Details





Titel:

14 JANUARI 1994. - KONINKLIJK BESLUIT houdende het statuut van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-03-2006 en tekstbijwerking tot 17-04-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-6, 6/1, 6/2, 6/3, 7-9, 9/1, 9/2, 9/3, 9/4, 9/5, 9/6, 9/7, 9/8, 9/9, 10-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. Het bestuur van de Veiligheid van de Staat van het Ministerie van Justitie wordt geleid door een administrateur-generaal en een adjunct-administrateur-generaal.

Art.2.De administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat wordt op de voordracht van de Minister van Justitie [1 na advies van de in Raad vergaderde Ministers]1 door Ons aangesteld voor een termijn van vijf jaar.
  Het mandaat is [1 eenmaal]1 hernieuwbaar .
  [1 Als zijn mandaat niet hernieuwd wordt, kan het verlengd worden met maximum zes maanden tot het mandaat begint van de administrateur-generaal die aangewezen werd om hem op te volgen.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-01-29/03, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>

Art.3.Om aangesteld te worden tot administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat, moet men :
  1° Belg zijn;
  2° de burgerlijke en politieke rechten genieten;
  3° [1 een diploma van doctor, licentiaat of master in de rechten hebben dat is uitgereikt door een universiteit van de Europese Unie;
  4° minstens vijfendertig jaar;
  5° gedurende minstens tien jaar gerechtelijke, academische of administratieve functies in België hebben uitgeoefend of over zes jaar managementervaring beschikken in het domein van de veiligheid]1 ;
  6° een grondige kennis van het Nederlands en het Frans bezitten en voldoende kennis hebben van het Duits en het Engels;
  7° doen blijken van voldoende ervaring in het behandelen van dossiers inzake de georganiseerde misdaad, spionage en terrorisme;
  8° ervaring hebben inzake de internationale betrekkingen.
  ----------
  (1)<KB 2006-03-05/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 07-03-2006>

Art.4.De adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat wordt op de voordracht van de Minister van Justitie door Ons aangesteld voor een termijn van vijf jaar. Hij behoort tot een ander taalstelsel dan dat van de administrateur-generaal.
  Het mandaat is [1 eenmaal]1 hernieuwbaar.
  [1 Als zijn mandaat niet hernieuwd wordt, kan het verlengd worden met maximum zes maanden tot het mandaat begint van de adjunct-administrateur-generaal die aangewezen werd om hem op te volgen.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-01-29/03, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>

Art.5.Om aangesteld te worden tot adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat, moet men :
  1° Belg zijn;
  2° de burgerlijke en politieke rechten genieten;
  3° [1 een diploma van doctor, licentiaat of master [2 ...]2 hebben dat is uitgereikt door een universiteit van de Europese Unie;
  4° minstens dertig jaar;
  5° gedurende minstens zes jaar gerechtelijke, academische of administratieve functies in België hebben uitgeoefend, of over minstens vier jaar managementervaring beschikken in het domein van de veiligheid]1 ;
  6° een grondige kennis van het Nederlands en het Frans bezitten en voldoende kennis hebben van het Duits en het Engels;
  7° doen blijken van voldoende ervaring in het behandelen van dossiers inzake de georganiseerde misdaad, spionage en terrorisme;
  8° ervaring hebben inzake de internationale betrekkingen.
  ----------
  (1)<KB 2006-03-05/30, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 07-03-2006>
  (2)<KB 2014-01-29/03, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>

Art.6. De vacatures worden in. een bericht in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. In dit bericht worden de gegadigden opgeroepen hun aanspraken aan te voeren, wordt vastgesteld wanneer de sollicitaties moeten zijn ingediend en bij welke overheid. Voorts wordt beschreven welke functies bij de openstaande betrekking horen en aan welke voorwaarden moet worden voldaan om die functies te kunnen uitoefenen.

Art.6/1. [1 Wanneer de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal gedurende ten minste zes maanden afwezig zijn, of wanneer zij voorzien afwezig te zijn voor een periode van ten minste zes maanden, kan de Minister van Justitie een tijdelijke vervanger aanduiden onder:
   1° de mandaathouders bij de Veiligheid van de Staat;
   2° of de bij de Veiligheid van de Staat geaffecteerde Rijksambtenaren van de klasse A4 of A5.
   Onder mandaathouders bij de Veiligheid van de Staat wordt begrepen de functies bedoeld in de artikelen 2 en 4 van dit besluit, de functies bedoeld in artikel 4bis van het koninklijk besluit van 5 december 2006 betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat en de functie bedoeld in artikel 102, 1° van het koninklijk besluit van 13 december 2006 houdende het statuut van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat.
   De aangestelde vervanger dient aan de voorwaarden te voldoen, vervat in artikel 3 bij een vervanging van de administrateur-generaal of in artikel 5 bij een vervanging van de adjunct-administrateur-generaal.
   Wanneer meerdere personen aan de voorwaarden vastgesteld in het eerste en tweede lid voldoen, worden hun bekwaamheidsbewijzen en verdiensten vergeleken.
   Wanneer geen enkele persoon de tijdelijke vervanging aanvaardt of wanneer zij niet aan de voorwaarden vastgesteld in het eerste en tweede lid voldoen, kan de Minister van Justitie een Rijksambtenaar aanstellen, die voorheen werd aangesteld in een management- of staffunctie overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten en die houder is van een veiligheidsmachtiging `ZEER GEHEIM' in de zin van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2023-04-07/04, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 17-04-2023>


Art.6/2. [1 De ambtenaar die als tijdelijke vervanger wordt aangesteld, ontvangt gedurende de vervangingsperiode een weddecomplement dat overeenstemt met het verschil tussen de weddeschaal van de klasse waarin hij is benoemd en de salarisband waaraan de mandaatfunctie waarin hij tijdelijk wordt aangesteld, is gekoppeld.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2023-04-07/04, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 17-04-2023>


Art.6/3. [1 De tijdelijke aanstelling eindigt van rechtswege:
   a) wanneer de afwezige mandaathouder zijn werk hervat;
   b) wanneer een nieuwe mandaathouder wordt aangesteld;
   c) wanneer een mandaat ten einde loopt en de afwezige mandaathouder zijn werk niet heeft hervat.
   In afwijking van het eerste lid, a, en artikel 6/1, wordt de tijdelijke vervanging verdergezet voor een periode van één maand om de overdracht van lopende dossiers mogelijk te maken. De voordien afwezige mandaathouder herneemt zijn functie in volheid van bevoegdheid.
   In geval van een nieuwe afwezigheid van minstens één maand binnen de zes maanden van de teruggekeerde voorheen afwezige mandaathouder, kan dezelfde tijdelijke vervanger onmiddellijk worden aangesteld door de Minister van Justitie om de functie te vervullen.
   In afwijking van het eerste lid, c, kan de tijdelijke vervanging worden verdergezet tot maximum 6 maanden na het aflopen van het mandaat, in afwachting van de aanstelling van een nieuwe mandaathouder. Deze periode kan omwille van legitieme redenen door de Minister van Justitie worden verlengd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2023-04-07/04, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 17-04-2023>


Art.7. De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal staan onder het rechtstreekse gezag van de Minister van Justitie.

Art.8. De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat zijn onderworpen aan dezelfde onverenigbaarheidsregels als de magistraten van de rechterlijke orde.

Art.9. Op voorstel van de Minister van Justitie kunnen Wij wegens ernstige plichtsverzuim de aanstelling van de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal beëindigen.
  De Minister van Justitie maakt daartoe een vooraf met redenen omkleed verslag op dat ter kennis wordt gebracht van belanghebbende.
  De belanghebbende wordt over dit verslag gehoord door de Minister van Justitie binnen de maand na kennisgeving. De termijn bedraagt vijftien dagen. Hij ken zich laten bijstaan door een persoon naar keuze.
  Het definitieve voorstel wordt schriftelijk geformuleerd, met redenen omkleed aan de belanghebbende medegedeeld binnen de tien dagen na het verhoor.
  Tegen dit voorstel kan de belanghebbende beroep instellen bij de raad van beroep voor opperambtenaren volgens de nadere regels bepaald bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel.

