kandidaten nagaat en vervolgens deze lijst vastlegt. Bij staking van stemmen gebeurt de keuze volgens de in artikel 6, § 2, laatste lid bedoelde regels.
  [1 § 5.]1 Het mandaat van Korpschef duurt 5 jaar.
  De uitoefening van dit mandaat is onverenigbaar met een detachering voorzien in artikel 10, § 1bis en met het mandaat van lid van de Raad.
  [1 § 6.]1 Het Comité wijst de Korpschef op basis van een vergelijkende selectie waarbij de vaardigheden van de kandidaten van de lijst voor de uitoefening van het ambt worden getoetst en die bestaat uit twee delen :
  de opstelling van een kandidatuur dossier;
  een mondelinge voorstelling door de kandidaat.
  In geval van ex aequo, wordt de kandidaat aangewezen die de meeste stemmen heeft behaald bij de verkiezing bedoeld in § 3. Bij staking van stemmen, gebeurt de aanwijzing volgens de regels bepaald in artikel 6 § 2, laatste lid.
  ----------
  (1)<KB 2024-05-03/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2024>

Art.7bis. [1 Het Comité organiseert de verkiezingen van Korpschef, onverminderd de mogelijkheid om taken te delegeren aan de zittende Korpschef.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2024-05-03/23, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2024>


Art.8.De Korpschef van de Inspectie van financiën kan protocollen ondertekenen [1 ...]1 voor de vervulling van opdrachten inzake financiën en begroting in België of in het buitenland na akkoord van de Minister van Begroting, van de betrokken regering of van het betrokken College, na de Raad te hebben gehoord.
  ----------
  (1)<KB 2024-05-03/23, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2024>

HOOFDSTUK III. - De terbeschikkingstelling.
Art.9. Op voorstel van de Korpschef stelt het Comité inspecteurs van financiën ter beschikking van elke Gemeenschaps -of Gewestregering of van de colleges van de Franse en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissies volgens de verdeling bepaald in artikel 10. Bij gebrek aan overeenstemming over de voorgestelde terbeschikkingstelling wordt de beslissing gezamenlijk genomen door het Lid van de federale Regering dat de begroting tot zijn bevoegdheid heeft en door het lid of de leden die de betrokken regering of college vertegenwoordigen.

Art.10.[1 § 1. De inspecteurs van financiën worden als volgt ter beschikking gesteld:
   -Federale Regering: 21 inspecteurs van financiën;
   - Vlaamse Regering: 13 inspecteurs van financiën;
   - Franse Gemeenschapsregering, Waalse Gewestregering en College van de Franse Gemeenschapscommissie: 13 inspecteurs van financiën, onder hen te verdelen volgens onderling akkoord;
   - Brusselse Hoofdstedelijke Gewestregering en College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: 5 inspecteurs van financiën.
   Onder de bij de Federale Regering ter beschikking gestelde inspecteurs van financiën wordt 1 inspecteur van financiën tevens ter beschikking gesteld van de Duitstalige Gemeenschapsregering.
   § 2. In geval van langdurige afwezigheid kan de voorzitter van het Comité een inspecteur van financiën tijdelijk ter beschikking stellen van een andere entiteit.
   In het voorkomende geval dat de betrokken inspecteur van financiën krachtens § 1 niet ter beschikking werd gesteld van de federale Regering formuleert de Korpschef hiertoe een verzoek aan de voorzitter van het Comité na voorafgaand overleg met de betrokken Minister van Begroting.
   Het Comité wordt in kennis gesteld van de krachtens deze paragraaf genomen beslissingen.
   § 3. Binnen het aantal inspecteurs van financiën kan de Minister de detachering toestaan van inspecteurs van financiën, tot maximaal 9 betrekkingen, naar een Cel algemene beleidscoördinatie, een Cel algemeen beleid, een persoonlijk secretariaat, een Cel beleidsvoorbereiding of op een kabinet van een minister of van een staatssecretaris bij een Regering of een lid van een College als kabinetschef of adjunct-kabinetschef of daarmee gelijkgestelde post.
   § 4. Het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën beschikt over een automatische wervingsmachtiging ter invulling van de in § 1 bedoelde 52 betrekkingen:
   a.voor zover het totaal aantal inspecteurs van financiën, bedoeld in § 1 en § 3, het aantal zoals vermeld in artikel 1 niet overschrijdt;
   b. voor het aantal voltijdse equivalente eenheden waarbij geen prestaties worden verricht ten gevolge de toepassing van de hoofdstukken XII, XIII en XIV van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, voor zover dit aantal gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden wordt vastgesteld en waarbij in voorkomend geval de niet gepresteerde voltijdse equivalente eenheden naar de lagere eenheid worden afgerond.
   Het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën kan een bijkomende wervingsmachtiging worden toegekend op het tijdstip waarop een detachering wordt toegestaan conform § 3 voor zover het aantal van 9 betrekkingen wordt overschreden.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-05-03/23, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2024>

