Details





Titel:

10 DECEMBER 1996. - [Koninklijk besluit betreffende [het elektronisch identiteitsdocument voor het Belgisch kind] onder de twaalf jaar.] <Opschrift vervangen door KB 2006-10-18/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-10-2006> <KB2023-10-27/20, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-12-1996 en tekstbijwerking tot 07-12-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Het identiteitsbewijs.
Art. 6, 6bis, 7-11
HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art. 12-16
HOOFDSTUK IIIbis. - Het elektronisch identiteitsdocument. <ingevoegd bij KB 2006-10-18/31, art. 3; Inwerkingtreding : 31-10-2006>
Art. 16bis, 16ter, 16quater, 16quinquies, 16sexies, 16septies
HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 17-19
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1955111403  1981001949 





Artikels:

HOOFDSTUK I.   
Artikel 1.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-22/07, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2014>

Art.2.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-22/07, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2014>

Art.3.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-22/07, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2014>

Art.4.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-22/07, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2014>

Art.5.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-22/07, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2014>

HOOFDSTUK II. - Het identiteitsbewijs.
Art.6.
  <Opgeheven bij KB 2023-10-27/20, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art. 6bis.
  <Opgeheven bij KB 2023-10-27/20, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art.7.
  <Opgeheven bij KB 2023-10-27/20, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art.8.
  <Opgeheven bij KB 2023-10-27/20, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art.9.
  <Opgeheven bij KB 2023-10-27/20, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art.10.
  <Opgeheven bij KB 2023-10-27/20, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art.11.
  <Opgeheven bij KB 2023-10-27/20, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art.12.
  <Opgeheven bij KB 2023-10-27/20, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art.13.De identiteitsdocumenten, bedoeld [3 in hoofdstuk IIIbis]3, worden als ongeldig beschouwd in geval van verandering van naam, voornaam of nationaliteit.
  [2 Artikel 5 van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten is van toepassing op de elektronische identiteitsdocumenten bedoeld in hoofdstuk IIIbis.]2
  ----------
  (1)<KB 2013-10-22/07, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2014>
  (2)<KB 2023-04-07/54, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 30-10-2023>
  (3)<KB 2023-10-27/20, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art.14.Elke vervalsing of namaak van de identiteitsdocumenten, bedoeld [2 in hoofdstuk IIIbis]2, valt onder de toepassing van de strafbepalingen bedoeld in artikel 7 van de voormelde wet van 19 juli 1991.
  ----------
  (1)<KB 2013-10-22/07, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2014>
  (2)<KB 2023-10-27/20, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art.15.De persoonsgegevens die op de identiteitsdocumenten, bedoeld [2 in hoofdstuk IIIbis]2, staan, worden volgens de keuze van de persoon of de personen die het ouderlijke gezag uitoefenen over het kind, gedrukt :
  A. in het Nederlands of in het Frans :
  1° in de gemeenten van het arrondissement Brussel-Hoofdstad bedoeld in artikel 6 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
  2° in de gemeenten bedoeld in artikel 7 van dezelfde gecoördineerde wetten;
  3° in de gemeenten bedoeld in artikel 8, 3° tot 10°, van dezelfde gecoördineerde wetten.
  B. in het Frans of in het Duits :
  1° in de gemeenten van het Duitse taalgebied;
  2° in de gemeenten bedoeld in artikel 8, 2°, van de bovenvermelde gecoördineerde wetten.
  De persoon of de personen die het ouderlijke gezag uitoefenen over het kind delen hun keuze mee in een schriftelijke verklaring.
  [1 Dit geldt eveneens indien het identiteitsdocument wordt aangevraagd door de personen bedoeld in artikel 6, derde lid en in artikel 16bis, § 1, tweede lid.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-10-22/07, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2014>
  (2)<KB 2023-10-27/20, art. 13, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art.16.
  <Opgeheven bij KB 2023-10-27/20, art. 14, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

HOOFDSTUK IIIbis. - Het elektronisch identiteitsdocument.
Art. 16bis.[1 § 1. Van bij de geboorte kan een elektronisch identiteitsdocument op naam van een Belgisch kind onder de twaalf jaar worden uitgereikt door de gemeente waar het Belgisch kind ingeschreven is in de bevolkingsregisters. Het wordt uitgereikt op verzoek aan de persoon of de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen over het Belgisch kind onder de twaalf jaar.
   Het mag worden afgeleverd, in geval van plaatsing van het Belgisch kind door de jeugdrechtbank of door een comité voor bijzondere jeugdzorg in een pleeggezin of een pleeginstelling, aan de pleegouder(s) of aan de verantwoordelijke van de pleeginstelling, onder voorwaarde van het voorleggen van een bewijs van de gerechtelijke beslissing of de beslissing van het comité voor bijzondere jeugdzorg die het Belgisch kind toevertrouwt aan de pleegouder(s) of aan een pleeginstelling.
   Deze moeten desgevallend ook aangifte doen van verlies, diefstal of vernieling van het document.
   § 2. Het elektronisch identiteitsdocument, afgegeven op naam van een Belgisch kind onder de twaalf jaar, blijft geldig tot zijn vervaldatum zelfs als het kind de volle leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-10-22/07, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2014>

