20 JUNI 1997. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst, het niveau, de structuur en de bevoegdheden van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat die ressorteren onder het Ministerie van Middenstand en Landbouw(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-08-1997 en tekstbijwerking tot 10-02-2016)
Art. 1-10
1921063050 1951101505 1960062050 1965042108 1965042109 1970043001 1984016028 1994122257
1997016174 1997016196 1997016197 1997016302 1997016303 1997016304 1997016305 1997016306 1999016060 1999016122 2000016207 2013021054 2016021005
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 20 juni 1960 houdende oprichting van een Landbouweconomisch Instituut bij het Ministerie van Landbouw, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 november 1970, in het koninklijk besluit van 30 april 1970 waarbij aan het Landbouweconomisch Instituut het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat wordt toegekend en waarbij zijn niveau, zijn structuur en zijn bevoegdheden worden vastgesteld, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 juni 1978, en in het koninklijk besluit van 12 januari 1984 waarbij de rechtspersoonlijkheid aan het Landbouweconomisch Instituut voor het beheer van zijn vermogen wordt toegekend, worden de woorden "Landbouweconomisch Instituut" telkens vervangen door de woorden "Centrum voor Landbouweconomie".
Art.2.Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat worden erkend als behorend tot het eerste niveau :
1° het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie (CODA.);
2° [1 ...]1
3° [1 ...]1
4° [1 ...]1
5° [1 ...]1
----------
(1)<KB 2016-01-26/13, art. 5,1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.3.
<Opgeheven bij KB 2016-01-26/13, art. 5,1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.4.
<Opgeheven bij KB 2016-01-26/13, art. 5,1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.5.
<Opgeheven bij KB 2016-01-26/13, art. 5,1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.6.
<Opgeheven bij KB 2016-01-26/13, art. 5,1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.7.
<Opgeheven bij KB 2016-01-26/13, art. 5,1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.8. Worden opgeheven :
1° het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van de structuur van de wetenschappelijke inrichtingen van het Ministerie van Landbouw;
2° het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van de lijst en van het niveau van de wetenschappelijke inrichtingen afhangend van het Ministerie van Landbouw;
3° het artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 juni 1921 houdende reglement van de Rijksplantentuin, in de mate waarin het de opdrachten en de structuur van de Nationale Plantentuin van België betreft;
4° de artikelen 1, 2 en 3 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1951 houdende organiek reglement van de Rijksstations voor landbouwkundig onderzoek, in de mate waarin zij de opdrachten en de structuur betreffen van het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek te Gembloux en van het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek te Gent;
5° de artikelen 1, 2 en 3 van het koninklijk besluit van 30 april 1970 waarbij aan het Landbouweconomisch Instituut het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat wordt toegekend en waarbij zijn niveau, zijn structuur en zijn bevoegdheden worden vastgesteld, in de mate waarin zij de opdrachten, de structuur en het niveau van het Centrum voor Landbouweconomie betreffen.
Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1995.
Art. 10. Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juni 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN