20 JULI 1994. - Besluit van de Vlaamse regering houdende diverse maatregelen inzake subsidiëring van de beschutte tewerkstelling door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap.
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 83 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen wordt tussen het eerste en tweede lid een lid ingevoegd dat luidt als volgt :
" Voor de beschutte werkplaatsen wordt voor de toepassing van vorig lid geen rekening gehouden met de afschrijving die in mindering gebracht werd op de subsidie voor onderhoud. "
Art.2. Artikel 6 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten die door de beschutte werkplaatsen worden gedragen, wordt opgeheven.
Art.3. Het ministerieel besluit van 17 januari 1978 houdende vaststelling van de criteria van toekenning der toelagen voor onderhoud van de beschutte werkplaatsen, gewijzigd bij ministerieel besluit van 4 augustus 1981 en bij besluit van de Vlaamse regering van 7 maart 1990, wordt aangevuld met een artikel 1bis dat luidt als volgt :
" Art. 1bis. De bij dit besluit bedoelde subsidie wordt slechts verleend in zoverre het totaal van de overeenkomstig de artikelen 2 tot 4 berekende subsidie voor het desbetreffende kwartaal één vierde overschrijdt van de afschrijving die de werkplaats krachtens de subsidiebeslissing op de subsidie voor onroerende investeringen moet verrichten voor het jaar dat twee jaar het werkingsjaar voorafgaat voor hetwelk de bij dit besluit bedoelde subsidie wordt toegekend.
De aan een andere rechtspersoon ten gunste van een beschutte werkplaats verleende subsidies voor onroerende investeringen worden voor de toepassing van dit artikel beschouwd als zijnde verleend aan de beschutte werkplaats, met dien verstande dat, voor de toepassing van vorig lid, de huurprijs die de werkplaats aan de gesubsidieerde rechtspersoon betaalt van de afschrijving afgetrokken wordt. "
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1995.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 juli 1994.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Gezondheidsinstellingen, Welzijn en Gezin,
Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER