Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 JANUARI 1998. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-05-1998 en tekstbijwerking tot 04-02-1999)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art. 4-5
HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 6-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1985014009  1986014267  1993000387 



Uitvoeringsbesluit(en):

1999000029  1999000646 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Artikel 1. Aan de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot en met 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
  De toegang tot de informatiegegevens geldt uitsluitend voor het doelmatiger berekenen en uitvoeren van betalingen en inningen, binnen het kader van de opdrachten van de bovenvermelde Administratie.
  De toegang tot de informatiegegevens is toegestaan:
  1° aan de directeur-generaal van de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management;
  2° aan de afdelingshoofden van de afdeling Budgettering, de afdeling Accounting en de afdeling Financieel Management;
  3° aan de centrale rekenplichtigen der Uitgaven, der Ontvangsten, der Liggende Gelden en der Geschillen;
  4° aan de directeur van de Centrale Invorderingscel;
  5° aan de ambtenaren die de onder 1° tot 4° vermelde personen daartoe binnen hun dienst bij name en schriftelijk aanwijzen, wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.
  De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen in de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens wordt beperkt tot een periode van dertig jaar die aan de datum van opvraging van de gegevens voorafgaat.

Art.2. Voor de inning van het kijk- en luistergeld (en de onroerende voorheffing) wordt ook toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot en met 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, aan het informaticacentrum "Centrum voor Informatica Provincies Antwerpen en Limburg" c.v., afgekort "CIPAL". <KB 1999-01-19/32, art. 1, 1°, 002; Inwerkingtreding : 14-02-1999>
  De taken in verband met de inning van het kijk- en luistergeld (en de onroerende voorheffing) worden door "CIPAL" c.v. uitgevoerd (respectievelijk voor het geheel van de Vlaamse Gemeenschap en voor het geheel van het Vlaamse Gewest), in opdracht en in onderaanneming en onder de verantwoordelijkheid van de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. <KB 1999-01-19/32, art. 1, 2°, 002; Inwerkingtreding : 14-02-1999>
  De toegang tot de informatiegegevens is toegestaan :
  1° aan de persoon die belast is met de leiding van het in het eerste lid vermelde informaticacentrum "CIPAL";
  2° aan de personeelsleden van "CIPAL" die de onder 1° vermelde persoon binnen zijn diensten bij name en schriftelijk aanwijst, wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.
  De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens wordt beperkt tot een periode van zes jaar die aan de datum van opvraging van de gegevens voorafgaat.

Art.3. De met toepassing van artikel 1, eerste lid, en artikel 2, eerste lid, verkregen informatiegegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de in artikel 1, tweede lid, en artikel 2, eerste en tweede lid, vermelde doeleinden. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.
  Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid :
  1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;
  2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun kunnen medegedeeld worden in het kader van de betrekkingen die zij, uit hoofde van hun aanstelling, in het kader van de in artikel 1, tweede lid, en artikel 2, eerste en tweede lid, vermelde doeleinden met de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap onderhouden.

HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art.4. Aan de onder artikel 1, derde lid, vermelde ambtenaren van de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, en aan de onder artikel 2, derde lid, vermelde personeelsleden van het informaticacentrum "CIPAL" wordt machtiging verleend om het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken.
  De machtiging tot het gebruik van het identificatienummer is beperkt tot het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, en artikel 2, eerste en tweede lid, vermelde taken.

Art.5. Voor interne beheersdoeleinden mag het identificatienummer van het Rijksregister uitsluitend gebruikt worden als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die door de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en door het informaticacentrum "CIPAL" worden bijgehouden, voor het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, en de in artikel 2, eerste en tweede lid, bedoelde taken.
  Bij extern gebruik mag het identificatienummer enkel gebruikt worden in de betrekkingen die voor het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, en de in artikel 2, eerste en tweede lid, bedoelde taken noodzakelijk zijn, met :
  1° de houder van het nummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger;
  2° de openbare overheden die ingevolge artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 zelf machtiging hebben verkregen om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken en die optreden tot uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.

HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art.6. Worden opgeheven :
  1° voor wat de Vlaamse Gemeenschap betreft, het koninklijk besluit van 17 december 1984 waarbij aan de directeur van de dienst "Kijk- en Luistergeld" toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen;
  2° voor wat de Vlaamse Gemeenschap betreft, het koninklijk besluit van 16 september 1986 tot regeling van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen wat de dienst "Kijk- en Luistergeld" betreft;
  3° het koninklijk besluit van 29 juni 1993 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de Administratie Financiën en Begroting van het departement Algemene Zaken en Financiën van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art.7. De ambtenaren en personeelsleden bedoeld in artikel 1, derde lid, en artikel 2, derde lid, ondertekenen een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de uit het Rijksregister verkregen informatiegegevens te eerbiedigen.

Art.8. De lijst van de overeenkomstig artikel 1, derde lid, en artikel 2, derde lid, aangewezen ambtenaren en personeelsleden wordt, met vermelding van hun ambt of functie, jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.

Art. 9. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 30 januari 1998.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  J. VANDE LANOTTE
  De Minister van Justitie,
  S. DE CLERCK