1 FEBRUARI 1993. - [Koninklijk besluit tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de federale overheidsdiensten, de programmatorische overheidsdiensten en de diensten die ervan afhangen, alsook in sommige instellingen van openbaar nut.] (KB 2004-08-04/30, art. 123, 020; Inwerkingtreding : 01-12-2004) (NOTA : Raadpleging van de vroegere versies vanaf 25-02-1993 en tekstbijwerking tot 06-01-2010)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-10-1994 en tekstbijwerking tot 18-07-2024)
Art. 1-6
1994000478 1994009650 1995000106 1995000411 1995007108 1996002070 1996007138 1996801768 1997002081 1997007220 1997801908 1998002126 1998007075 1998015007 1999002054 2000002018 2000002037 2000002041 2001002076 2001002083 2001022391 2001022392 2002002033 2002002321 2002002329 2003002125 2003002159 2003002160 2003007134 2003007250 2003022705 2009002091 2015003420 2015018387 2015021092 2016003098 2021021149 2021032720 2023020079 2024006952
Artikel 1.Voor de toepassing van artikel 8, § 2, eerste lid, c), van het koninklijk besluit nr. 56 van 16 juli 1982 betreffende de werving in sommige overheidsdiensten en van artikel 94, § 2, van de programmawet van 30 december 1988 dient onder bijkomende of specifieke opdrachten te worden verstaan de opdrachten die kunnen worden toevertrouwd :
1° aan de personeelsleden belast met de schoonmaak of met de bediening in de restaurants;
2° aan het seizoenpersoneel;
3° aan de leden van het hulppersoneel van de Koninklijke Munt van België, [4 Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën]4, (...); <KB 1997-07-27/30, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-09-1997>
(4° [8 aan de personeelsleden die noodzakelijk zijn:
- voor het uitvoeren van activiteiten met betrekking tot de door de Ministerraad goedgekeurde onderzoeksprogramma's en -acties;
- voor het uitvoeren van de niet permanente activiteiten inzake onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening van de federale wetenschappelijke instellingen en die hun door de betrokken minister opgedragen worden;]8
5° [8 aan de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning belast met de uitvoering en ondersteuning van selecties en certificeringen voor diensten die niet onder het toepassingsgebied van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken vallen en voor de veiligheidssector, bewakingssector en gemeenschapswachten;]8
6° aan de baakhouders, stagedoende landmeters en aan het specifieke personeel dat nodig is voor de uitvoering van werken voor rekening van derden bij het Nationaal Geografisch Instituut;
7° [8 aan de personeelsleden belast met audit- en inspectieopdrachten in het kader van luchtvaartveiligheid van de Federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;]8
8° [8 aan de personeelsleden van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de Federale Overheidsdienst Justitie, in dienst genomen voor 1 januari 2025 en voor zover dat maximaal vijftien procent van het personeelsbestand wordt tewerkgesteld onder een arbeidsovereenkomst, belast met taken van een penitentiair bewakingsassistent, een penitentiair administratief deskundige, een penitentiair financieel deskundige, een penitentiair administratief assistent, een verpleegkundige en psychiatrisch verpleegkundige, een psycholoog expertise en een maatschappelijk assistent expertise ;]8
9° aan de adviserend geneesheren bedoeld in het koninklijk besluit nr. 35 van 20 juli 1967 houdende het statuut en het barema van de adviserende geneesheren die tot taak hebben bij de verzekeringsinstellingen in te staan voor de geneeskundige controle op de primaire arbeidsongeschiktheid en op de gezondheidszorgverstrekkingen, overeenkomstig de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering;
10° [8 aan de personeelsleden die belast zijn met uitvoeringstaken van activiteiten met betrekking tot het 46-2 Fonds voor Europees Onderzoek;]8
11° aan de personeelsleden bedoeld in artikel 13, eerste en derde lid, van de wet van 22 april 1958 houdende statuut van het Nationaal Orkest van België;
12° [8 aan de personeelsleden die België ter beschikking stelt aan het registratiekantoor van het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Strijdkrachten in Europa van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie;]8
(13° [8 aan de personeelsleden bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 5 maart 2015 houdende de organisatie van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;]8
14° aan de personeelsleden bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 24 mei 1971 houdende statuut, organisatie en werkingsmodaliteiten van het Planbureau;
15° aan de personeelsleden bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 6 maart 1989 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Paleis voor Schone Kunsten;
16° [8 aan de personeelsleden van niveau C tewerkgesteld in een callcenter die hoofdzakelijk belast zijn met de taken van een callcentermedewerker of een telefonisch contactcentermedewerker van de Federale Overheidsdienst Financiën;]8
17° aan de personeelsleden bedoeld in artikel 21 van het koninklijk besluit van 1 maart 1989 houdende instelling van een stelsel van studie- en stagebeurzen, in België, ten gunste van onderhorigen van ontwikkelingslanden;
(18° [8 aan de personeelsleden van de federale wetenschappelijke instellingen die ressorteren onder de Minister tot wie de bevoegdheid van het Wetenschapsbeleid behoort, die deel uitmaken van een Staatsdienst met afzonderlijk beheer en die belast zijn met de uitvoering van de aan de federale wetenschappelijke instellingen opgedragen opdrachten;]8
19° aan de personeelsleden van de [8 Federale Pensioendienst]8 die belast zijn met het onderhoud van de Zuidertoren;
20° aan deskundigen om de opdrachten uit te voeren die beantwoorden aan functies (van niveau A) en die een beroepskwalificatie vergen welke voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk is vereist. <KB 2004-08-04/30, art. 124, 020; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
(21° [8 ...]8
(22° aan de gespecialiseerde personen belast met opleidingsactiviteiten voor zover deze door de Algemene Directie voor Selectie en Vorming (van de [7 Federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning]7) georganiseerd worden of onder haar gezag gerealiseerd worden; <KB 2004-08-04/30, art. 124, 020; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
23° aan de technici in funktionele onderaoeken N.K.O. bij [8 Fedris]8; <KB 1994-09-14/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1993>
(24° aan het personeelslid (van de [8 klasse]8 A1 of A2) dat, in de provinciale gouvernementen, belast is met het bijstaan van elke provinciegouverneur, de [8 Hoge ambtenaar en vice-gouverneur voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest]8 en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, bij de uitoefening van de opdrachten welke laatstgenoemden moeten verrichten ten voordele van de federale Staat die het te hunner beschikking stelt. <KB 1994-09-14/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-10-1994> <KB 1998-12-09/32, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-1999> <KB 2004-08-04/30, art. 124, 020; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
(25° [8 aan de personeelsleden die worden ingezet voor de bewaking van de collecties en het patrimonium die de federale wetenschappelijke instellingen beheren;]8
26° aan het personeel dat, met toepassing van de tabel die is toegevoegd aan de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, wordt bezoldigd ten laste van het personeelskrediet der begrotingsfondsen voorzien in de begroting;
27° bij [8 de algemene directie statistiek - statistics Belgium van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie]8, aan het personeel dat nodig is om volgende opdrachten uit te voeren :
- de wetenschappelijke werkzaamheden om de methoden voor de uitwerking van de statistieken te moderniseren, aan te passen of te valideren, gefinancierd zowel door middel van budgetaire kredieten als door eigen middelen van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer (S.A.B.);
- de werkzaamheden voor rekening van derden of de eigen initiatieven van het Nationaal Instituut voor de statistiek, bedoeld in artikel 12, § 4, van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek, gefinancierd door de eigen middelen van de S.A.B.) <KB 1995-02-10/33, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1995>
[9 - de uitvoering, door enquêteurs, van onderzoeken die worden georganiseerd door de Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium;]9
(28° [8 aan de personeelsleden van het Belgisch telematica-onderzoeksnetwerk, Belnet, dat is belast met de uitvoering van de aan de staatsdienst met afzonderlijk beheer opgedragen opdrachten;]8
(29° [8 aan de personeelsleden van de vakantiesector georganiseerd en beheerd door de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging;]8
(30° aan de stagedoende architecten van de Regie der Gebouwen, om hun toe te laten hun stage te vervullen overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld door de wet van 26 juni 1963 tot oprichting van de Orde van Architecten en het koninklijk besluit van 13 mei 1965 houdende goedkeuring van het stagereglement opgesteld door de Nationale Raad van de Orde van Architecten.) <KB 1996-07-05/43, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 31-08-1996>
(31° aan de personeelsleden die, in uitvoering van het vreemdelingenbeleid, belast zijn met :
- de werking van de Gesloten Centra [1 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken]1;
- de werking van de Onthaalcentra van [8 de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu]8 en hun omkadering op het Hoofdbestuur;
- het toezicht in de wachtzaal van de Dienst Vreemdelingenzaken van [8 de Federale Overheidsdienst]8 Binnenlandse Zaken;) <KB 2001-09-17/30, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 27-09-2001>
32° [2 a) aan het personeel van de Dienst Vreemdelingenzaken, van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, dat bijkomend nodig is voor de behandeling van de migratie- en asieldossiers;
b) aan het administratief personeel van de Raad van State, dat bijkomend nodig is voor de behandeling van de migratie- en asieldossiers.]2
33° aan het personeel van de Dienst Vreemdelingenzaken [3 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken]3 belast met de behandeling van de visumaanvragen van buitenlandse zakenlui en de verblijfsmachtigingen voor de buitenlandse investeerders en hun familie;
34° aan het personeel van de Regie der Gebouwen belast met bewakingsopdrachten.) <KB 1998-12-09/32, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
(35° aan het personeelslid belast met het beheer van het veranderingsproces inzake informatie- en communicatietechnologie voor de federale overheidsadministratie.) <KB 2000-03-12/34, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-03-2000> (NOTA : bij arrest nr. 90.291 van 18 oktober 2000, heeft de Raad van State het KB 2000-03-12/34 vernietigd; zie B.S. 05-12-2000, p. 40731.)