HOOFDSTUK IV. - Het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de inspecteurs van financiën.
Art.11.[1 Behoudens afwijkende bepalingen zijn de inspecteurs van financiën onderworpen aan de statutaire bepalingen die van toepassing zijn op het federaal administratief openbaar ambt op 1 juli 2023.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-05-03/23, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2024>

Art.12. In de uitoefening van hun opdracht worden de inspecteurs van financiën gelijkgesteld met leidende ambtenaren. Deze benaming geldt vanaf de graad van Directeur-generaal.

Art.13. Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 11, dient respectievelijk te worden verstaan onder : 1° "Minister" : de Minister van de federale Regering die de begroting tot zijn bevoegdheid heeft;
  2° "Secretaris-generaal" en "het hoofd van de administratie" : de Korpschef;
  3° "directieraad" : het Comité;
  4° "ambtenaar" : de inspecteur van financiën.

Art.14. De bezoldiging en de toelagen (en de vergoedingen) verbonden aan de bezoldiging van de inspecteurs van financiën die ter beschikking zijn gesteld van de Gemeenschappen en Gewesten, blijven ten laste van het federale Ministerie van Financiën. <KB 2003-04-01/55, art. 112, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
  De Minister van Begroting kan een protocol afsluiten om het administratief personeelsbeheer te delegeren aan een federaal ministerie met name het federale Ministerie van Financiën.

HOOFDSTUK V. - Het administratief personeel en de middelen ter beschikking gesteld van de inspecteurs van financiën.
Art.15. De kredieten nodig voor het beheer van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën, met inbegrip van de uitgaven voor opleiding en voor specifieke opdrachten toevertrouwd aan de Leden van het Korps door de federale Regering, worden ingeschreven in een afzonderlijke organisatieafdeling van de algemene uitgavenbegroting van de Staat. De uitrustings- en werkingskosten, met inbegrip van de (reis- en verblijfkosten), nodig voor het vervullen van de in artikel 2 bedoelde opdrachten van de inspecteurs van financiën zijn naar gelang het geval ten laste van de begroting van de Staat, van het Gewest, van de Gemeenschap, of van de Gemeenschapscommissie. <KB 2003-04-01/55, art. 119, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
  (De forfaitaire reis- en verblijfkosten worden terugbetaald volgens respectievelijk het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en het koninklijk besluit van 18 januari 1965 - en de omzendbrieven houdende aanpassing van de bedragen van de kilometervergoeding -, en het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries.) <KB 2003-04-01/55, art. 119, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

Art.16. Administratief personeel wordt ter beschikking van de inspecteurs van financiën gesteld door de overheid waarbij zij ter beschikking zijn gesteld. Dit personeel moet over de vereiste kwalificaties voor de functie beschikken. Deze overheid neemt de hieraan verbonden personeelskosten ten laste.
  De Korpschef en de Raad beschikken over een administratieve personeelsformatie vastgesteld door Ons op voordracht van de federale Minister van Begroting. Deze personeelsformatie bestaat uit personeel ter beschikking gesteld door het Ministerie van Financiën.

HOOFDSTUK VI. - Wijzigings- en overgangsbepalingen.
Art.17. In de zin van dit besluit worden onder inspecteurs van financiën verstaan : de ambtenaren met de graad van inspecteur-generaal van financiën-Korpschef, inspecteur-generaal van financiën, inspecteur van financiën, en adjunct-inspecteur van financiën.

Art.18. Zonder afbreuk te doen aan de naleving, in het algemeen bij de toepassing van dit besluit, van het beginsel van de continuïteit van de overheidsdienst, blijven voor de inwerkingtreding van dit besluit voorlopig de bepalingen die de aangelegenheden regelen bedoeld bij de artikelen 7 en 15 van de besluit van kracht, zolang de uitvoeringsbesluiten inzake deze artikelen niet werden genomen.

Art.19. § 1. In artikel 3, § 1, A, van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Financiën, worden de woorden "inspecteur-generaal van financiën,Korpschef... 1" en "inspecteur-generaal van financiën of inspecteur van financiën (VL)... 68" geschrapt.
  § 2. In bijlage I - Centrale diensten van koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het Statuut van het Rijkspersoneel worden de bepalingen betreffende de graden van inspecteur-generaal van financiën, Korpschef, inspecteur-generaal van financiën en inspecteur van financiën geschrapt.

HOOFDSTUK VII. - Eindbepalingen.
Art. 20. Onze Minister van Begroting en onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 28 april 1998.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Begroting,
  H. VAN ROMPUY