Details





Titel:

21 JANUARI 1993. - Koninklijk besluit betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, ten gunste van sommige personeelsleden uit de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten [...]. <KB2017-02-25/02, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017> (NOTA : art.1, wat betreft de vrijwillige leden van het operationeel personeel van de hulpverleningszones, gewijzigd met ingang op een onbepaalde datum bij KB2017-02-25/02, art. 10; Inwerkingtreding : onbepaald )(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-07-2014 en tekstbijwerking tot 15-05-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen.
Art. 4-5
HOOFDSTUK IV. - Kosten van dokter, chirurg, apotheker, verpleging, prothese en orthopedie, alsmede loonverlies, [1 verplaatsings-, overnachtings- ]1 en begrafeniskosten.
Art. 6-9
HOOFDSTUK V. - Administratieve procedure.
Afdeling 1. - Aanvraag om schadeloosstelling voor beroepsziekte.
Art. 10-11
Afdeling 2. - Het onderzoek.
Art. 12
Afdeling 3. - De administratieve beslissing.
Art. 13
Afdeling 4. - De herziening in geval van blijvende [1 ongeschiktheid]1.
Art. 14-15
Afdeling 5. - Procedure van beroep.
Art. 16
HOOFDSTUK VI. - Bedrag van de renten.
Art. 17-20
HOOFDSTUK VII. - Bezoldiging ingeval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid.
Art. 21-23
HOOFDSTUK VIII. - Betaling van de vergoedingen en renten.
Art. 24
HOOFDSTUK IX. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 25-29



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991022219 



Uitvoeringsbesluit(en):

2014022394  2017206292  2020202524  2024201860 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "de overheid" : de bestendige deputatie van de provincieraad ingeval de betrokkene personeelslid van de provincie is of was; het college van burgemeester en schepenen, indien de betrokkene personeelslid van de gemeente is of was; het orgaan dat met het dagelijks beheer belast is, ingeval de betrokkene personeelslid van een aan de provincie of de gemeente ondergeschikt, openbaar bestuur is of was; de raad van bestuur indien de betrokkene personeelslid van een intercommunale is of was; de raad voor maatschappelijk welzijn indien de betrokkene personeelslid van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van een intercommunaal centrum voor maatschappelijk welzijn is of was; de raad van bestuur indien de betrokkene personeelslid van een vereniging van openbare centra voor maatschappelij welzijn is of was; het uitvoerend college indien de betrokkene personeelslid van een agglomeratie of federatie van gemeenten is of was; het College, indien de betrokkene personeelslid van een dienst van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie of van de Franse Gemeenschapscommissie is of was [1 de gemeenteraad indien de betrokkene lid is of was van het personeel van de lokale politie, voor een ééngemeentezone; de Politieraad, als de betrokkene lid is of was van het personeel van de lokale politie voor een meergemeentenzone]1 [2 en het college van de hulpverleningszone ingeval de betrokkene personeelslid van de hulpverleningszone is of was]2;
  2° "de wet" : de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor de beroepsziekten in de overheidssector;
  3° "ambt met voledige prestaties" : de betrekking, het ambt of de functie waarvan de uurregeling een normale beroepsactiviteit volledig in beslag neemt;
  4° [3 ...]3
  [4 5° "personeelsleden in dienst genomen bij een overeenkomst voor beroepsopleiding": de bij artikel 2, § 1, 5°, van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, bedoelde personen die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid in een bestuur, dienst of inrichting waarop dit besluit toepassing vindt.]4
  ----------
  (1)<KB 2014-06-29/18, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  (2)<KB 2017-02-25/02, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
  (3)<KB 2017-11-23/22, art. 217, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (4)<KB 2024-04-26/15, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art.2.[1 De regeling inzake schadevergoeding voor beroepsziekten in de overheidssector is van toepassing op de leden van het vast, stagedoend, tijdelijk, hulppersoneel of het personeel dat wordt in dienst genomen door een arbeidsovereenkomst [3 of een overeenkomst voor beroepsopleiding]3, die behoren tot [2 de provinciale en plaatselijke besturen bedoeld in artikel 1, § 1, vierde lid, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders]2.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-06-29/18, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  (2)<KB 2017-02-25/02, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (3)<KB 2024-04-26/15, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.3. Dit besluit is niet van toepassing op het onderwijzend en ermee gelijkgesteld personeel voor wie ter zake van beroepsziekten in een bijzondere regeling is voorzien.

HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen.
Art.4.[1 Overeenkomstig onderhavige bepalingen geven aanleiding tot vergoeding : de beroepsziekten als zodanig erkend ter uitvoering van de artikelen 30 en 30bis van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-06-29/18, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>

Art.5. De schadevergoeding voor een beroepsziekte is verschuldigd wanneer de door de ziekte getroffen persoon aan het beroepsrisico van die ziekte blootgesteld geweest is gedurende de gehele periode of een gedeelte van de periode dat hij tot het personeel, bedoeld in artikel 2, behoorde.
  Behoudens tegenbewijs wordt vermoed dat ieder werk, verricht tijdens de in het vorig lid bedoelde periode bij de in artikel 2 vermelde besturen en instellingen, de getroffene blootgesteld heeft aan het beroepsrisico van de beroepsziekte.

HOOFDSTUK IV. - Kosten van dokter, chirurg, apotheker, verpleging, prothese en orthopedie, alsmede loonverlies, [1 verplaatsings-, overnachtings- ]1 en begrafeniskosten.   ----------   (1)
Art.6. De getroffene heeft recht op de terugbetaling van de kosten van dokter, chirurg, apotheker, verpleging, prothese en orthopedie, overeenkomstig de regeling van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970.

Art.7.Voor de dagen waarop de getroffene op verzoek [1 van Fedris]1 of op beslissing van een arbeidsgerecht zijn arbeid onderbreekt met het oog op een onderzoek voortvloeiend uit of ter voorkoming van een beroepsziekte, is door [2 Fedris]2 aan de getroffene een vergoeding verschuldigd gelijk aan het normale dagloon, verminderd met het loon dat de getroffene eventueel heeft verdiend. Voor de toepassing van de sociale wetgeving worden de dagen van arbeidsonderbreking, gelijkgesteld met werkelijke arbeidsdagen. Zij worden eveneens gelijkgesteld met de dagen van dienstactiviteit.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 218, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 219, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.8.§ 1. De getroffene heeft recht op vergoeding van [1 de verplaatsings- en overnachtingskosten]1 die het gevolg zijn van de beroepsziekte, telkens als hij een verplaatsing moet doen :
  1° op verzoek van de overheid [2 van Fedris]2;
  2° op verzoek van de gerechtelijke overheid, bedoeld in artikel 19 van de wet of van de door die overheid aangeduide expert;
  3° op zijn verzoek, met toestemming [2 van Fedris]2.
  Op de getroffene zijn van toepassing de bepalingen van artikel 36, tweede tot en met vijfde lid, van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.
  § 2. De echtgenoot, [1 de wettelijk samenwonende partner,]1 de kinderen en de ouders van de getroffene hebben recht op vergoeding van [1 de verplaatsings- en overnachtingskosten]1 die het gevolg zijn van de beroepsziekte, onder de voorwaarden en binnen de perken bepaald bij artikel 37 van het voormeld koninklijk besluit van 21 december 1971.
  In afwijking van het voormelde artikel 37, § 4, wordt evenwel de toestemming van de verzekeraar vervangen door de toestemming [2 van Fedris]2.
  ----------
  (1)<KB 2014-06-29/18, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 218, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.9.[1 De vergoeding voor begrafeniskosten wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 4 van het koninklijk besluit van 8 juli 2005 tot regeling van de toekenning van een vergoeding wegens begrafeniskosten in geval van overlijden van een personeelslid van een federale overheidsdienst.]1
  [1 De laatste bruto-activiteitsbezoldiging, bedoeld in artikel 3, § 1, van voornoemd koninklijk besluit is die welke de getroffene laatst heeft verkregen in het bestuur, de dienst of de inrichting waartoe hij behoorde.]1
  De overheid zorgt voor de overbrenging van het stoffelijk overschot naar de plaats van de begrafenis alsmede voor de vervulling van de administratieve formaliteiten vereist voor de overbrenging.
  ----------
  (1)<KB 2014-06-29/18, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>

HOOFDSTUK V. - Administratieve procedure.
Afdeling 1. - Aanvraag om schadeloosstelling voor beroepsziekte.
Art.10.Elke aanvraag om schadeloosstelling voor beroepsziekte moet door de getroffene, zijn rechthebbenden, de chef van de getroffene of ieder ander belanghebbende persoon onder aangetekende omslag of bij aangifte tegen ontvangstbewijs ingediend worden bij de daartoe door de overheid aangewezen dienst of ambtenaar.
  Deze aanwijzing wordt ter kennis van het personeel gebracht.
  De dienst of ambtenaar bedoeld in voorgaand lid stuurt de aanvraag binnen een termijn van twee werkdagen [1 naar Fedris]1.
  Ingeval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid moet de aanvraag worden ingediend, hetzij in de loop van de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid, al dan niet onderbroken door één of meer periodes van werkhervatting, hetzij in de loop van de periode waarin de symptomen van de beroepsziekte aanwezig zijn.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 220, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.11.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, moet de door of namens de getroffene ingediende aanvraag met de volgende stukken gestaafd worden :
  1° een medisch verslag, onder gesloten omslag gericht aan de medisch adviseur [1 van Fedris]1, waarin de arts de aard der beroepsziekte opgeeft, zijn diagnose staaft, de klinische verschijnselen beschrijft waarop hij steunt en de vermoedelijke begindatum van de arbeidsongeschiktheid vermeld. Worden bij het medisch verslag gevoegd : de medische stukken die tot het stellen van de diagnose hebben gediend en inzonderheid de röntgenopnamen ingeval van pneumoconiose;
  2° in geval van pneumoconiose, een opgave van de volledige beroepsloopbaan van de getroffene, zowel in België als in het buitenland, met nauwkeurige vermelding van de namen en adressen van zijn opeenvolgende werkgevers vanaf het begin van zijn beroepsloopbaan, de juiste data van in- en uitdiensttreding en de aard van het werk dat hij bij elk van hen heeft verricht;
  3° in geval van een andere beroepsziekte dan de pneumoconiose, een opgave die nauwkeurig de namen en adressen vermeldt van de laatste drie werkgevers van de aanvrager en die de aard geeft van het werk dat hij bij elk van hen heeft verricht;
  4° indien de aanvraag een aandoening betreft, waarvoor reeds een beslissing tot verwerping werd betekend, een medisch verslag onder gesloten omslag en de bewijsstukken tot vaststelling van der wijzigingen die in de ziektetoestand van de getroffene zijn opgetreden vergeleken bij de medische besluiten waarop de beslissing tot verwerping was gesteund.
  § 2. Om ontvankelijk te zijn, moet de door of namens de rechthebbende ingediende aanvraag met de volgende stukken gestaafd worden.
  1° een document waaruit de hoedanigheid van rechthebbende blijkt;
  2° een medisch verslag, onder gesloten omslag gericht aan de medisch adviseur [1 van Fedris]1, waarin de arts de omstandigheden en de oorzaken van het overlijden vermeldt en zijn diagnose staaft. Moeten worden gevoegd bij het medisch verslag : de medische stukken die tot het stellen van de diagnose hebben gediend;
  3° de documenten vermeld onder § 1, zo geen aanvraag werd ingediend voor het overlijden van de getroffene.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 218, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Afdeling 2. - Het onderzoek.
Art.12.§ 1. [1 Fedris]1 kan alle nuttige maatregelen treffen en inzonderheid de aanvrager, de rechthebbenden of de overheid om alle inlichtingen of documenten verzoeken die nodig zijn voor het onderzoek van het dossier.
  § 2. Hebben deze personen na verloop van vijftien dagen de gevraagde inlichtingen nog niet verstrekt, dan stuurt [1 Fedris]1 een aangetekende herinneringsbrief. Indien hieraan binnen de acht dagen geen gevolg gegeven wordt of geen uitstel wordt vraagd om gegronde redenen, dan doet [1 Fedris]1 uitspraak op grond van de gegevens waarover het beschikt.