Art. 9/1. [1 De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal worden tijdens hun mandaat jaarlijks geëvalueerd. De eerste viercycli worden met een tussentijdse evaluatie afgesloten. De laatste cyclus eindigt zes maanden vóór het verstrijken van het mandaat en wordt met een eindevaluatie afgesloten.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-29/03, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>

Art. 9/2. [1 De evaluatie van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal handelen over :
  1° de verwezenlijking van de doelstellingen bepaald in het strategisch plan en de actieplannen bedoeld in artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 5 december 2006 betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat;
  2° de manier waarop deze doelstellingen al dan niet werden verwezenlijkt;
  3° de persoonlijke bijdrage van de houder van de functie aan de verwezenlijking van deze doelstellingen;]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-29/03, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>

Art. 9/3. [1 De evaluatie wordt uitgevoerd door :
  1° de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse zaken voor wat de administrateur-generaal betreft;
  2° de minister van Justitie, en de minister van Binnenlandse zaken daarin bijgestaan door de administrateur-generaal, voor wat de adjunct-administrateur-generaal betreft.
  Na afloop van het evaluatiegesprek stellen de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken een evaluatieverslag op en formuleren een evaluatie vermelding.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-29/03, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>

Art. 9/4.[1 Het evaluatieverslag wordt binnen dertig dagen na het evaluatiegesprek tegen ontvangstbewijs bezorgd aan :
  1° [2 de Nationale Veiligheidsraad]2 en de administrateur-generaal;
  2° de adjunct-administrateur-generaal wat betreft zijn evaluatie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-29/03, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>
  (2)<KB 2015-09-08/02, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 28-01-2015>

Art. 9/5. [1 § 1. Elke evaluatie wordt afgesloten met één van de volgende vermeldingen : "uitstekend", "voldoet aan de verwachtingen", "te ontwikkelen", of "onvoldoende".
  Er wordt geen rekening gehouden met de doelstellingen waarvan het niet bereiken geenszins afhing van de verantwoordelijkheid van de geëvalueerde.
  § 2. De evaluatie wordt besloten met de vermelding "onvoldoende" wanneer uit de evaluatie blijkt dat het functioneren van de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal onder het verwachte niveau ligt en/of dat de doelstellingen bedoeld in artikel 9/2 niet bereikt werden en/of dat de wijze waarop deze doelstellingen bereikt werden niet optimaal was en/of dat de betrokkene slechts een kleine persoonlijke bijdrage heeft geleverd tot de verwezenlijking van deze doelstellingen.
  De evaluatie wordt besloten met de vermelding "te ontwikkelen" als eruit blijkt dat het functioneren van de van de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal enigszins onder het verwachte niveau ligt en/of de doelstellingen bepaald in het artikel 9/2 slechts gedeeltelijk zijn verwezenlijkt en/of de wijze waarop de doelstellingen bereikt werden en de persoonlijke bijdrage van de geëvalueerde aan het behalen van de doelstellingen niet volkomen toereikend zijn geweest.
  De evaluatie wordt besloten met de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" als eruit blijkt dat de meeste doelstellingen bepaald in het artikel 9/2 werden verwezenlijkt en dat de wijze waarop de doelstellingen bereikt werden alsook de persoonlijke bijdrage van de geëvalueerde aan het behalen van de doelstellingen toereikend zijn geweest.
  De evaluatie wordt besloten met de vermelding "uitstekend" als eruit blijkt dat alle doelstellingen bepaald in het artikel 9/2 werden verwezenlijkt en dat sommige overtroffen werden, dat de wijze waarop de doelstellingen bereikt werden optimaal is geweest en dat bovendien de persoonlijke bijdrage van de houder van de managementfunctie de verwachtingen heeft overtroffen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-29/03, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>

Art. 9/6. [1 Het evaluatiedossier bestaat uit de volgende elementen :
  1° een identificatiefiche met de persoonlijke gegevens en het aanstellingsbesluit;
  2° de functiebeschrijving;
  3° het strategisch plan en het (de) actieplan(nen) evenals, desgevallend, de opeenvolgende aanpassingen die hieraan werden aangebracht;
  4° in voorkomend geval ieder ander document dat inzicht verschaft in de aanpassingen, de afspraken en de schikkingen;
  5° de evaluatieverslagen;
  6° eventueel dossier van het ingestelde beroep.
  De betrokkene kan in zijn evaluatiedossier documenten laten toevoegen.
  De evaluatiedossiers worden bewaard bij de directeur van de stafdienst personeel en organisatie van de federale overheidsdienst Justitie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-29/03, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>

