Details





Titel:

16 MEI 2024. - Koninklijk besluit betreffende het telewerk voor de leden van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de benoemde en stagedoende inspecteurs van financiën zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het interfederaal Korps van de Inspectie van financiën.

Art.2. De inspecteurs van financiën voeren hun opdracht conform de overeenkomstige reglementering inzake de administratieve, begrotings- en beheerscontrole ter plaatse uit, waaronder ofwel de fysische aanwezigheid op de werkplaats wordt bedoeld, ofwel de digitale omgeving via het telewerk. Hieronder wordt elke vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk verstaan waarin, met gebruikmaking van informatietechnologie, werkzaamheden die ook op de werkvloer zouden kunnen worden uitgevoerd, op algemene, regelmatige of incidentele basis buiten die werkvloer worden uitgevoerd.
  Het telewerk kan worden verricht in de woning van de inspecteur van financiën of in elke andere door hem gekozen plaats.

Art.3. Het telewerk gebeurt op vrijwillige basis naar keuze van de inspecteurs van financiën. Onverminderd deze keuze dienen zij bij de uitoefening van hun opdrachten wel in voorkomend geval bereid te zijn om zich op regelmatige basis naar de werkplaats of andere plaatsen te begeven voor overlegvergaderingen.
  Bij de inspecteurs van financiën die beheersmatig verantwoordelijk zijn voor een dienst dient het telewerk verenigbaar te zijn met de betrokken verantwoordelijkheid.
  De Regering waarbij de inspecteurs van financiën ter beschikking zijn gesteld, neemt de nodige maatregelen zodat de inspecteurs van financiën toegang hebben tot de informatie betreffende de diensten en instellingen die aan hun controle zijn onderworpen en teneinde hen in staat te stellen om de hen voorgelegde dossiers op digitale wijze te kunnen consulteren en adviseren. Er worden hen tevens behoorlijke faciliteiten ter beschikking gesteld inzake technische ondersteuning.
  Op uitzondering van het eerste lid kan de Korpschef voor de stagedoende inspecteurs van financiën, na overleg met de inspecteur van financiën bij wie zij ter beschikking zijn gesteld, op individuele basis beslissen dat zij op de door hem aangeduide tijdstippen aanwezig dienen te zijn op de werkvloer.
  Er wordt een vergoeding toegekend voor telewerkkosten ten bedrage van een forfaitair bedrag van 16,89 euro per maand als tussenkomst in de kantoorkosten door de Regering bij wie de inspecteur van financiën is ter beschikking gesteld. Deze vergoeding wordt opgeschort voor de maand waarop hij geen prestaties heeft verricht. In het voorkomende geval dat een inspecteur van financiën ter beschikking werd gesteld van een andere Regering wordt de vergoeding toegekend door de Regering waarbij de inspecteur van financiën op het einde van de maand werkzaam is.
  Deze vergoeding wordt geïndexeerd en is gekoppeld aan de spilindex 138,01.

Art.4. In het kader van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, en in het kader van een transparante communicatie met de diensten en instellingen die aan hun controle zijn onderworpen, informeert elke inspecteur van financiën voorafgaand de Korpschef:
  - ofwel, op basis van welk structureel regime aan telewerk zal worden gedaan met, in voorkomend geval, opgave van de weekdagen waarbij telewerk of kantoorwerk zal worden gepresteerd;
  - ofwel, in gevallen van een niet structureel regime, op welke dagen aan telewerk of kantoorwerk zal worden gedaan.
  De frequentie van het aantal dagen aanwezigheid wordt tevens op eigen initiatief of op eenvoudig verzoek meegedeeld aan de diensten en instellingen die aan hun controle zijn onderworpen, alsmede aan de beleidscellen van de regeringsleden die hierover de voogdij uitoefenen.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

Art. 6. De minister bevoegd voor Begroting wordt belast met de uitvoering van dit besluit.