Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

18 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de identiteitsstukken en -bewijzen voor kinderen onder de twaalf jaar.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Overgangsbepaling.
Art. 4
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding- en slotbepaling.
Art. 5-6
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1996000625 



Uitvoeringsbesluit(en):

2009000117 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de identiteitsstukken en -bewijzen voor kinderen onder de twaalf jaar.
Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de identiteitsstukken en -bewijzen voor kinderen onder de twaalf jaar wordt vervangen als volgt :
  " Koninklijk besluit betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar ".

Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 6bis. De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt de datum vanaf dewelke het identiteitsbewijs enkel nog aan vreemde kinderen wordt afgegeven. ".

Art.3. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIIbis ingevoegd, luidende :
  " Hoofdstuk IIIbis : Het elektronisch identiteitsdocument.
  Art. 16bis. Op verzoek van de persoon of de personen die het ouderlijke gezag uitoefenen over een Belgisch kind onder de twaalf jaar wordt een elektronisch identiteitsdocument afgegeven op naam van dit kind.
  Dit document wordt afgegeven door de gemeente waar het Belgisch kind in de bevolkingsregisters is ingeschreven.
  Het kan het identiteitsstuk beschreven in hoofdstuk I vervangen.
  Art. 16ter. Het elektronisch identiteitsdocument is gelijkvormig aan het ID 1-model en bevat een elektronische microprocessor. Het stemt overeen met het hier bijgevoegde model (model 3).
  Het identiteitsdocument vertoont alle waarborgen die vereist worden door de heersende Europese normen en standaarden.
  Art. 16quater. De geldigheidsduur van het elektronisch identiteitsdocument is vastgesteld op maximum drie jaar te rekenen vanaf de datum van afgifte, maar hij is nochtans beperkt tot de dag voorafgaand aan de dag waarop de houder van het document de leeftijd van twaalf jaar bereikt. Dit document vervalt niet bij verandering van de hoofdverblijfplaats.
  Art. 16quinquies. § 1. Het elektronisch identiteitsdocument bevat volgende informatiegegevens die met het blote oog zichtbaar zijn en die op elektronische wijze leesbaar zijn : de naam, de eerste twee voornamen, de eerste letter van de derde voornaam, de nationaliteit, de geboorteplaats en -datum, de gemeente en de afgiftedatum, het geslacht, de foto van de houder, het identificatienummer van het Rijksregister, het nummer van het identiteitsdocument alsmede de einddatum van de geldigheid van het document.
  De informatiegegevens die enkel elektronisch leesbaar zijn, zijn de identiteitssleutel en het identiteitscertificaat, de hoofdverblijfplaats van de houder, de informatie nodig voor de authentificatie van het document en voor de beveiliging van de elektronisch leesbare gegevens voorkomend op het document en voor het gebruik van het bijhorend gekwalificeerd certificaat, en de geaccrediteerde certificatiedienstverlener.
  Zijn eveneens enkel met het blote oog zichtbaar : de handtekening van de gemeenteambtenaar, de identiteit van de ouders, een informatieve tekst en een telefoonnummer in geval van dringendheid.
  § 2. Het in het tweede lid van paragraaf 1 bedoelde identiteitscertificaat kan niet geactiveerd worden voordat het kind de leeftijd van zes jaar heeft bereikt.
  Art. 16sexies. Bij verlies, diefstal of vernieling van het elektronisch identiteitsdocument dienen de persoon of de personen die het ouderlijke gezag uitoefenen over een Belgisch kind onder de twaalf jaar onverwijld aangifte daarvan te doen bij het gemeentebestuur van hun hoofdverblijfplaats of, indien dit niet mogelijk is, bij de helpdesk bedoeld in artikel 6ter van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten. De aangifte bij de helpdesk ontslaat er niet van ook aangifte te doen bij de gemeente.
  § 2. Bij melding aan de gemeente of aan de helpdesk van verlies of diefstal van een elektronisch identiteitsdocument door de persoon of de personen die het ouderlijke gezag over een Belgisch kind onder de twaalf jaar uitoefenen, wordt de elektronische functie van het identiteitsdocument onmiddellijk geschorst.
  Indien het verloren of gestolen identiteitsdocument niet wordt teruggevonden binnen zeven dagen na de melding of in geval van vernieling, annuleert de gemeente het verloren, gestolen of vernielde elektronisch identiteitsdocument en vraagt aan de certificatiedienstverlener om de elektronische functie van dit identiteitsdocument in te trekken.
  Indien het verloren of gestolen identiteitsdocument wordt teruggevonden binnen zeven dagen na de melding, melden de persoon of de personen die het ouderlijke gezag over een Belgisch kind onder de twaalf jaar uitoefenen dit aan de gemeente van hun hoofdverblijfplaats. De gemeente geeft de certificatiedienstverlener de opdracht de elektronische functie van het identiteitsdocument te reactiveren.
  § 3. Wordt het identiteitsdocument teruggevonden nadat het werd vernieuwd, moet het worden ingeleverd bij het gemeentebestuur.
  Een Belgisch kind onder de twaalf jaar mag in geen geval houder zijn van meer dan één identiteitsdocument.
  Art. 16septies. De kosten voor de aanmaak van elektronische identiteitsdocumenten worden door de Minister van Binnenlandse Zaken ingevorderd bij wege van ambtshalve voorafnemingen op de rekening die op naam van de gemeenten geopend is bij een kredietinstelling die, naargelang van het geval, voldoet aan de artikelen 7, 65 of 66 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en toezicht op de kredietinstellingen. "

HOOFDSTUK II. - Overgangsbepaling.
Art.4. § 1. Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit hebben de persoon of de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen over een Belgisch kind onder de twaalf jaar en die in de gemeenten Bornem, Houthalen-Helchteren, Luik, Koekelberg, Oostende en Ottignies-Louvain-la-Neuve verblijven, de mogelijkheid zich een elektronisch identiteitsdocument op naam van dat kind te laten afgeven.
  De Minister van Binnenlandse Zaken kan andere gemeenten aanwijzen waarin de afgifte van het elektronisch identiteitsdocument zal worden toegestaan.
  De Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Werk bepalen de datum vanaf dewelke deze gemeenten enkel nog het elektronisch identiteitsdocument afgeven.
  § 2. De persoon of personen, waarvan het kind waarover zij het ouderlijke gezag uitoefenen een elektronisch identiteitsdocument bezit, en die hun hoofdverblijfplaats overbrengen van een proefgemeente naar een gemeente die het elektronische identiteitsdocument niet aflevert, moeten het adres op het elektronisch identiteitsdocument laten aanpassen bij de nieuwe gemeente van verblijf.
  § 3. De Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Werk bepalen de datum vanaf dewelke het elektronisch identiteitsdocument voor de Belgische kinderen onder de twaalf jaar in alle gemeenten van het land wordt afgegeven.
  § 4. De identiteitsbewijzen afgegeven aan Belgische kinderen onder de twaalf jaar voor de inwerkingtreding van dit besluit blijven geldig tot het verstrijken ervan.

HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding- en slotbepaling.
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art.6. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Werk zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 18 oktober 2006.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  P. DEWAEL
  De Minister van Werk,
  P. VANVELTHOVEN

BIJLAGE.
Art. N. Model 3.
  (Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 31-10-2006, p. 58420).
  Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 18 oktober 2006.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  P. DEWAEL
  De Minister van Werk,
  P. VAN VELTHOVEN.