  § 3. [1 Fedris]1 deelt zijn besluiten omtrent de schadeloosstelling per aangetekend schrijven mee aan de overheid.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 219, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Afdeling 3. - De administratieve beslissing.
Art.13.§ 1. Zodra de overheid kennis genomen heeft van de besluiten bedoeld in artikel 12, § 3, van dit besluit, gaat zij na of de voorwaarden inzake toekenning van de vergoedingen op grond van de wet en dit besluit, vervuld zijn; zij onderzoekt de elementen van de opgelopen schade en deelt onverwijld aan de getroffene of aan zijn rechthebbende en [2 aan Fedris]2 haar ontwerp-beslissing omtrent de betaling van een rente of van een vergoeding mee.
  § 2. De getroffene of zijn rechthebbende en [1 Fedris]1 zijn verplicht hun opmerkingen per aangetekende brief aan de overheid toe te zenden binnen een maand na de datum van toesturing van de ontwerp-beslissing door de overheid.
  § 3. Indien de opmerkingen van de getroffene of zijn rechthebbenden van medische aard zijn, is de overheid verplicht deze over te maken [2 aan Fedris]2. De overheid kan niet eerder een beslissing nemen dan wanneer [1 Fedris]1 zijn besluiten heeft meegedeeld.
  § 4. Bij ontvangst van de in § 2 bedoelde opmerkingen of bij het verstrijken van de gestelde termijn, of bij ontvangst van de in § 3 bedoelde besluiten, neemt de overheid een met redenen omklede beslissing, waarin de bezoldiging waarop de rente wordt berekend of de lonen die tot basis dienen voor de berekening van vergoedingen, de aard van de ziekte en van de ongeschiktheid, de verminderde arbeidsongeschiktheid en de begindatum van de arbeidsongeschiktheid, worden vermeld.
  § 5. De beslissing wordt per aangtekende brief door de overheid betekend aan de getroffene of aan zijn rechthebbenden, [2 aan Fedris]2 en aan de instellingen van sociale zekerheid belast met de toepassing van de cumulatieregelingen.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 219, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 220, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Afdeling 4. - De herziening in geval van blijvende [1 ongeschiktheid]1.   ----------   (1)
Art.14.§ 1. In geval van blijvende [1 ongeschiktheid]1 kan de getroffene of zijn rechthebbende een aanvraag om herziening indienen overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, eerste, tweede en derde lid van dit besluit. Deze aanvraag moet een medisch verslag onder gesloten omslag bevatten met vermelding van de wijzigingen die zich voordeden in de ongeschiktheidstoestand van de getroffene sedert de datum van de medische besluiten waarop de vroegere door de overheid getroffen beslissing of eventueel het in kracht van gewijsde gegane vonnis of arrest van de gerechtelijke overheid, bedoeld onder artikel 19 van de wet, steunde.
  § 2. Zowel de overheid als [2 Fedris]2 kunnen het initiatief nemen tot een ambtshalve herziening. De overheid vraagt deze ambtshalve herziening bij eenvoudig schrijven gericht [3 aan Fedris]3.
  § 3. Indien de getroffene zich, na twee opeenvolgende oproepingen bij een ter post aangetekende brief, zonder geldige reden bij [2 Fedris]2 niet aanmeldt voor het geneeskundig onderzoek, wordt de uitkering van de vergoedingen geschorst vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de tweede oproeping, tot op de dag dat de getroffene zich aanmeldt.
  ----------
  (1)<KB 2014-06-29/18, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 219, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (3)<KB 2017-11-23/22, art. 220, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.15. De artikelen 12 en 13 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing op de behandeling van de aanvraag om herziening alsmede op de ambtshalve herziening.

Afdeling 5. - Procedure van beroep.
Art.16. In geval van betwisting moeten de getroffene of diens rechthebbenden op straffe van verval de administratieve beslissingen binnen het jaar volgend op de datum van betekening ervan aan de bevoegde arbeidsrechtbank voorleggen. De procedurekosten zijn ten laste van de besturen en instellingen bedoeld in artikel 2 van dit besluit, behalve wanneer de eis roekeloos en tergend is.

HOOFDSTUK VI. - Bedrag van de renten.
Art.17.Voor de vaststelling van het bedrag der renten in geval van blijvende [1 ongeschiktheid]1 of van overlijden, moet onder jaarlijkse bezoldiging worden verstaan iedere door de getroffene, op het ogenblik dat de beroepsziekte werd vastgesteld, verkregen wedde, loon of als wedde of loon geldende vergoeding, verhoogd met de toelagen en vergoedingen die geen werkelijke lasten dekken en die hem uit hoofde van de arbeidsovereenkomst of van het wettelijk of reglementair statuut verschuldigd zijn.
  Voor het bepalen van de jaarlijkse bezoldiging bedoeld in voorgaand lid, wordt geen rekening gehouden met de bezoldigingsvermindering wegens de leeftijd van de getroffene.
  [2 In afwijking van het eerste lid, is voor de vrijwillige leden van het operationeel personeel van de hulpverleningszones de jaarlijkse bezoldiging het bedrag vermeld onder artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet.]2
  [3 Voor de leerlingen en de personeelsleden in dienst genomen bij een overeenkomst voor beroepsopleiding wordt de rente vastgesteld op grond van het bedrag vastgelegd overeenkomstig artikel 38/1, derde lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.]3
  ----------
  (1)<KB 2014-06-29/18, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
  (2)<KB 2020-06-12/04, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 11-03-2020>
  (3)<KB 2024-04-26/15, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.18. In geval van cumulatie van betrekkingen, ambten of functies in één of meer besturen, diensten of instellingen bedoeld in artikel 1 van de wet, wordt de rente, onverminderd het bepaalde in artikel 4, § 1, tweede en derde lid van de wet, berekend rekening houdend met de samengevoegde jaarlijkse bezoldigingen welke aan die verschillende bezigheden zijn verbonden en verschuldigd zijn overeenkomstig de wetgeving inzake cumulaties die erop van toepassing is.

Art.19. Indien de arbeidsduur van de getroffene in één of meer besturen, diensten of instellingen bedoeld in artikel 1 van de wet, op het ogenblik dat de beroepsziekte werd vastgesteld, geregeld minder beloopt dat de normale jaarlijkse arbeidsduur van een ambt met volledige prestaties, wordt de eventueel volgens artikel 17 en 18 vastgestelde jaarlijkse bezoldiging vermeerderd met een hypothetische bezoldiging die betrekking heeft op de periode zonder prestatie.
  Deze hypothetische bezoldiging wordt berekent met inachtneming van de bezoldiging of de bezoldigingen welke aan de getroffene worden uitbetaald binnen de grenzen welke vereist zijn om tot de normale jaarlijkse arbeidsduur van een functie met volledige prestaties te komen.

Art.20.De renten worden per twaalfden en vooraf betaald. Bereikt de graad van blijvende [1 ongeschiktheid]1 evenwel geen [1 16 % ]1 dan wordt de rente eenmaal per jaar en in de loop van het vierde trimester uitbetaald. Onverminderd artikel 25 van de wet, zijn zij verschuldigd vanaf de eerste dag van de maand welke overeenstemt met die van het overlijden of met de maand waarin de ongeschiktheid een blijvend karakter vertoont.
  Te rekenen van de dag waarop de renten zijn toegekend worden zij de eerste werkdag van elke maand van het kalenderjaar uitbetaald.
  ----------
  (1)<KB 2014-06-29/18, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>

HOOFDSTUK VII. - Bezoldiging ingeval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid.
Art.21.[2 § 1.]2 De door een beroepsziekte getroffen personeelsleden van de besturen en instellingen [3 andere dan leerlingen en de personeelsleden in dienst genomen bij een overeenkomst voor beroepsopleiding]3 bedoeld in artikel 2 van dit besluit vallen tijdens de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid onder de desbetreffende regeling van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970, voor zover althans geen wets- of reglementsbepaling of geen te hunnen gunste getroffen maatregel voorziet in het behoud van de bezoldiging tijdens die periode.
  Indien een wets- of reglementsbepaling of een maatregel als bedoeld in het voorgaande lid voorhanden is, is de tussenkomst [1 van Fedris]1 beperkt tot het bedrag van de vergoedingen berekend overeenkomstig de desbetreffende regeling van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970.
  [2 § 2. In afwijking van § 1 vallen de door een beroepsziekte getroffen vrijwillige leden van het operationeel personeel van de hulpverleningszones, tijdens de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid om hun hoofdzakelijke beroepsactiviteit uit te oefenen en voor de vergoeding van deze arbeidsongeschiktheid, onder de desbetreffende regeling :
   1° van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector als ze aan deze wet worden onderworpen in het kader van hun hoofzakelijke beroepsactiviteit;
   2° van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, als ze aan deze wetten worden onderworpen in het kader van hun hoofzakelijke beroepsactiviteit;
   3° van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, als ze aan dit koninklijk besluit worden onderworpen in het kader van hun hoofzakelijke beroepsactiviteit.]2
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 218, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2020-06-12/04, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 11-03-2020>
  (3)<KB 2024-04-26/15, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.22.Indien de arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk is of wordt, stelt de medisch-adviseur [1 van Fedris]1 aan de overheid voor de mogelijkheid van een deeltijdse wedertewerkstelling te onderzoeken. Indien de overheid tot een dergelijke wedertewerkstelling beslist, mag de getroffene ongeacht de reglementsbepalingen betreffende het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebbrekigheid, zonder beperking in de tijd en overeenkomstig de tijdsindeling bepaald door de medisch adviseur [1 van Fedris]1, zijn ambt uitoefenen, mits hij ten minste de helft van de normale duur van een ambt met volledige prestaties kan volbrengen.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 218, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.23.In het geval van een deeltijdse wedertewerkstelling zoals bedoeld in voorgaand artikel en in het geval dat de medisch-adviseur [1 van Fedris]1 van oordeel is dat de getroffene zijn functies geheel opnieuw kan waarnemen, betekent de overheid binnen een termijn van twee werkdagen die volgen op de beslissing tot gedeeltelijke wedertewerkstelling of op de dag waarop de overheid het besluit tot volledige wedertewerkstelling van [2 Fedris]2 heeft ontvangen, de beslissing van werkhervatting aan de getroffene, hetzij per aangetekend schrijven, hetzij door persoonlijke overhandiging van een brief, waarbij de getroffene voor ontvangst zal tekenen en [3 aan Fedris]3 door middel van een aangetekend schrijven.
  De getroffene kan binnen een termijn van vijf werkdagen, vanaf de datum van de betekening van de beslissing, bedoeld onder voorgaand lid, bij de overheid een bezwaarschrift indienen.
  De getroffene zal ter staving van dit bezwaarschrift onder gesloten omslag een medisch getuigschrift voorleggen, gedateerd na de datum van de betrokken beslissing, hetwelk samen met het bezwaarschrift door de overheid onmiddellijk overgemaakt wordt [3 aan Fedris]3.
  Het bezwaarschrift schort de verplichting tot werkhervatting op.
  In geval van bezwaarschrift en na onderzoek ervan door [2 Fedris]2 en door de overheid, zal de overheid een nieuwe beslissing aan de getroffene en [3 aan Fedris]3 betekenen op de wijze bepaald in het eerste lid.
  Zolang de tijdelijke arbeidsongeschiktheid duurt, kan [2 Fedris]2, op verzoek van zijn medisch-adviseur, de getroffene aan een ambtshalve herzieningsonderzoek onderwerpen.
  Artikel 14, § 3, van dit besluit is van overeenkomstige toepassing op de ambtshalve herziening.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 218, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 219, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (3)<KB 2017-11-23/22, art. 220, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

