17 DECEMBER 1984. - Koninklijk besluit waarbij aan de directeur van de dienst "Kijk- en Luistergeld" toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen. - (NOTA : Opgeheven voor wat de Vlaamse Gemeenschap betreft door KB 1998-01-30/37, art. 6; Inwerkingtreding : 06-06-1998) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1990 en tekstbijwerking tot 27-05-1998.)
Art. 1-2
Artikel 1. <Zie nota onder TITEL> Met het oog op de zetting en de invordering van het kijk- en luistergeld, wordt aan de directeur van de dienst "Kijk- en Luistergeld" toegang verleend tot de informatie bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Art. 2. <Zie nota onder TITEL> Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt, Onze Minister van Verkeerswezen en Posterijen, Telegrafie en Telefonie, Onze Staatssecretaris voor Openbaar Ambt en Onze Staatssecretaris voor Posterijen, Telegrafie en Telefonie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.