Artikels:
Artikel 1. Dit besluit heeft betrekking op de strijd tegen het buurtlawaai waargenomen binnen en buiten alle bewoonde gebouwen.
Art.2.§ 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° bewoond gebouw : elk gebouw dat als woning wordt gebruikt of waarin een menselijke activiteit is ondergebracht;
2° rustruimte : elke ruimte die bestemd is om uit te rusten (slaapkamer in een woning, in een ziekenhuis, in een hotel,...) en elke ruimte bestemd voor vermaak en ontspanning waarvoor een bijzondere geluidsbescherming nodig is (concertzaal, opnamestudio, schouwburg, conferentiezaal, bioscoop,...);
3° woonruimte : elke ruimte die overdag wordt gebruikt in woningen (zitkamer, eetkamer, vertrek waar men gewoonlijk de maaltijden gebruikt en dat ook als keuken kan dienen), kantoren, schoollokalen,...;
4° dienstruimte : elke ruimte die niet in de hierboven vermelde categorieën is opgenomen, zoals wasruimte, trappen, hall, kelder,...;
5° buurtlawaai : geluidshinder voortgebracht door elke in de buurt hoorbare geluidsbron met uitzondering van de geluidshinder die wordt veroorzaakt door :
- het lucht-, weg- en spoorverkeer en de scheepvaart;
- grasmaaimachines en andere bij het tuinieren gebruikte apparaten die door een motor worden aangedreven en waarvan het gebruik wordt geregeld door artikel 6;
- ingedeelde inrichtingen in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, waarvan de geluidshinder niet binnen bewoonde gebouwen wordt waargenomen en voorzover die geluidshinder buiten de inrichting wordt waargenomen en gemeten;
- activiteiten van landsverdediging;
- schoolactiviteiten;
- erediensten;
- activiteiten op de openbare weg die zijn toegestaan krachtens artikel 12, § 2, van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving;
- de bouwwerken, uitgezonderd die welke door particulieren aan hun eigen woning of het omringende terrein worden uitgevoerd voor zover ze worden uitgevoerd op zon- en feestdagen of tussen 17 u. en 9 u. van 's maandags tot 's zaterdags;
- [3 de activiteiten uitgeoefend op de openbare weg zonder verspreiding van versterkt geluid in de zin van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen;]3
- de schietterreinen en schietstanden;
[1 - sportactiviteiten in open lucht in sportinstellingen die toegankelijk zijn voor het publiek, ook al is de toegang ertoe beperkt tot bepaalde categorieën personen, inclusief in aanwezigheid van toeschouwers, met uitzondering van de technische inrichtingen en mits de beschikkingen die zijn voorzien in artikel 6bis worden nageleefd.]1
6° periodes A, B, C : daguurschijven die als volgt zijn afgebakend :
| Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za | Zo | Feestdag |
07 :00-19 :00 | A | A | A | A | A | B | C | C |
19 :00-22 :00 | B | B | B | B | B | C | C | C |
22 :00-07 :00 | C | C | C | C | C | C | C | C |
7° gebied : de gebieden bepaald door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001 tot goedkeuring van het gewestelijk bestemmingsplan;
8° gebied 1 : de woongebieden met residentieel karakter, de groengebieden, de gebieden met hoogbiologische waarde, de parkgebieden, de begraafplaatsgebieden en de bosgebieden;
9° gebied 2 : de typische woongebieden;
10° gebied 3 : de gemengde gebieden, de gebieden voor sport- en vrijetijdsactiviteiten in de open lucht, de landbouwgebieden en de gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;
11° gebied 4 : de gebieden van gewestelijk belang en de sterk gemengde gebieden [2 en de ondernemingsgebieden in een stedelijke omgeving]2;
12° gebied 5 : de administratiegebieden;
13° gebied 6 : de stedelijke industriegebieden, de gebieden voor haven- en vervoeractiviteiten, de spoorweggebieden en de gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg;
14° drempelniveau of Spte : geluidsdrukniveau waarboven het door de geluidsbronnen voortgebrachte geluid als gebeurtenis wordt beschouwd;
15° aantal gebeurtenissen of N : aantal keren dat het equivalent geluidsdrukniveau het Spte heeft overschreden.
