17 JULI 1997. - [Ordonnantie betreffende de preventie van en de strijd tegen geluidshinder en trillingen in een stedelijke omgeving] <ORD2024-05-16/17, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-10-1997 en tekstbijwerking tot 03-06-2024)
HOOFDSTUK I. - Doelstellingen.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - (Strategische geluidsbelastingkaart en planning van de strijd tegen geluidshinder.) <ORD 2004-04-01/52, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
Afdeling I. - Strategische tegen geluidshinder. <Ingevoegd bij ORD 2004-04-01/52, art. 6; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
Art. 4
Afdeling II. [1 Planning van de preventie van en de strijd tegen geluidshinder en trillingen ]1
Art. 4bis, 5-7, 7bis, 7ter, 8, 8bis
HOOFDSTUK III. [1 Maatregelen inzake de preventie van en de strijd tegen geluidshinder en trillingen ]1
Art. 9-10
HOOFDSTUK IV.
Art. 11-12
HOOFDSTUK V.
Art. 13-14
[HOOFDSTUK IV.] Controle van de geluidshinder.
Art. 15-20
[HOOFDSTUK V.] Controle van de geluidshinder.
Art. 20bis, 21-22, 22bis, 23
BIJLAGEN.
Art. N1-N6
1998031316 1998031317 1998031318 1998031439 1998031440 1998031441 1999031280 1999031289 1999031454 1999031455 2001031445 2002031592 2002031593 2011031117 2016031627 2017010520 2017031714 2019041157 2020041243 2020041736 2021030261 2023047614
HOOFDSTUK I. - Doelstellingen.
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2.In de zin van deze ordonnantie wordt verstaan onder :
1° bron : iedere voortbrenging van interne of externe, [1 aanhoudende of tijdelijke, terugkerende of occasionele]1 geluiden of trillingen;
2° bewoonde gebouwen : alle gebouwen die als woon- en verblijfplaats worden gebruikt of waarin een menselijke activiteit plaatsheeft;
3° [1 ...]1
4°[1 ...]1
(5° " omgevingslawaai " : ongewenst of schadelijk geluid buitenshuis dat door menselijke activiteiten wordt veroorzaakt, inclusief lawaai dat wordt voortgebracht door vervoermiddelen, wegverkeer [1 ...]1;
6° " schadelijke effecten " : negatieve effecten op de gezondheid van de mens;
7° " hinder " : mate van [1 geluidshinder en/of trillingen]1 voor de omgeving als bepaald met veldonderzoek ;
8° " geluidsbelastingsindicator " : natuurkundige grootheid voor de beschrijving van het omgevingslawaai, die een verband met een schadelijk gevolg heeft;
9° " beoordeling " : methode voor de berekening, voorspelling, raming of meting van de waarde van een geluidsbelastingsindicator of de daarmee verband houdende schadelijke gevolgen;
10° " Lden " : (dag-avond-nacht geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor de hinder tijdens de etmaalperiode, zoals gedefinieerd in bijlage I;
11° " Lday " : (daggeluidsbelastingsindicator : geluidsbelastingsindicator voor hinder tijdens de dagperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;
12° " Levening ": (avondgeluidsbelastingsindicator) geluidsbelastingsindicator voor hinder tijdens de avondperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage 1;
13° " Lnight " (nachtgeluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor slaapstoornissen, zoals nader Gedefinieerd in bijlage I;
14° " dosis/effectrelatie " : relatie tussen de waarde van een geluidsbelastingsindicator en een schadelijk effect;
15° " stil gebied in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest " : gebied, als afgebakend door de Regering, bijvoorbeeld een gebied dat niet is blootgesteld aan lawaai met een waarde van Lden of een andere passende geluidsbelastingsindicator die hoger is dan een door de Regering vastgelegde waarde;
16° [1 ...]1
17° " belangrijke weg " : gemeentelijke, gewestelijke, nationale of internationale weg, als aangeduid door de Regering, waarop jaarlijks meer dan drie miljoen voertuigen passeren;
18° " belangrijke spoorweg " : spoorweg, als aangeduid door de Regering, waarop jaarlijks meer dan 30 000 treinen passeren;
19° " Geluidsbelastingkaart " : weergave van gegevens omtrent een bestaande of voorspelde geluidssituatie in termen van een geluidsbelastingsindicator, overschrijding van een geldende relevante grenswaarde, aantal blootgestelde personen in een bepaald gebied, aantal woningen dat in een bepaald gebied blootgesteld is aan bepaalde waarden van een geluidsbelastingsindicator;
20° " strategische geluidsbelastingkaart " : een kaart die bedoeld is voor de algemene evaluatie van de geluidsbelastingssituatie in een bepaald gebied ten gevolge van verschillende lawaaibronnen of voor de algemene prognoses voor dat gebied;
21° " grenswaarde " : waarde van Lden of Lnight, en waar passend Lday en Levening, als bepaald door de Regering, bij overschrijding waarvan de bevoegde instanties beperkingsmaatregelen in overweging nemen of opleggen; de grenswaarden kunnen verschillend zijn voor verschillende typen lawaai (lawaai door weg-, spoorweg- of luchtverkeer, industrielawaai enz.), verschillende omgevingen en verschillende gevoeligheden van bevolkingsgroepen voor lawaai; zij kunnen ook verschillend zijn voor bestaande en nieuwe situaties (bij verandering van de situatie wat de geluidsbron of het omgevingsgebruik betreft);
22° " actieplan " : plan bedoeld voor de beheersing van lawaai-uitstoot en lawaai-effecten, waar nodig met inbegrip van lawaaivermindering;
23° " akoestische planning " : beheersing van toekomstige geluidshinder door geplande maatregelen, zoals ruimtelijke ordening, ontwikkeling van verkeerssystemen, verkeersplanning, minder geluidshinder door isolatiemaatregelen en lawaaibeheersing aan de bron;
24° " publiek " : een of meer natuurlijke of rechtspersonen alsook de verenigingen, organisaties of groeperingen waar die personen samenkomen[1 ;]1) <ORD 2004-04-01/52, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
[1 25° "belangrijke luchthaven": burgerluchthaven, als aangeduid door de Regering, waarop jaarlijks meer dan 50.000 vliegtuigbewegingen plaatsvinden (de term "beweging" verwijst naar zowel opstijgen als landen), met uitsluiting van oefenvluchten met lichte vliegtuigen;
26° "agglomeratie": een deel van het grondgebied met een bevolking van meer dan 100.000 personen en een zodanige bevolkingsdichtheid dat deze als een stedelijk gebied wordt beschouwd;
27° "voor lawaai gevoelig gebouw en gebied": een gebouw of gebied dat voor huisvesting, scholen en andere onderwijsinstellingen, crèches en ziekenhuizen is bestemd.]1
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 4, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art.3.Deze ordonnantie heeft tot doel :
(1° in eerste instantie de schadelijke gevolgen, hinder inbegrepen, van de blootstelling aan [1 omgevingslawaai en trillingen]1 te vermijden, te voorkomen of te verminderen.
