Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1996000625  2009000117 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 6 van het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar wordt gewijzigd als volgt :
  - in het eerste lid worden de woorden "niet-Belgisch" ingevoegd tussen de woorden "gezag uitoefenen over een" en " kind";
  - het derde lid wordt vervangen als volgt :
  "Het identiteitsbewijs mag worden afgeleverd, in geval van plaatsing van het niet-Belgisch kind door de jeugdrechtbank of door een comité voor bijzondere jeugdzorg in een pleeggezin of een pleeginstelling, aan de pleegouder(s) of aan de verantwoordelijke van de pleeginstelling, onder voorwaarde van het voorleggen van een bewijs van de gerechtelijke beslissing of de beslissing van het comité voor bijzondere jeugdzorg die het niet-Belgisch kind toevertrouwt aan de pleegouder(s) of aan een pleeginstelling.
  Deze personen moeten desgevallend ook aangifte doen van verlies, diefstal of vernieling van het document."

Art.2. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 11. Elk identiteitsbewijs is voorzien van een nummer dat bestaat uit het jaartal in twee cijfers en een reeksnummer van maximaal zes cijfers dat door de gemeente wordt toegekend."

Art.3. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
  "Dit geldt eveneens indien het identiteitsdocument wordt aangevraagd door de personen bedoeld in artikel 6, derde lid en in artikel 16bis, § 1, tweede lid".

Art.4. Artikel 16bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2006, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 16bis.- § 1. Van bij de geboorte kan een elektronisch identiteitsdocument op naam van een Belgisch kind onder de twaalf jaar worden uitgereikt door de gemeente waar het Belgisch kind ingeschreven is in de bevolkingsregisters. Het wordt uitgereikt op verzoek aan de persoon of de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen over het Belgisch kind onder de twaalf jaar.
  Het mag worden afgeleverd, in geval van plaatsing van het Belgisch kind door de jeugdrechtbank of door een comité voor bijzondere jeugdzorg in een pleeggezin of een pleeginstelling, aan de pleegouder(s) of aan de verantwoordelijke van de pleeginstelling, onder voorwaarde van het voorleggen van een bewijs van de gerechtelijke beslissing of de beslissing van het comité voor bijzondere jeugdzorg die het Belgisch kind toevertrouwt aan de pleegouder(s) of aan een pleeginstelling.
  Deze moeten desgevallend ook aangifte doen van verlies, diefstal of vernieling van het document.
  § 2. Het elektronisch identiteitsdocument, afgegeven op naam van een Belgisch kind onder de twaalf jaar, blijft geldig tot zijn vervaldatum zelfs als het kind de volle leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt".

Art.5. In artikel 16quater van hetzelfde besluit wordt in de eerste zin het zinsdeel ", maar hij is nochtans beperkt tot de dag voorafgaand aan de dag waarop de houder van het document de leeftijd van twaalf jaar bereikt" opgeheven.

Art.6. Hoofdstuk I - Het identiteitsstuk - van het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteits-documenten voor kinderen onder de twaalf jaar, wordt opgeheven.

Art.7. Artikel 6bis van het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar, wordt opgeheven.

Art.8. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden "50 F" vervangen door de woorden "twee euro".

Art.9. In de artikelen 12 en 16 van hetzelfde besluit worden de woorden "in de hoofdstukken I en II" vervangen door de woorden "in hoofdstuk II".

Art.10. In de artikelen 13, 14 en 15 van hetzelfde besluit worden de woorden "in de hoofdstukken I en II" vervangen door de woorden "in de hoofdstukken II en IIIbis".

Art.11. Het ministerieel besluit van 3 maart 2009 houdende beslissing om het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar veralgemeend in te voeren, wordt opgeheven.

Art. 12. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.