Voor andere gebieden dan die vermeld in de bepalingen sub 8° tot 13° gelden de bepalingen van het aangrenzende gebied met de strengste regelgeving.
§ 2. Voor de in dit besluit gebruikte technische termen gelden de definities van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.
----------
(1)<BESL 2011-02-24/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 08-04-2011>
(2)<BESL 2016-09-15/05, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 10-10-2016>
(3)<BESL 2017-01-26/32, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 21-02-2018>
Art.3. Het buurtlawaai wordt gemeten met de apparatuur, volgens de methode en onder de voorwaarden zoals bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.
De grenswaarden van de overschrijdingen worden binnen een gebouw gemeten en de grenswaarden van het specifieke geluid buiten een gebouw, daar waar de hinder door de aanklager wordt ervaren. De lokalisering van het meetpunt moet evenwel voldoen aan de bepalingen van de artikelen 7 tot 10 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.
Art.4. De overschrijdingen ingevolge buurtlawaai afkomstig van buiten de bewoonde gebouwen of binnen deze gebouwen maar buiten de ruimte waarin de metingen worden verricht, mogen niet hoger liggen dan de volgende waarden :
| | Overschrijding | | |
Ruimte | Periodes | van niveau | van tonaal | van impulsief |
| | in dB(A) | karakter | karakter |
| | | (E) in dB | in dB(A) |
Rust | C | 3 | 3 | 5 |
| A en B | 6 | 6 | 10 |
Woon | A, B en C | 6 | 6 | 10 |
Dienst | A, B en C | 12 | 12 | 15 |
De niveauoverschrijding moet slechts in overweging worden genomen indien het totale geluidsniveau Ltot hoger ligt dan of gelijk is aan 27 dB(A). Het omgevingsgeluidsniveau Lf dat in overweging wordt genomen, moet minstens gelijk zijn aan 24 dB(A).
Art.5. § 1. Het specifieke geluidsniveau Lsp, alsook het aantal gebeurtenissen N per periode van een uur, bepaald door de overschrijding van het drempelniveau Spte, mogen de in de volgende tabel opgenomen waarden niet overschrijden :
[PERIODES | A | | | B | | | C | | | | | | |
GEBIEDEN | Lsp | N | Spte | Lsp | | N | Spte | Lsp | N | Spte | Lsp | N | Spte |
gebied 1 | 42 | 20 | 72 | 36 | 42.b | 10 | 66 | 30 | | 5 | | 60 | |
gebied 2 | 45 | 20 | 72 | 39 | 45.b | 10 | 66 | 33 | 39.a,b | 5 | 10.a | 60 | 66.a |
gebied 3 | 48 | 30 | 78 | 42 | 48.b | 20 | 72 | 36 | 42.a,b | 10 | 20.a | 66 | 72.a |
gebied 4 | 51 | 30 | 84 | 45 | 51.b | 20 | 78 | 39 | 45.a,b | 10 | 20.a | 72 | 78.a |
gebied 5 | 54 | 30 | 90 | 48 | 54.b | 20 | 84 | 42 | 48.a,b | 10 | 20.a | 78 | 84.a |
gebied | 60 | 30 | 90 | 54 | 60.b | 20 | 84 | 48 | 54.a,b | 10 | 20.a | 78 | 84.a |
<td colspan="14" valign="top">] <Erratum, zie B.St. 17-10-2003, p. 48952>
a : Grenswaarden die van toepassing zijn voor de inrichtingen die niet mogen worden stilgelegd.
b : Grenswaarden die van toepassing zijn voor kleinhandelszaken.
§ 2. Wanneer de metingen worden verricht in een gebied dat niet dat van de geluidsbron is, gelden de waarden van het gebied met de strengste regelgeving.
