12 JUNI 2020. - Koninklijk besluit betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, ten gunste van de vrijwillige leden van het operationeel personeel van de hulpverleningszones
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 10 van het koninklijk besluit van 25 februari 2017 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de arbeidsongevallen en de beroepsziekten in de overheidssector treedt, wat betreft de vrijwillige leden van het operationeel personeel van de hulpverleningszones, in werking op 11 maart 2020.
Art.2. Artikel 17 van het koninklijk besluit van 21 januari 1993 betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, ten gunste van sommige personeelsleden uit de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2014, wordt aangevuld met een lid, luidende :
"In afwijking van het eerste lid, is voor de vrijwillige leden van het operationeel personeel van de hulpverleningszones de jaarlijkse bezoldiging het bedrag vermeld onder artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet.".
Art.3. Artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2017, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende :
" § 2. In afwijking van § 1 vallen de door een beroepsziekte getroffen vrijwillige leden van het operationeel personeel van de hulpverleningszones, tijdens de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid om hun hoofdzakelijke beroepsactiviteit uit te oefenen en voor de vergoeding van deze arbeidsongeschiktheid, onder de desbetreffende regeling :
1° van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector als ze aan deze wet worden onderworpen in het kader van hun hoofzakelijke beroepsactiviteit;
2° van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, als ze aan deze wetten worden onderworpen in het kader van hun hoofzakelijke beroepsactiviteit;
3° van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, als ze aan dit koninklijk besluit worden onderworpen in het kader van hun hoofzakelijke beroepsactiviteit.".
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 11 maart 2020.
Art. 5. De minister die de Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft, de Minister die de Binnenlandse Zaken onder zijn bevoegdheid heeft, de Minister die de Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft en de Minister die de Zelfstandigen onder zijn bevoegdheid heeft, zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.