Art. 16ter.[1 Het elektronisch identiteitsdocument is conform aan het ID1-model overeenkomstig de norm ISO/IEC 7810: 2019. Het elektronisch identiteitsdocument bevat twee elektronische chips en een tweedimensionale barcode; deze laatste bevat het Rijksregisternummer, de geboortedatum van de houder, het documentnummer en de datum tot wanneer het document geldig is. De tweedimensionale barcode maakt het mogelijk om het elektronisch identiteitsdocument ook op andere manieren te gebruiken en aldus de identificatie van een natuurlijk persoon te verzekeren, met name in de sociale zekerheids- en gezondheidssector.
   Het model van het elektronisch identiteitsdocument is conform het model opgesteld in de bijlage N-Model 3 van dit besluit.
   De gegevens die op het elektronisch identiteitsdocument vermeld worden, zowel die welke zichtbaar zijn met het blote oog als die welke leesbaar zijn met behulp van een kaartlezer, met uitzondering van de foto van de houder en het Rijksregisternummer, kunnen gelezen en/of geregistreerd worden overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake bescherming van de persoonlijke levenssfeer en veiligheid van persoonsgegevens of met de vrije, specifieke en geïnformeerde toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de houder van het elektronisch identiteitsdocument of, indien hij/zij de leeftijd heeft bereikt die is bepaald in artikel 7 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, van de houder zelf. Het Rijksregisternummer en de foto van de houder mogen uitsluitend gebruikt worden als het desbetreffende gebruik gemachtigd is krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie.]1
  ----------
  (1)<KB 2023-04-07/54, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 30-10-2023>

Art. 16quater.<ingevoegd bij KB 2006-10-18/31, art. 3; Inwerkingtreding : 31-10-2006> [2 De geldigheidsduur van het elektronisch identiteitsdocument is vastgelegd op drie jaar vanaf de datum waarop dit document aangevraagd wordt.]2 Dit document vervalt niet bij verandering van de hoofdverblijfplaats.
  ----------
  (1)<KB 2013-10-22/07, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2014>
  (2)<KB 2023-04-07/54, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 30-10-2023>

Art. 16quinquies.<ingevoegd bij KB 2006-10-18/31, art. 3; Inwerkingtreding : 31-10-2006> § 1. Het elektronisch identiteitsdocument bevat volgende informatiegegevens die met het blote oog zichtbaar zijn en die op elektronische wijze leesbaar zijn : de naam, de eerste twee voornamen, de eerste letter van de derde voornaam, de nationaliteit, [1 de geboortedatum]1, de gemeente en de afgiftedatum, het geslacht, de foto van de houder, het identificatienummer van het Rijksregister, het nummer van het identiteitsdocument alsmede de einddatum van de geldigheid van het document.
  De informatiegegevens die enkel elektronisch leesbaar zijn, zijn [1 de geboorteplaats]1 de identiteitssleutel en het identiteitscertificaat, de hoofdverblijfplaats van de houder, de informatie nodig voor de authentificatie van het document en voor de beveiliging van de elektronisch leesbare gegevens voorkomend op het document en voor het gebruik van het bijhorend gekwalificeerd certificaat, en de geaccrediteerde certificatiedienstverlener.
  Zijn eveneens enkel met het blote oog zichtbaar : [1 ...]1 de identiteit van de ouders, een informatieve tekst en een telefoonnummer in geval van dringendheid.
  § 2. Het in het tweede lid van paragraaf 1 bedoelde identiteitscertificaat kan niet geactiveerd worden voordat het kind de leeftijd van zes jaar heeft bereikt.
  ----------
  (1)<KB 2023-04-07/54, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 30-10-2023>

Art. 16sexies.<ingevoegd bij KB 2006-10-18/31, art. 3; Inwerkingtreding : 31-10-2006> Bij verlies, diefstal of vernieling van het elektronisch identiteitsdocument dienen de persoon of de personen die het ouderlijke gezag uitoefenen over een Belgisch kind onder de twaalf jaar onverwijld aangifte daarvan te doen bij het gemeentebestuur van hun hoofdverblijfplaats of, indien dit niet mogelijk is, bij de helpesk bedoeld in artikel 6ter van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten. De aangifte bij de helpdesk ontslaat er niet van ook aangifte te doen bij de gemeente.
  § 2. [1 Bij melding aan de gemeente of aan de helpdesk van verlies, vernietiging of diefstal van een elektronisch identiteitsdocument door de persoon of de personen die het ouderlijke gezag over een Belgisch kind onder de twaalf jaar uitoefenen, wordt de elektronische functie van het identiteitsdocument onmiddellijk ingetrokken en wordt het identiteitsdocument geannuleerd.]1
  § 3. Wordt het identiteitsdocument terugen zeven dagen na de melding, melden de pegevonden nadat het werd vernieuwd, moet het worden ingeleverd bij het gemeentebestuur.
  Een Belgisch kind onder de twaalf jaar mag in geen geval houder zijn van meer dan één identiteitsdocument.
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/28, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

Art. 16septies. <ingevoegd bij KB 2006-10-18/31, art. 3; Inwerkingtreding : 31-10-2006> De kosten voor de aanmaak van elektronische identiteitsdocumenten worden door de Minister van Binnenlandse Zaken ingevorderd bij wege van ambtshalve voorafnemingen op de rekening die op naam van de gemeenten geopend is bij een kredietinstelling die, naargelang van het geval, voldoet aan de artikelen 7, 65 of 66 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en toezicht op de kredietinstellingen.

HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art.17. Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 14 november 1955 tot instelling van een identiteitsbewijs voor kinderen beneden twaalf jaar;
  2° artikel 50 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Art.18. Dit besluit treedt in werking op een januari van het jaar dat volgt op het jaar van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art.19. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Model 1.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-12-1996, p. 31740).

Art. N2.
  <Opgeheven bij KB 2023-10-27/20, art. 15, 006; Inwerkingtreding : 15-01-2023>

Art. N3.[1 bijlage N-Model 3]1

   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-10-2023, p. 97347)
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2023-04-07/54, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 30-10-2023>