Deze ordonnantie is meer bepaald van toepassing op [1 omgevingslawaai en trillingen"]1 waaraan mensen in bebouwde gebieden, in openbare parken en andere stille gebieden in agglomeraties, [1 ...]1, nabij scholen, ziekenhuizen en andere voor lawaai gevoelige gebouwen en gebieden worden blootgesteld.) <ORD 2004-04-01/52, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
2° (...) <ORD 2004-04-01/52, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
3° de bewoners van gebouwen te beschermen tegen [1 geluidshinder en trillingen]1.
(Deze ordonnantie is niet van toepassing op lawaai [1 die]1 door de eraan blootgestelde persoon zelf [1 worden veroorzaakt]1, [1 lawaai en trillingen]1 op de arbeidsplaats, lawaai binnen de vervoermiddelen, en [1 lawaai en trillingen]1 door militaire activiteiten in militaire terreinen.) <ORD 2004-04-01/52, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
Rekening houdende met de technische mogelijkheden [1 met inbegrip van de beste beschikbare technieken in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen,]1 en de technologische ontwikkeling en de economische weerslag van de maatregel, [1 ziet de regering in de eerste plaats toe op]1 :
1° de vermindering van geluidshinder en trillingen aan de bron;
2° de invoering van een aangepaste akoestische bescherming die de [1 emissie en verspreiding]1van geluiden en trillingen beperkt;
3° de isolatie tegen geluiden en trillingen van de [1 ...]1 bewoonde gebouwen en de schadeloosstelling van de benadeelde personen.
[1 De Regering ziet toe op de bescherming van voor lawaai gevoelige gebouwen en gebieden door middel van preventieve en corrigerende maatregelen.]1
[1 De Regering zorgt ervoor dat de maatregelen inzake de preventie en de bestrijding van geluidshinder en trillingen rekening houden met de noodzaak te voorzien in diensten van openbaar nut, waaronder geregelde diensten van openbaar vervoer.]1
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 5, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
HOOFDSTUK II. - (Strategische geluidsbelastingkaart en planning van de strijd tegen geluidshinder.)
Afdeling I. - Strategische tegen geluidshinder.
Art.4.<Ingevoegd bij ORD 2004-04-01/52, art. 6; Inwerkingtreding : 06-05-2004> § 1. Het Instituut draagt er zorg voor dat uiterlijk op 30 juni 2007 [2 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarvan het volledige grondgebied een agglomeratie vormt]2en, strategische geluidsbelastingkaarten [2 van het lawaai van weg-, spoorweg- en luchtverkeer en, in voorkomend geval, industrieterreinen]2 over de situatie in het voorgaande kalenderjaar worden opgesteld [2 ...]2.
[2 ...]2. Uiterlijk op 30 juni 2005, en vervolgens om de vijf jaar, doet het Instituut aan de [2 Europese Commissie]2 mededeling van de belangrijke wegen waarop jaarlijks meer dan zes miljoen voertuigen passeren, van de belangrijke spoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60 000 treinen passeren [2 gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de belangrijke luchthavens in de omgeving van"]2 boven het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Regering neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat uiterlijk op 30 juni 2012, en vervolgens om de vijf jaar, [2 voor wegen en spoorwegen]2, strategische geluidsbelastingkaarten over de situatie in het voorgaande kalenderjaar voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorden opgesteld, alsook voor de vluchten boven zijn grondgebied.
De kaarten worden door het Instituut opgesteld [2 ...]2.
Uiterlijk op 31 december 2008 doet het Instituut de [2 Europese Commissie]2 mededeling van alle in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen belangrijke wegen en belangrijke spoorvoegen.
De strategische geluidsbelastingkaarten voldoen aan de minimumeisen van bijlage IV.
[2 De Regio werkt samen met de aan elkaar grenzende regio's voor het opstellen van de strategische geluidsbelastingkaarten in de grensstreken.
Brussel Leefmilieu en elke overheidsinstantie of beheerder van weg-, spoor- en luchtverkeer en aanverwante vervoersinfrastructuren werken samen om de gegevens die nodig zijn om de strategische geluidsbelastingkaarten op te stellen, te verkrijgen.]2
De strategische geluidsbelastingkaarten worden ten minste om de [2 vijf jaar]2, te rekenen vanaf de datum van hun opstelling, opnieuw bezien en zo nodig aangepast [2 f indien de situatie ingrijpend is gewijzigd]2.
§ 2. Het Instituut hanteert de geluidsbelastingsindicatoren Lden en Lnight als omschreven in [2 bijlage I ]2, voor de opstelling en herziening van strategische geluidsbelastingkaarten [2 ...]2.
[2 ...]2
Het Instituut kan aanvullende geluidsbelastingsindicatoren gebruiken voor speciale gevallen als genoemd [2 bijlage I]2, punt 3.
Uiterlijk op 18 juli 2005 verstrekt het Instituut de [2 Europese Commissie]2 informatie over relevante op hun grondgebied geldende of geplande grenswaarden, uitgedrukt in Lden en Lnight, en eventueel Lday [2 Levening]2 voor wegverkeerslawaai, spoorweglawaai, vliegtuiglawaai op Brussels grondgebied [2 ...]2 en industrielawaai met een toelichting over de implementatie van de grenswaarden.
§ 3. De waarden van Lden en Lnight worden bepaald met de in bijlage II omschreven beoordelingsmethoden [1 met als titel "Bepalingsmethoden voor de geluidsbelastingsindicatoren (als bedoeld in artikel 6 van de richtlijn 2002/49/EG)"]1. De gezondheidseffecten worden bepaald aan de hand van de in bijlage III bedoelde dosis/effectrelaties.
§ 4. [2 Leefmilieu Brussel zendt de strategische geluidsbelastingkaarten toe aan de Regering, die ze aan het Parlement zal voorleggen. Leefmilieu Brussel stelt op zijn website de strategische geluidsbelastingkaarten ter beschikking van het publiek.]2 De informatie is duidelijk, begrijpelijk en toegankelijk. De belangrijke punten worden in een overzicht weergegeven.
[2 Leefmilieu Brussel ziet erop toe dat de informatie van de strategische geluidsbelastingkaarten, zoals bedoeld in bijlage VI, binnen de zes maanden na de overhandiging ervan aan de Regering wordt overgemaakt aan de Europese Commissie.]2
----------
(1)<ORD 2018-04-19/20, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
(2)<ORD 2024-05-16/17, art. 6, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Afdeling II. [1 Planning van de preventie van en de strijd tegen geluidshinder en trillingen ]1
----------
(1)
Art. 4bis.(oude art. 4) Het Instituut is belast met [1 de opstelling]1 van een [1 gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van de geluidshinder en trillingen]1, hierna te noemen " het plan ", dat bestaat uit : <ORD 2004-04-01/52, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
1° een geluidskadaster waardoor enerzijds de oorsprong, de oorzaken en de akoestische kenmerken van de geluiden van het stedelijk stelsel van weg-, lucht- en spoorwegverkeer kunnen worden geïdentificeerd en beschreven en waardoor anderzijds de zones, de bebouwde en onbebouwde ruimten en de straten waar het geluidsniveau uitzonderlijk hoog ligt, kunnen worden gelokaliseerd;
2° een [1 algemeen beleid ter preventie en bestrijding van de geluidshinder en trillingen]1 dat (met name) preventieve maatregelen omvat, met inbegrip van maatregelen voor de bewustmaking van de bevolking, aanbevelingen in verband met de bouwkunst en de stedenbouw en maatregelen om iets te doen aan de bestaande [1 geluidshinder en trillingen]1. (Het beleid omvat eveneens beschermingsmaatregelen voor stille gebieden tegen toenemende geluidsbelasting;) <ORD 2004-04-01/52, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
3° een beoordeling van de technische of reglementaire normen, van de financiële middelen, van de acties voor de bewustmaking en de voorlichting van de bevolking en de ondernemingen, welke nodig zijn om de doelstellingen van het plan te verwezenlijken.
[1 § 2. Het plan moet voldoen aan de minimumvoorschriften als gesteld in bijlage V.
De Regering kiest de maatregelen die in het plan worden aangegeven doch moeten ze met name voldoen aan prioriteiten ten gevolge van de overschrijding van alle relevante grenswaarden of van de toepassing van andere criteria die door de Regering worden gekozen en moeten meer bepaald van toepassing zijn op de in de geluidsbelastingkaart aangegeven belangrijkste gebieden.
Leefmilieu Brussel stelt de Europese Commissie in kennis van de andere relevante criteria zoals bedoeld in het vorige lid.
Voor de planning of geluidszonering kan de Regering andere geluidsbelastingindicatoren gebruiken dan Lden en Lnight.
§ 3. Leefmilieu Brussel stelt het ontwerp van gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op in samenwerking met Brussel Mobiliteit, perspective.brussels en urban.brussels.
De Regering stelt het ontwerp van gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen vast.
Dit ontwerp van gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen moet aan een milieubeoordeling worden onderworpen in overeenstemming met de bepalingen van de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de milieueffectenbeoordeling van bepaalde plannen en programma's.
De Regering neemt het gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen aan. Het gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen wordt in een uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en aan de Europese Commissie meegedeeld.
De Regering stelt het gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen voor aan het Parlement. Leefmilieu Brussel stelt het gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op zijn website ter beschikking van het publiek.
Leefmilieu Brussel ziet erop toe dat de samenvatting van het actieplan, zoals bedoeld in bijlage VI, binnen zes maanden na de vaststelling ervan aan de Europese Commissie wordt toegezonden.
§ 4. Leefmilieu Brussel voert minstens om de vijf jaar een evaluatie uit van de uitvoering van het gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen. Leefmilieu Brussel kan deze evaluatie op een vroegere datum uitvoeren. Leefmilieu Brussel zendt zijn rapport toe aan de Regering.
Minstens om de vijf jaar wordt het gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen opnieuw geëvalueerd en, in voorkomend geval, herzien als er zich een belangrijke nieuwe ontwikkeling voordoet die de situatie op het vlak van geluidshinder en trillingen beïnvloedt.
§ 5. De bepalingen van het gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen zijn bindend voor de overheidsinstanties die onder toezicht van het Gewest staan en indicatief voor andere rechtssubjecten.
De uitvoering van de maatregelen in het gewestelijk plan ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen wordt tussen de gewestbesturen in overeenstemming met hun bevoegdheden verdeeld]1
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art.5.
<Opgeheven bij ORD 2024-05-16/17, art. 9, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art.6.
<Opgeheven bij ORD 2024-05-16/17, art. 10, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art.7.
<Opgeheven bij ORD 2024-05-16/17, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art. 7bis. <Ingevoegd bij ORD 2004-04-01/52, art. 12; Inwerkingtreding : 06-05-2004> Het in artikel 4bis bij deze ordonnantie bedoelde actieplan wordt uiterlijk op 18 juli 2013 aangevuld door specifieke actieplannen bedoeld om een antwoord te bieden aan prioriteiten ten gevolge van de overschrijding van relevante grenswaarden of ten gevolge van de toepassing van andere criteria in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook wat de belangrijke verkeerswegen en belangrijke spoorwegen betreft die op zijn gebied zijn gelegen.
Art. 7ter.
<Opgeheven bij ORD 2024-05-16/17, art. 12, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art.8.§ 1. De gemeenteraad kan voor het gehele grondgebied of voor een gedeelte ervan [1 lokale beleidslijnen ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen]1 uitvaardigen. [1 Deze beleidslijnen ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op lokaal niveau] . Deze beleidslijnen ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op lokaal niveau houden rekening met de noodzaak te voorzien in diensten van openbaar nut, waaronder geregelde diensten van openbaar vervoer]1 leven de bepalingen en de doelstellingen van het plan na.
§ 2. Na het advies te hebben ingewonnen van het Instituut over de overeenstemming ervan met het plan en met de [1 bestaande verordeningen betreffende geluidshinder en trillingen]1, neemt de gemeenteraad het ontwerp van [1 beleid ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op lokaal niveau]1 voorlopig aan en onderwerpt zij dit aan een openbaar onderzoek van dertig dagen.
Het Instituut beschikt over een termijn van dertig dagen om zijn advies uit te brengen. Bij het uitblijven van het advies binnen deze termijn, wordt dit geacht gunstig te zijn.