(36° [8 aan het personeel belast met taken omtrent het toezicht op de uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;]8
(37° aan de personeelsleden van de Federale Voorlichtingsdienst die naar de federale overheidsdienst Kanselarij en Algemene diensten overgeheveld zijn;
38° [8 ...]8
(39° aan de personeelsleden belast met de opvang van kinderen georganiseerd door de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap;) <KB 2002-12-10/35, art. 1, 014; Inwerkingtreding : 01-08-2001>
(40° [8 aan de personeelsleden belast met de intendance van het Hertoginnedal, beheerd door de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister, en het Egmontpaleis, beheerd door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;]8
(41° aan de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister die de vereiste kwalificaties in externe communicatie bezitten;) <KB 2002-12-18/57, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 17-01-2003>
(42° aan de personeelsleden belast met de opvang van kinderen georganiseerd door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;) <AR 2003-07-11/62, art. 1, 019; Inwerkingtreding : 26-08-2003>
(43° aan de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die aangesteld worden voor het SOLVIT-netwerk van de Europese Unie;) <AR 2003-07-11/62, art. 1, 019; Inwerkingtreding : 26-08-2003>
(44° aan de personeelsleden van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen belast met de specifieke taken van toezicht en laboratorium;) <KB 2003-05-16/48, art. 1, 016; Inwerkingtreding : 13-06-2003>
(45° [8 ...]8
(46° [8 ...]8
(47° aan de personeelsleden van de [8 federale wetenschappelijke instellingen]8 die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort die wetenschappelijke werkzaamheden voor rekening van derden verrichten;) <KB 2003-07-11/61, art. 1, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2000>
(48° aan de personeelsleden van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, overgedragen van de Centrale Dierengezondheidsvereniging;) <KB 2003-06-11/33, art. 3, 017; Inwerkingtreding : 20-06-2003>
[5 49° aan de personeelsleden die in functie zijn bij de NV Fedesco op datum van 1 januari 2015 en die vóór 29 april 2016 zich op vrijwillige basis kandidaat stelden voor een betrekking bij de Regie der Gebouwen.]5
De in het eerste lid bedoelde personeelsleden kunnen bij een voltijdse of deeltijdse arbeidsovereenkomst worden aangeworven op machtiging van de Inspecteur van Financiën of op voorafgaande machtiging van de regeringscommissaris aangewezen op voordracht van de Minister van Financiën of van de afgevaardigde van de Minister van Financiën.
----------
(1)<KB 2009-12-17/11, art. 1, 021; Inwerkingtreding : 16-01-2010>
(2)<KB 2009-12-17/11, art. 2, 021; Inwerkingtreding : 16-01-2010>
(3)<KB 2009-12-17/11, art. 3, 021; Inwerkingtreding : 16-01-2010>
(4)<KB 2015-11-19/07, art. 12, 022; Inwerkingtreding : 03-01-2016>
(5)<KB 2016-03-04/03, art. 1, 023; Inwerkingtreding : 11-03-2016>
(6)<KB 2016-05-23/06, art. 7, 024; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(7)<KB 2021-09-30/18, art. 8, 025; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
(8)<KB 2023-05-11/05, art. 1, 026; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(9)<KB 2024-06-26/13, art. 1, 027; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
Art.2. (De personeelsleden bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, moeten de wetenschappelijke of technische bekwaamheid bezitten vereist voor de uitvoering van de betrokken activiteiten.) <KB 2003-07-11/61, art. 2, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2000>
Voor de toepassing van artikel 1, eerste lid, 6°, dient onder specifiek personeel te worden verstaan het personeel dat de nodige technische kwalificatie bezit voor de uitvoering van de werkzaamheden voor rekening van derden.
Voor de toepassing van artikel 1, eerste lid, 20°, is de deskundige ten minste houder van een diploma dat toegang verleent tot de betrekkingen (van niveau A) en moet hij beantwoorden aan de bijzondere beroepskwalificaties die in een functieanalyse zijn aangegeven. De arbeidsovereenkomst omschrijft de opdrachten die aan de deskundige worden toevertrouwd en ook de beroepskwalificatie welke voor bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk is vereist. <KB 2004-08-04/30, art. 125, 020; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
Art.3. Opgeheven worden :
1° <opheffingsbepaling van het KB 1974-03-07/02>
2° het koninklijk besluit van 1 maart 1976 betreffende de werving van de personeelsleden van sommige instellingen van openbaar nut, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 oktober 1978, 18 juni 1981, 16 juli 1982, 22 juli 1985, 6 maart 1989 en 21 juni 1990;
3° <opheffingsbepaling van het KB 1989-08-01/30>
Art.4. (Opgeheven) <KB 1997-07-27/30, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-09-1997>
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering evenwel van :
1° artikel 1, eerste lid, 10° tot 16°, dat uitwerking heeft met ingang van 23 maart 1990;
2° artikel 1, eerste lid, 17°, dat uitwerking heeft met ingang van 8 april 1989;
3° artikel 1, eerste lid, 18°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1987;
4° artikel 1, eerste lid, 19°, dat uitwerking heeft met ingang van 13 april 1976.
Art. 6. Onze Ministers en Onze Staatssecretaris zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.