HOOFDSTUK VIII. - Betaling van de vergoedingen en renten.
Art.24.§ 1. De besturen en instellingen vermeld in artikel 2 van dit besluit, dragen de last van :
  1° de renten en vergoedingen voor arbeidsongeschiktheid, die bij toepassing van de wet en dit besluit worden toegekend;
  2° de begrafeniskosten en de kosten voor overbrenging van het stoffelijk overschot naar de plaats van de begrafenis, alsmede de kosten voor de administratieve formaliteiten welke voor die overbrenging vereist zijn;
  3° [1 de bij artikel 8 van dit besluit bedoelde verplaatsings- en overnachtingskosten, de gerechtskosten en de kosten van de administratieve procedure, behalve wanneer het gaat om een tergende en roekeloze eis. Onder administratieve procedurekosten moet onder meer worden verstaan de kosten van alle ter post aangetekende zendingen, de administratieve kosten die verbonden zijn aan het opstellen en afleveren van medische verslagen en de erelonen van de arts die het slachtoffer bijstaat tijdens de procedure [2 bij Fedris]2.]1
  Die renten, vergoedingen en kosten worden aan de getroffene of aan zijn rechthebbenden uitbetaald door het bestuur of de instelling, die ze rechtstreeks en trimestrieel verhaalt [2 op Fedris]2 door middel van een formulier waarvan het model vastgesteld wordt door [3 Fedris]3.
  De terugbetaling door [3 Fedris]3 is beperkt tot het bedrag dat bekomen wordt overeenkomstig de besluiten bedoeld in artikel 12, § 3, of in voorkomend geval bedoeld in artikel 13, § 3, van dit besluit, of overeenkomstig het in kracht van gewijsde gegane vonnis of arrest van de gerechtelijke overheid, bedoeld onder artikel 19 van de wet.
  De sociale verzekeringsinstellingen belast met de uitvoering van de wetgeving op de sociale zekerheid, vorderen de bedragen die zij voorlopig aan een verzekerde, slachtoffer van een beroepsziekte, hebben uitgekeerd, rechtstreeks terug van de overheid.
  § 2. De kosten van dokter, chirurg, apotheker, verpleging, prothese en orthopedie worden rechtstreeks betaald door het Fonds.
  § 3. Indien de getroffene op het ogenblik van zijn overlijden een pensioen geniet, hetzij ten laste van een bestuur of instelling bedoeld in artikel 2 van dit besluit, hetzij ten laste van de Schatkist, worden de begrafeniskosten [1 en kosten voor overbrenging van het stoffelijk overschot naar de plaats van de begrafenis]1 betaald, door het bestuur of de instelling die het pensioen uitbetaalt of door het Bestuur van de Pensioenen en worden deze op dezelfde wijze als bepaald in § 1, tweede lid, door het bedoelde bestuur of de instelling of door het Bestuur van de Pensioenen [2 op Fedris]2 verhaald.
  ----------
  (1)<KB 2014-06-29/18, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 218, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (3)<KB 2017-11-23/22, art. 219, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

HOOFDSTUK IX. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.25. Het koninklijk besluit van 4 april 1991 betreffende de schadeloosstelling van beroepsziekten, ten gunste van sommige personeelsleden uit de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, wordt ingetrokken.

Art.26.§ 1. Iedere aanvraag ingediend, hetzij bij de overheid, hetzij [1 bij Fedris]1 voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit, voor een beroepsziekte waarvan de schade zich voordeed ten vroegste op 1 januari 1987, wordt beschouwd als een aanvraag in de zin van dit besluit.
  § 2. Iedere aanvraag die ingediend wordt [1 bij Fedris]1 in het kader van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten gecoördineerd op 3 juni 1970, en die, voor een beroepsziekten gecoördineerd op 3 juni 1970, en die, voor een beroepsziekte waarvan de schade zich voordoet ten vroegste op 1 januari 1987, rechten doet ontstaan in het kader van de wet en dit besluit, wordt bescouwd als een aanvraag in de zin van dit besluit.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 218, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.27. Dit besluit is van toepassing op de schadevergoeding voor beroepsziekten waarvan de schade ten vroegste op 1 januari 1987 is ingetreden.

Art.28. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 29. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.