De gemeente hangt ten minste acht dagen voor het begin van het openbaar onderzoek en gedurende de hele duur ervan een bericht van onderzoek uit op het gemeentehuis.
Het bericht van onderzoek vermeldt het begin en het einde van de termijn voor het openbaar onderzoek, alsook de praktische regels voor het voeren van het onderzoek.
§ 3. Gedurende het openbaar onderzoek kan het ontwerp van [1 beleid ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op lokaal niveau]1 op werkdagen ten minste drie uur per dag worden geraadpleegd bij het gemeentebestuur. Een dag per week ligt het ontwerp van [1 beleid ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op lokaal niveau]1 ter inzage tot twintig uur.
Gedurende het openbaar onderzoek kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn opmerkingen schriftelijk [1 , inclusief langs elektronische weg,]1 aan het College van burgemeester en schepenen kenbaar maken. Elke zending moet de naam, het adres en de handtekening van de afzender dragen.
Een proces-verbaal van sluiting van het openbaar onderzoek, waaraan de schriftelijke opmerkingen toegevoegd worden, wordt binnen vijftien dagen na het openbaar onderzoek door de burgemeester opgemaakt en aan de gemeenteraad voorgelegd.
§ 4. Binnen dertig dagen na de voorlegging van het proces-verbaal van sluiting van het openbaar onderzoek, neemt de gemeenteraad [1 het beleid ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op lokaal niveau]1 definitief aan (door rekening te houden met de resultaten van het openbaar onderzoek). Indien de gemeenteraad afwijkt van de opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek zijn geformuleerd, wordt zijn beslissing met redenen omkleed. <ORD 2004-04-01/52, art. 14, 006; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art. 8bis.
<Opgeheven bij ORD 2024-05-16/17, art. 14, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
HOOFDSTUK III. [1 Maatregelen inzake de preventie van en de strijd tegen geluidshinder en trillingen ]1
----------
(1)
Art.9.De Regering [1 kan ]1 elke maatregel om :
1° [1 de geluidshinder en trillingen van bronnen te beperken, meer bepaald door emissie- of immissiedrempels vast te stellen of specifieke voorwaarden uit te vaardigen om deze geluidshinder en trillingen te beperken]1;
2° [1 grenswaarden en voorwaarden inzake bronnen van geluidshinder en trillingen]1 vast te stellen, naargelang de oorsprong, hun stedenbouwkundige plaatsaanduiding, hun akoestische kenmerken en de noodzaak om in het bijzonder de bewoners van gebouwen gelegen in welbepaalde zones te beschermen;
3° het gebruik van toestellen, tuigen of voorwerpen die in bepaalde omstandigheden zeer hinderlijke geluiden of trillingen voortbrengen of kunnen voortbrengen te reglementeren;
4° in voorkomend geval, door toekenning [1 van premies of]1 van subsidies, de plaatsing en het gebruik van toestellen, bouwmateriaal of tuigen bestemd om het geluid of de trillingen te verminderen, te dempen of de hinder ervan te verhelpen, te bevorderen;
5° in voorkomend geval, door toekenning van premies of subsidies, het aankopen van sonometers en het opleiden om deze te gebruiken door de gemeentelijke overheden te bevorderen.
[1 6° drempelwaarden of voorwaarden vast te stellen om de akoestische prestaties van constructies of gebouwen te verbeteren;
7° specifieke emissie- of immissiedrempels vast te stellen die van toepassing zijn op voor het publiek toegankelijke inrichtingen, alsook elke nuttige voorwaarde of maatregel om de geluidshinder en de trillingen die gepaard gaan met de exploitatie van deze inrichtingen te beperken;
8° elke persoon die bij de maatregelen ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen is betrokken, te informeren, te sensibiliseren en te begeleiden.]1
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 16, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art.10.§ 1. Een derde van de personen, die al dan niet eigenaar zijn, ten minste achttien jaar oud zijn, woonachtig zijn in de door hen bepaalde perimeter en in de aangrenzende huizenblokken, kunnen [1 beroep doen op elke bevoegde overheid of publieke actor via Leefmilieu Brussel om de geluidshinder en/of trillingen in hun wijk te onderzoeken ]1.
[1 De aanvraag wordt langs elektronische weg of per aangetekende brief door een gemachtigde bij Leefmilieu Brussel ingediend met behulp van een formulier dat beschikbaar is op de website van Leefmilieu Brussel. De aanvraag moet minstens de volgende informatie bevatten:
1° een beschrijving van de ondervonden hinder en de waargenomen geluidshinder en/of trillingen;
2° de betrokken perimeter;
3° een lijst van de personen die hinder ondervinden, hun adres en het mandaat dat ze hebben gegeven om de aanvraag in te dienen;
4° indien mogelijk, de maatregelen of verbeteringen die worden voorgesteld om de hinder te verhelpen;
5° indien mogelijk, de geïnterpelleerde overheid of overheden en/of publieke actor(en)]1.
§ 2. [1 Binnen drie maanden na de datum waarop de aanvraag is verzonden, neemt Leefmilieu Brussel kennis van de aanvraag en vraagt zo nodig om aanvullende informatie, met vermelding van de termijn waarbinnen deze moet worden verstrekt.
Binnen de in het vorige lid bedoelde termijn van drie maanden of binnen drie maanden na de toezending van de aanvullende informatie geeft Leefmilieu Brussel in een advies aan welke werkpistes uitgevoerd zouden kunnen worden.
Binnen dezelfde termijn als in het vorige lid vermeld, bezorgt Leefmilieu Brussel de volledige aanvraag en zijn advies aan de geïnterpelleerde overheid of overheden en/of publieke actor(en), aan de betrokken gemeenten en brengt het de gemachtigde hiervan op de hoogte]1.
§ 3. [1 Op basis van de aanvraag en het advies van Leefmilieu Brussel neemt elke geïnterpelleerde overheid of publieke actor een gemotiveerde beslissing over de voortzetting van de procedure. Als de geïnterpelleerde overheid of publieke actor de maatregelen of verbeteringen die nodig zijn om de ondervonden hinder en de waargenomen geluidshinder en/of trillingen te verminderen, uitvoert of plant, brengt deze minstens twaalf maanden na de indiening van de aanvraag en vervolgens, in voorkomend geval, om de twaalf maanden hierover verslag uit.
Leefmilieu Brussel houdt een bijgewerkte lijst bij van de aanvragen en de voortgangsstatus ervan in overeenstemming met dit artikel, bezorgt deze jaarlijks aan de Regering en stelt deze ter beschikking van het publiek op zijn website]1.