§ 3. Wanneer Ltot gelijk is aan Lf en het niveau Lsp dus niet kan worden berekend, mag de tonale overschrijding E niet hoger liggen dan 6 dB.
Art.6. Het gebruik van grasmaaimachines en andere bij het tuinieren gebruikte apparaten die door een motor worden aangedreven, is verboden op zondagen en wettelijke feestdagen. Op andere dagen is het gebruik ervan verboden tussen 20 u. en 7 u.
Art. 6bis. [1 § 1. Sportactiviteiten in open lucht in sportinstellingen die toegankelijk zijn voor het publiek, ook al is de toegang ertoe beperkt tot bepaalde categorieën personen, inclusief in aanwezigheid van toeschouwers, mogen het specifieke geluidsniveau van 30dB(A) niet overschrijden gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende uren per nacht van zaterdagnacht tot en met donderdagnacht en van ten minste 8 opeenvolgende uren per nacht op vrijdagnacht, tijdens de nacht voorafgaand aan een wettelijke feestdag en, bij uitzondering en mits het programma ten minste 8 dagen op voorhand wordt aangekondigd, op een plaats die zichtbaar en toegankelijk is voor het publiek, met inbegrip van buurtbewoners, tijdens de periodes van schoolverlof.
§ 2. De eigenaars, voorzitters, uitbaters van inrichtingen waar sportactiviteiten in open lucht worden georganiseerd, moeten een actieprogramma opstellen waarin de maatregelen worden beschreven die zij nemen om het geluid van die activiteiten te beperken. Dit actieprogramma wordt aangeplakt en is raadpleegbaar aan de ingang van de instelling op een zichtbare en voor het publiek toegankelijke plaats, met inbegrip van de buurtbewoners, en bevat met name de volgende elementen :
1. een beschrijving van de perioden zonder activiteit;
2. een lijst van luidruchtige handelingen of instrumenten waarvan het gebruik in de club is verboden, rekening houdende met de aan- of afwezigheid van woningen in de buurt;
3. een beschrijving van de gerealiseerde of geplande maatregelen, inclusief de investeringen in infrastructuur, om het geluid te beperken of de verspreiding ervan te voorkomen, rekening houdende met de aan- of afwezigheid van woningen in de buurt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2011-02-24/06, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 08-04-2011>
Art.6ter. [1 § 1. Onverminderd de toepassing van de voorwaarden bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijk inrichtingen, kan de burgemeester, aan de hand van een gemotiveerde beslissing, een tijdelijke afwijking op de geluidsnormen, opgenomen in artikelen 4 en 5 van dit besluit, toestaan voor evenementen die in openlucht of in een tent georganiseerd worden.
Alvorens een beslissing te nemen, vraagt de burgemeester het advies van de naburige gemeenten die door de het lawaai van het openluchtevenement getroffen kunnen worden.
Om ontvankelijk te zijn, wordt de aanvraag voor een afwijking minimum 60 dagen vóór de datum van het evenement ingediend.
De burgemeester stuurt zijn beslissing naar de organisator van het evenement ten laatste 45 dagen na de ontvangst van diens aanvraag.
Bij ontstentenis van beslissing binnen de termijn bedoeld in het voorgaande lid, wordt ze ongunstig geacht te zijn.
§ 2. De afwijking kan vergezeld gaan van tijdelijke en/of geografische voorwaarden.
De toekenning of de weigering van de afwijking wordt door de organisator in de omgeving van de openluchtsite waar het evenement plaatsgrijpt, aangebracht.
§ 3. Onverminderd de toepassing van de voorwaarden bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen, wordt elk jaar van 21 juli 's middags tot 22 juli 's middags en van 31 december om 18 uur tot 1 januari om 8 uur op automatische wijze een afwijking op de geluidsnormen, opgenomen in de artikelen 4 en 5 van dit besluit, aan elke inrichting toegankelijk voor publiek toegestaan.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2017-01-26/32, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 21-02-2018>
Art.7. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 juli 1998 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 oktober 1998 en 14 oktober 1999, wordt opgeheven.
Art. 8. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.