Art. 9/7. [1 De administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal mogen hun evaluatiedossier raadplegen.
  De toegang tot deze dossiers wordt eveneens verleend aan de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-29/03, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>

Art. 9/8.[1 § 1. De administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal wiens tussentijdse evaluatie resulteert in de vermelding "onvoldoende" of wiens eindevaluatie niet resulteert in de vermelding "uitstekend" kan, per aangetekende brief, geadresseerd aan de minister van Justitie,,beroep instellen bij [2 de Nationale Veiligheidsraad]2, binnen vijftien dagen na de kennisgeving van het evaluatieverslag.
  § 2. De Minister van Justitie maakt binnen de 10 dagen na ontvangst van de aangetekende brief het beroep en het evaluatiedossier over aan het beroepsorgaan.
  De beroep werkt schorsend. In dat geval wordt het mandaat verlengd tot het einde van de beroepsprocedure zoals beschreven in dit artikel.
  § 3. De minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken zijn aanwezig en nemen deel aan de beraadslaging.
  § 4. De administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal wordt opgeroepen, uiterlijk vijf dagen voor de hoorzitting, ten einde zijn verweermiddelen uiteen te zetten. Hij dient persoonlijk te verschijnen. Hij mag zich laten bijstaan door een persoon naar keuze.
  Indien de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal, ofschoon behoorlijk opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt, doet het beroepsorgaan uitspraak op grond van de stukken van het dossier. Hetzelfde geldt zodra de zaak van de tweede maal ter hoorzitting komt, zelfs indien de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal een geldige reden kan aanvoeren.
  Het beroepsorgaan hoort iedereen en verzamelt alle nodige gegevens opdat het met volle kennis van zaken zich kan uitspreken.
  § 5. Het beroepsorgaan kan slechts op een rechtsgeldige manier de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal horen en beraadslagen voor zover de meerderheid van de leden aanwezig is.
  De stemming is geheim. Bij staking van stemmen bestaat het advies in het voorstel om de vermelding toe te kennen die onmiddellijk hoger is dan deze die toegekend was.
  § 6. Het beroepsorgaan brengt zijn advies uit binnen de maand na het indienen van het beroep en brengt de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal zo snel mogelijk op de hoogte van zijn beslissing.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-29/03, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>
  (2)<KB 2015-09-08/02, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 28-01-2015>

Art. 9/9. [1 § 1. Als de eindevaluatie afgesloten wordt met de vermelding "uitstekend" of "voldoet aan de verwachtingen", wordt het mandaat van de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal hernieuwd voor een periode van vijf jaar.
  § 2. Wanneer de evaluatie, bedoeld in artikel 9/1, leidt tot een vermelding "te ontwikkelen" dan wordt het mandaat niet automatisch hernieuwd en wordt een nieuwe selectieprocedure opgestart.
  § 3. Wanneer de evaluatie, bedoeld in artikel 9/1, leidt tot een vermelding "onvoldoende", eindigt het mandaat van de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal op de eerste dag van de maand na die waarin de vermelding werd toegekend en de uittredende titularis van de functie mag niet opnieuw zijn kandidatuur stellen.
  De houder van de functie van administrateur-generaal of adjunct-administrateur-generaal van wie het mandaat werd beëindigd omwille van een vermelding "onvoldoende" of na een nieuwe benoeming ten gevolge van een evaluatie "te ontwikkelen" en die geen beroepsinkomen of rustpensioen geniet of zou kunnen genieten, ontvangt een beëindigingvergoeding.
  De beëindigingsvergoeding wordt berekend overeenkomstig de regels vastgelegd in artikel 21 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-29/03, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-02-2014>

Art.10. Het geldelijk statuut van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal wordt door Ons vastgesteld.
  Onder voorbehoud van de bepalingen van dit besluit en van de bepalingen inzake sociale zekerheid die van toepassing zijn op de ambtenaren die niet vast benoemd zijn, is het administratief statuut van het rijkspersoneel van toepassing op de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal.

Art.11. De Minister van Justitie stelt het personeel van het bestuur Veiligheid van de Staat alsook de middelen die nodig zijn voor de uitvoering van hun opdracht, ter beschikking van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat.

Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 13. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.