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 17, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
HOOFDSTUK IV.
Art.11.
<Opgeheven bij ORD 2024-05-16/17, art. 18, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art.12.
<Opgeheven bij ORD 2024-05-16/17, art. 18, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
HOOFDSTUK V.
Art.13.De eigenaars, [1 exploitanten]1 van [1 inrichtingen]1, dienen alle nodige maatregelen te treffen opdat de [1 geluidshinder en trillingen]1 verbonden aan de exploitatie van deze inrichtingen de rust of de gezondheid van de inwoners niet zou verstoren.
[1 ...]1
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 20, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art.14.De personen die zich in bewoonde gebouwen, hun bijgebouwen en de omgeving bevinden zorgen ervoor dat [1 het lawaai en de trillingen]1 veroorzaakt door hun gedrag en dat van de personen of dieren die zij onder hun bewaring hebben, de bedrijvigheden of de werken die ze er ondernemen, de rust of de gezondheid van de bewoners niet verstoren.
[1 ...]1
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 21, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
[HOOFDSTUK IV.] Controle van de geluidshinder.
----------
(1)
Art.15.(Opgeheven) <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 1999-07-04 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,12°, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.16. (Opgeheven) <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 1999-07-04 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,12°, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.17. (Opgeheven) <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 1999-07-04 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,12°, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.18. (Opgeheven) <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 1999-07-04 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,12°, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.19. (Opgeheven) <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 1999-07-04 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,12°, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.20.[1 Met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid wordt gestraft al wie:
1° de eventuele emissie- of immissiedrempels of de voorwaarden die de Regering krachtens artikel 9, 1°, 2° en 6° heeft vastgesteld, niet naleeft;
2° de voorschriften inzake het gebruik van apparaten, inrichtingen of voorwerpen die de Regering krachtens artikel 9, 3° heeft vastgesteld, niet naleeft;
3° de specifieke emissie- of immissiedrempels die van toepassing zijn op voor het publiek toegankelijke inrichtingen, alsook alle relevante voorwaarden of maatregelen die de Regering krachtens artikel 9, 7° heeft vastgesteld, niet naleeft;
4° de maatregelen inzake informatie, sensibilisering of begeleiding die de Regering krachtens artikel 9, 8° heeft vastgesteld, niet naleeft ]10.
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 23, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
[HOOFDSTUK V.] Controle van de geluidshinder.
----------
(1)
Art. 20bis.[1 § 1. De gemeente is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) voor die persoonsgegevens die worden verwerkt in de opmerkingen die schriftelijk zijn geformuleerd en aan het college van burgemeester en schepenen zijn meegedeeld, overeenkomstig artikel 8, door een natuurlijke of rechtspersoon in het kader van het openbare onderzoek voorafgaand aan de vaststelling van een beleid ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op lokaal niveau.
De verwerking van deze gegevens is noodzakelijk om de betrokkenen in staat te stellen om hun mening te geven over de ontwerpen van beleid ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op lokaal niveau (doeleinde). De verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang.
De personen die toegang hebben tot de gegevens zijn, naast de betrokken gemeentelijke diensten, de eventuele onderaannemers waar de gemeente beroep op kan doen in het kader van de goedkeuring van een strategie ter preventie en strijd tegen geluid op lokaal niveau.
De gemeente ziet erop toe dat persoonsgegevens alleen worden verwerkt voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt en dat ze niet langer dan nodig is om deze doeleinden te verwezenlijken, kunnen worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt om de betrokkenen te identificeren, dat wil zeggen gedurende een periode van maximaal zes (6) maanden na de afsluiting van het openbare onderzoek, met een maximum van vijf (5) jaar voor gegevens uit opmerkingen die schriftelijk zijn geformuleerd en aan het college van burgemeester en schepenen zijn meegedeeld, overeenkomstig artikel 8, door elke natuurlijke of rechtspersoon in het kader van het openbare onderzoek voorafgaand aan de vaststelling van een beleid ter preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen op lokaal niveau.
§ 2. Leefmilieu Brussel is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) voor die persoonsgegevens die worden verwerkt in de interpellaties die aan Leefmilieu Brussel worden gericht overeenkomstig artikel 10 en, in voorkomend geval, de daaropvolgende verzoeken om informatie.
De verwerking van deze gegevens is noodzakelijk om de buurtbewoners in staat te stellen om de overheid of bevoegde publieke actor om opheldering te vragen en om Leefmilieu Brussel in staat te stellen om mogelijke werkpistes te identificeren die uitgevoerd kunnen worden (doeleinde). De verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting waaraan de verwerkingsverantwoordelijke is onderworpen (rechtsgrondslag).
De personen die toegang hebben tot de gegevens zijn, naast de betrokken diensten van Leefmilieu Brussel, de eventuele onderaannemers waarop Brussel Leefmilieu beroep zou kunnen doen voor het identificeren van werkpistes die uitgevoerd kunnen worden.
Leefmilieu Brussel ziet erop toe dat de persoonsgegevens alleen worden verwerkt voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt en dat ze niet langer dan nodig is om deze doeleinden te bereiken, kunnen worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt om de betrokkenen te identificeren, dat wil zeggen gedurende vijftien (15) jaar.
§ 3. De geïnterpelleerde overheid of publieke actor is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) voor die persoonsgegevens die Leefmilieu Brussel krachtens artikel 10 aan haar heeft verstrekt en die worden verwerkt met het oog op de voorzetting van de procedure.
Deze verwerking is noodzakelijk om de voortzetting van de procedure te verzekeren en om ofwel een gemotiveerde beslissing te nemen ofwel de maatregelen of aanpassingen uit te voeren of te plannen die nodig zijn om de ondervonden hinder en de waargenomen geluidshinder en/of trillingen te verminderen (doeleinde). De verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting waaraan de verwerkingsverantwoordelijke is onderworpen (rechtsgrondslag).
De personen die toegang hebben tot de gegevens zijn, buiten de betrokken diensten van de overheid of publieke actor, de eventuele onderaannemers aan wie de overheid of publieke actor beroep zou kunnen doen om het vervolg van de procedure te verzekeren.
De geïnterpelleerde overheid of publieke actor ziet erop toe dat de persoonsgegevens alleen worden verwerkt voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt en dat ze niet langer dan nodig is om deze doeleinden te bereiken, kunnen worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt om de betrokkenen te identificeren, dat wil zeggen gedurende een periode van vijftien (15) maanden na het laatste verslag dat de geïnterpelleerde politieke overheid heeft uitgebracht.
§ 4. Onverminderd de bevoegdheden inzake inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van de inbreuken bedoeld in artikel 2, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid van 25 maart 1999, stelt de Regering, wanneer zij krachtens de artikelen 2, 3, 4, 5, 9 en 22bis van deze ordonnantie daartoe gemachtigd is, de modaliteiten van de verwerking van persoonsgegevens die tot doel hebben de maatregelen ter uitvoering van de ordonnantie te verzekeren op voorwaarde in het bijzonder dat deze verwerking niet leidt tot een aanzienlijke aantasting van de rechten en vrijheden van de betrokken personen, dat deze verwerking steeds voldoet aan de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit in verhouding tot het nagestreefde doel, dat de maximale bewaartermijn wordt aangegeven en dat de Regering, Leefmilieu Brussel of de betrokken gemeente als verantwoordelijke voor de verwerking wordt aangeduid. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij ORD 2024-05-16/17, art. 25, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art.21. Vanaf de inwerkingtreding van deze ordonnantie worden opgeheven :
1° de verordening van de Agglomeratie van Brussel van 4 september 1974 betreffende de strijd tegen de geluidshinder;
2° de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder;
3° het koninklijk besluit van 18 mei 1977 tot bepaling van de voorwaarden tot toekenning en de percentages der toelagen voor de aankoop van een sonometer door provincies, agglomeraties van gemeenten en gemeenten;
4° het ministerieel besluit van 31 oktober 1977 tot vaststelling van het maximum bedrag van de toelage voor de aankoop van sonometers door provincies, agglomeraties van gemeenten en gemeenten, en van de eisen aan dewelke deze sonometers moeten voldoen;
5° de ordonnantie van 16 mei 1991 betreffende de strijd tegen geluidshinder in de rust- en woonruimten te Brussel.
Art.22. De Regering mag de bepalingen van deze ordonnantie codificeren met de bepalingen die deze uitdrukkelijk of impliciet zouden hebben gewijzigd en met andere ordonnanties die van toepassing zijn inzake leefmilieu, waterbeleid en natuurbehoud.
Met het oog hierop kan zij :
1° de volgorde, de nummering en, in het algemeen, de voorstelling van de te codificeren bepalingen wijzigen;
2° de verwijzingen die de te codificeren bepalingen zouden bevatten, wijzigen teneinde ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe nummering;
3° de opstelling van de te codificeren bepalingen wijzigen teneinde hun overeenstemming te waarborgen en de terminologie eenvormig te maken, zonder dat de in deze bepalingen ingeschreven beginselen kunnen worden aangetast.
De codificatie zal het volgende opschrift dragen : " Brussels Milieuwetboek ".
Het regeringsbesluit van codificatie zal door een ontwerp van ordonnantie worden bekrachtigd dat aan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad zal worden voorgelegd.
Art. 22bis. [1 De Regering kan de bepalingen van deze ordonnantie opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen om de maatregelen te nemen die nodig zijn voor het nakomen van verplichtingen die voortvloeien uit de richtlijnen van de Europese Unie betreffende de strijd tegen de geluidshinder in een stedelijke omgeving.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij ORD 2018-04-19/20, art. 4, 009; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art.23. Deze ordonnantie treedt in werking op de door de Regering vastgestelde datum.
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 21-07-1998 met uitzondering van artikelen 12 en 20, 1° tot 3°, door BESL 1998-07-02/32, art. 13)
BIJLAGEN.
Art. N1.<Ingevoegd bij ORD 2004-04-01/52, art. 16; Inwerkingtreding : 06-05-2004> BIJLAGE I. - Geluidsbelastingindicator bedoeld in artikel 4, § 2
1. Definitie van het [1 dag]1-avond-nacht-niveau Lden
Het dag-avond-nacht-niveau Lden in decibels (dB), is gedefinieerd door de volgende formule :
(Formule niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 26-04-2004, p. 34302).
waarin :
- Lday het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 : 1987, vastgesteld over alle dagperioden van een jaar;
- Levening het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 : 1987, vastgesteld over alle avondperioden van een jaar;
- Lnight het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 : 1987, vastgesteld over alle nachtperioden van een jaar;
waarbij :
- de dag twaalf uur telt, de avond vier uur en de nacht acht uur; de Regering mag de avondperiode met één of twee uur inkorten en de dag- en/of nachtperiode dienovereenkomstig verlengen, op voorwaarde dat dit voor alle bronnen geldt en zij de Commissie informatie verstrekt over de systematische afwijking van de standaardwaarde;
- het begin van de dag (en derhalve het begin van de avond en de nacht) door de Regering (die keuze moet identiek zijn voor het lawaai van alle geluidsbronnen) bepaald wordt. De standaardwaarden zijn als volgt :
dag : van 7.00 tot 19.00 uur, avond : van 19.00 tot 23.00 uur en nacht : van 23.00-7.00 uur in plaatselijke tijd;
- één jaar een voor de geluidsemissie relevant en voor de weersomstandigheden gemiddeld jaar is,
en waarin :
- alleen het invallende geluid wordt beschouwd, wat inhoudt dat het door de gevel van de betrokken woning gereflecteerde geluid niet in aanmerking komt (in de regel betekent dit bij metingen een correctie van 3 dB).
De hoogte van het waarneempunt voor de bepaling van Lden hangt af van de toepassing :
- bij berekeningen met het oog op de opstelling van strategische geluidsbelastingkaarten met betrekking tot de blootstelling aan lawaai in of nabij gebouwen liggen de waarneempunten op een hoogte van 4,0 + 0,2 m (3,8-4,2 m) boven de grond vóór de meest blootgestelde gevel; de meest blootgestelde gevel is die welke gericht is naar de betrokken geluidsbron en er het dichtst bij is; voor andere doeleinden mogen andere keuzen worden gemaakt;
- bij metingen met het oog op de opstelling van strategische geluidsbelastingkaarten met betrekking tot de blootstelling aan lawaai in of nabij gebouwen mogen andere hoogten worden gekozen, maar die mogen nooit minder dan 1,5 m boven de grond zijn, en de resultaten moeten worden herleid tot een hoogte van 4 m;
- voor andere doeleinden, zoals akoestische planning en geluidszonering mogen andere hoogten worden gekozen, maar die mogen nooit minder dan 1,5 m boven de grond zijn. Voorbeelden zijn :
- plattelandsgebieden met huizen van één verdieping;
- de uitwerking van lokale maatregelen ter vermindering van de geluidshinder voor specifieke woningen;
- gedetailleerde geluidsbelastingkaarten voor een beperkte zone, waarop de blootstelling aan lawaai van afzonderlijke woningen wordt aangegeven.
2. Definitie van de nachtgeluidsbelastingsindicator.
De nachtgeluidsbelastingsindicator Lnight is het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau op lange termijn, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, bepaald over alle nachtperioden van een jaar,
waarin :
- de nacht acht uur omvat, als gedefinieerd onder punt 1;
- een jaar een voor de geluidsemissie relevant en voor de weersomstandigheden gemiddeld jaar is, als gedefinieerd in punt 1;
- het invallend geluid wordt beschouwd, als beschreven in punt 1;
- het waarneempunt hetzelfde is als voor Lden.
3. Aanvullende geluidsbelastingsindicatoren.
In sommige gevallen kan het nuttig zijn naast Lden en Lnight en eventueel Lday en Levening speciale geluidsbelastingsindicatoren en bijbehorende grenswaarden te gebruiken.
Enkele voorbeelden :
- de beschouwde geluidsbron is slechts in werking gedurende een beperkt deel van de tijd (bijvoorbeeld minder dan 20 % van de tijd in het [1 totaal aantal]1 dagen van een jaar, het [1 totaal aantal]1 avonden van een jaar of het totaal aantal nachten van een jaar);
- in één of meer perioden, is het gemiddelde aantal gebeurtenissen zeer gering (bijvoorbeeld minder dan één geluidspiek per uur, waarbij een geluidspiek kan worden gedefinieerd als lawaai dat minder dan vijf minuten aanhoudt; een voorbeeld hiervan is het lawaai van passerende treinen of vliegtuigen);
- de lagefrequentiecomponent van het lawaai is sterk;
- LAmax of SEL (geluidblootstellingsniveau van een geluidgebeurtenis) voor bescherming tegen geluidspieken in de nachtperiode;
- extra bescherming in het weekend of een specifieke periode van het jaar;
- extra bescherming tijdens de dagperiode;
- extra bescherming tijdens de avondperiode;
- combinatie van lawaai uit verschillende bronnen;
- relatief stille zones op het platteland;
- het geluid heeft een sterk tonaal karakter;
- het geluid heeft een impulskarakter.
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 26, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>
Art. N2.
<Opgeheven bij ORD 2018-04-19/20, art. 5, 009; Inwerkingtreding : 24-05-2018>
Art. N3.[1 BIJLAGE III. - Beoordelingsmethoden voor gezondheidseffecten]1
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 16-02-2021, p. 15068)
----------
(1)<BESL 2021-01-21/19, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 26-02-2021>
Art. N4.<Ingevoegd bij ORD 2004-04-01/52, art. 16; Inwerkingtreding : 06-05-2004> BIJLAGE IV. - Minimumeisen voor strategische geluidsbelastingkaarten bedoeld in artikel 4, § 1
1. Een strategische geluidsbelastingkaart is een weergave van gegevens over een van de volgende aspecten :
- een bestaande, in het verleden bestaand hebbende of voorspelde geluidsbelastingssituatie in termen van een geluidsbelastingsindicator;
- de overschrijding van een grenswaarde;
- een raming van het aantal woningen, scholen en ziekenhuizen in een bepaald gebied dat blootgesteld is aan specifieke waarden van een geluidsbelastingsindicator;
- het geschatte aantal personen in een bepaald aan lawaai blootgesteld gebied.
2. Strategische geluidsbelastingkaarten kunnen aan het publiek voorgesteld worden als :
- grafieken;
- numerieke gegevens in tabelvorm;
- numerieke gegevens in elektronische vorm.
3. Bij strategische geluidsbelastingkaarten voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt bijzondere aandacht besteed aan lawaai van :
- wegverkeer;
- spoorwegverkeer;
- vluchten boven het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- industrieterreinen, waaronder havens.
4. De strategische geluidsbelasting kaarten hebben het volgende doel :
- zij vormen de basis voor de gegevens die overeenkomstig artikel 10, § 2, en bijlage Vl aan de Commissie moeten worden toegezonden;
- zij zijn een bron van informatie voor de burger overeenkomstig artikel 4, § 4;
- zij vormen een basis voor de actieplannen overeenkomstig artikel 4bis van deze ordonnantie.
Voor elk van deze doeleinden is een ander type strategische geluidsbelastingkaart vereist.
5. Minimumeisen voor de strategische geluidsbelastingkaarten met betrekking tot de aan de Commissie toe te zenden gegevens worden gegeven in de punten 1.5, 1.6, 2.5, 2.6 en 2.7 van bijlage VI.
6. Voor de informatie aan de burger overeenkomstig artikel 4, § 4 is aanvullende en meer gedetailleerde informatie vereist, zoals :
- een grafische voorstelling;
- kaarten waarin overschrijdingen van een grenswaarde worden getoond;
- verschilkaarten waarin de bestaande toestand wordt vergeleken met opties voor toekomstige situaties;
- kaarten waarin de waarde van een geluidsbelastingsindicator, indien nodig, op een andere hoogte dan 4 m wordt getoond.
Deze informatie dient ter aanvulling van het actieplan dat opgesteld wordt krachtens de artikelen 4bis en volgende van deze ordonnantie.
De Regering kan regels vastleggen voor de soort en de weergave van de genoemde geluidsbelastingkaarten.
7. Strategische geluidsbelastingkaarten voor lokale of gewestelijke toepassingen moeten worden opgemaakt voor een meethoogte van 4 m en de 5 dB-klassen van Lden en Lnight als genoemd in bijlage VI.
8. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten afzonderlijke strategische geluidsbelastingkaarten worden opgemaakt voor wegverkeerslawaai, spoorweglawaai, vliegtuiglawaai en industrielawaai. Er mogen kaarten voor andere geluidsbronnen worden bijgevoegd.
9. De Regering kan meer gedetailleerde richtsnoeren voor de opstelling van geluidsbelastingkaarten en software daarvoor opstellen, naar gelang van die welke uitgewerkt zullen worden door het comité bedoeld in artikel 13 van richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai.
----------
(1) geen nederlandse versieArt. N5.<Ingevoegd bij ORD 2004-04-01/52, art. 16; Inwerkingtreding : 06-05-2004> BIJLAGE V. - Minimumeisen voor actieplannen bedoeld in artikel 4bis
1. De actieplannen moeten minimaal de volgende elementen omvatten :
- een beschrijving van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de belangrijke wegen, belangrijke spoorwegen of vluchten boven het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en andere lawaaibronnen waar rekening mee gehouden moet worden;
- de bevoegde instantie;
- de wettelijke context;
- eventuele grenswaarden overeenkomstig artikel 4, 2;
- een samenvatting van de in de geluidsbelastingkaarten vervatte gegevens;
- een beoordeling van het geschatte aantal mensen dat aan lawaai blootgesteld is, een overzicht van problemen die opgelost en situaties die verbeterd moeten worden;
- een overzicht van de overeenkomstig artikelen 5 en 8 georganiseerde openbare raadplegingen;
- reeds bestaande maatregelen voor lawaaivermindering en projecten die in voorbereiding zijn;
- maatregelen die de bevoegde instanties in de eerstvolgende vijf jaar voornemens zijn te nemen, met inbegrip van acties om stille gebieden te beschermen;
- langetermijnstrategie;
- financiële informatie (indien beschikbaar) : begrotingen, kosteneffectiviteits- en kosten-batenanalyses;
- beoogde bepalingen voor de beoordeling van de uitvoering en de effecten van het actieplan.
2. De maatregelen die de Regering in het kader van haar bevoegdheden voornemens is te nemen kunnen bijvoorbeeld het volgende omvatten :
- verkeersplanning;
- ruimtelijke ordening;
- technische maatregelen tegen lawaaibronnen;
- selectie van stillere bronnen;
- vermindering van de geluidsoverdracht;
- regelgevende of economische maatregelen of stimulansen.
3. De actieplannen moeten inschattingen bevatten van de vermindering van het aantal geluidgehinderde personen (hinder, slaapstoornissen of andere gevolgen).
4. De Regering kan meer gedetailleerde richtsnoeren voor de opstelling van geluidsbelastingkaarten en software daarvoor opstellen, naar gelang van die welke uitgewerkt zullen worden door het comité bedoeld in artikel 13 van richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai.
----------
(1) geen nederlandse versieArt. N6.<Ingevoegd bij ORD 2004-04-01/52, art. 16; Inwerkingtreding : 06-05-2004> BIJLAGE VI. - Aan de Commissie over te zenden gegevens bedoeld in artikel 8bis
Aan de Commissie moeten de hieronder genoemde gegevens over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden overgezonden :
1. Een beknopte beschrijving van het Gewest : locatie, omvang, aantal inwoners.
2. Een algemene beschrijving van de wegen, de spoorwegen en de vluchten boven het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : plaats, omvang, gegevens met betrekking tot het verkeer, totaaloppervlakte (in km2) die blootgesteld wordt aan Lden waarden hoger dan respectievelijk 55, 65 en 75 dB.
Bovendien wordt het [1 totaal aantal]1 geraamde woningen (per honderdtallen) aangegeven alsook het [1 totaal aantal]1 geraamde personen (per honderdtallen) die in die gebieden verblijven.
De contouren die overeenstemmen met 55 en 65 dB zullen ook op een of meer kaarten worden aangegeven met informatie over de locatie van de gemeenten in het Gewest die binnen die gebieden vallen die door de contouren worden afgebakend.
3. Bevoegde instantie.
4. In het verleden uitgevoerde programma's ter beperking van geluidshinder en van kracht zijnde maatregelen.
5. De gebruikte berekenings- of meetmethoden.
6. Het geschatte aantal mensen (in honderdtallen) dat in woningen woont die blootgesteld zijn aan Lden-waarden, op 4 m hoogte aan de meest blootgestelde gevel, in elk van de volgende geluidsbelastingklassen : 55-59, 60-64, 65-69, 70-74, > 75 dB, afzonderlijk voor lawaai van wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer en industrie. De cijfers moeten worden afgerond op honderdtallen (bijvoorbeeld : 5.200 = tussen 5.150 en 5.249; 100 = tussen 50 en 149; 0 = minder dan 50). Daarnaast moet, indien mogelijk en van toepassing, aangegeven worden hoeveel mensen in bovengenoemde categorieën in woningen wonen die beschikken over :
- speciale isolatie tegen de betrokken geluidssoort, d.w.z. speciale isolatie van een gebouw tegen één of meer soorten omgevingslawaai, in combinatie met zulke ventilatie- en airconditioningsvoorzieningen dat er hoge isolatiewaarden tegen omgevingslawaai gehandhaafd kunnen worden,
- een stille gevel, d.w.z. de gevel van een woning waarop de Lden- waarde van lawaai uit een specifieke bron 4 m boven de grond en 2 m voor de gevel meer dan 20 dB lager is dan die van de gevel met de hoogste Lden- waarde.
[1 oe belangrijke wegen, spoorwegen en belangrijke luchthavens, zoals gedefinieerd in artikel 2 van deze ordonnantie, bijdragen aan de hierboven bedoelde resultaten]1.
7. Het geschatte [1 totaal aantal]1 mensen (in honderdtallen) dat in woningen woont die blootgesteld zijn aan Lnight waarden, op 4 m hoogte aan de meest blootgestelde gevel, in elk van de volgende geluidsbelastingklassen : 50-54, 55-59, 60-64, 65-69, > 70 dB, afzonderlijk voor lawaai van wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer en industrie. Deze gegevens kunnen ook vóór 18 juli 2009 worden geëvalueerd voor de klasse 45-49.
Daarnaast moet, indien mogelijk en van toepassing, aangegeven worden hoeveel mensen in bovengenoemde categorieën in woningen wonen met
- speciale isolatie tegen de betrokken geluidssoort, als omschreven in punt 6;
- een stille gevel, als omschreven in punt 6.
[1 Er zal worden aangegeven hoe belangrijke wegen, spoorwegen en belangrijke luchthavens, zoals gedefinieerd in artikel 2 van deze ordonnantie, bijdragen aan de hierboven bedoelde resultaten]1.
8. Bij grafische weergave moeten strategische geluidskaarten in elk geval de contouren van 60, 65, 70 en 75 dB weergeven.
9. Een samenvatting van het actieplan (niet meer dan tien bladzijden), waarin de in bijlage V genoemde relevante aspecten worden beschreven.
10. Richtsnoeren.
De Regering kan meer gedetailleerde richtsnoeren voor de opstelling van geluidsbelastingskaarten en software daarvoor opstellen, naar gelang van die welke uitgewerkt zullen worden door het comité bedoeld in artikel 13 van richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai.
----------
(1)<ORD 2024-05-16/17, art. 26, 011; Inwerkingtreding : 13-06-2024>