Details





Titel:

12 JULI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 30 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991022617 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 30 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 juni 2023, wordt aangevuld met de bepalingen onder I., luidende :
  "I. Low vision hulpmiddelen:
  1. Lijst van verstrekkingen die voor vergoeding in aanmerking komen
  Groep 1 : Binoculaire loepebrillen
  743654 Sterkte van + 4,00 tot en met +8,00 D Z 385
  743676 Sterkte van +8,25 tot en met +12,00 D Z 481
  743691 Sterkte van +12,25 tot en met +20,00 D Z 553
  Groep 2 : Loepesystemen volgens Galilei
  743713 Monoculair loepesysteem volgens Galilei met montuur Z 946
  743735 Binoculair loepesysteem volgens Galilei met montuur Z 1217
  Bijslagen bij Galilei systemen met montuur
  743750 Bonnet met dioptrie vast of mat, per stuk Z 100
  743772 Bonnet met dioptrie flip up of mat, per stuk Z 177
  743794 Medische filter, per glas Z 60
  Groep 3 : Loepesystemen volgens Kepler
  743816 Monoculair loepesysteem volgens Kepler met montuur Z 1587
  743831 Binoculair loepesysteem volgens Kepler met montuur Z 2596
  743853 Hand loepesysteem volgens Kepler (standaard) Z 439
  Bijslagen bij Kepler systemen met montuur
  743875 Bonnet met dioptrie of mat, per stuk Z 100
  743890 Bijkomende bonnet met flip up of mat, per stuk Z 160
  2. Algemene bepalingen voor verstrekkingen vermeld onder I. Low vision hulpmiddelen
  2.1 Algemeen
  De low vision hulpmiddelen waarvoor een verzekeringstegemoetkoming is voorzien zijn :
  Groep 1 : de binoculaire loepebrillen met hoge additie, waarbij het dioptrisch verschil tussen de verte- en leescorrectie minstens 5 dioptrieën bedraagt (te vermelden op het voorschrift);
  Groep 2 : loepesystemen volgens Galilei voor ver en/of dicht, met of zonder opsteeklens, al dan niet in een bril gemonteerd.
  Groep 3 : loepesystemen volgens Kepler, met of zonder opsteeklens of met instelbare scherpteregeling, al dan niet in een bril gemonteerd.
  De volgende kwaliteitscriteria moeten zijn voldaan voor alle low vision hulpmiddelen:
  1. zuiverheid van het beeld inclusief noodzakelijke ontspiegelingen;
  2. begrenzing van het gezichtsveld;
  3. stabiliteit van de lenzenstelsels;
  4. stevigheid van de montage;
  5. mogelijkheid tot eigen correctie bij montage op dragersysteem (personaliseren);
  6. mogelijkheid tot ontsmetten van het systeem;
  7. mogelijkheid tot herstellen van het systeem;
  8. mogelijkheid tot ombouwen van het systeem.
  2.2 Vergoedingsvoorwaarden
  De verzekeringstegemoetkoming in de aflevering van een low vision hulpmiddel is voorbehouden aan de rechthebbende wiens gezichtsscherpte, na correctie, gelijk is aan of lager dan 2/10 of wiens gezichtsveld is versmald tot 15° of minder, voor zover het gebruik van dit low vision hulpmiddel het hem mogelijk maakt :
  a) verder naar school te gaan en regelmatig de lessen te volgen van het basis-, secundair of hoger onderwijs; die lessen moeten overdag worden gegeven en mogen niet beperkt zijn tot een gedeelte van het jaar;
  b) een leercontract te vervullen waarvan de afsluiting is geregistreerd en de uitvoering wordt gecontroleerd door een erkend leersecretariaat;
  c) een beroep verder uit te oefenen of te hervatten waardoor hij ofwel onder de sociale zekerheid van de werknemers ofwel onder het sociaal statuut van de zelfstandigen onderworpen wordt;
  d) een omscholing te volgen waarvan het programma expliciet het gebruik van een low vision hulpmiddel omvat zoals weergegeven in punt 2.1.
  De keuze van het low vision hulpmiddel wordt gemaakt door de rechthebbende in overleg met de arts-specialist in de oftalmologie en de opticien.
  De prijs van de low vision hulpmiddelen omvat honoraria, de metingskosten, testen en aanpassingen die nodig zijn voor een hulpmiddel van goede kwaliteit.
  Een verzekeringstegemoetkoming voor bijslagen onder punt I, 1, groep 2 en groep 3, is alleen mogelijk indien er een verzekeringstegemoetkoming is toegekend of eerder is toegekend voor het low vision hulpmiddel waarop de bijslag betrekking heeft.
  2.3 Aanvraagprocedure
  2.3.1. Medisch voorschrift
  De verzekeringstegemoetkoming mag slechts worden toegestaan indien het low vision hulpmiddel voorgeschreven is door een arts-specialist in de oftalmologie.
  Dit voorschrift bevat :
  a) de voornaamste symptomen;
  b) de gezichtsscherpte na correctie zonder low vision hulpmiddel en/of het gezichtsveld;
  c) de exacte omschrijving van het voorgeschreven hulpmiddel die ten minste moet vermelden:
  - het type hulpmiddel;
  - mono- of binoculair;
  - voor dicht of voor ver, zo met instelbare scherpteregeling: de motivatie hiervan;
  - voor de loepesystemen: al dan niet in een bril gemonteerd.
  Bij een eerste aanvraag voor verzekeringstegemoetkoming moet het door de opticien voorgestelde low vision hulpmiddel worden gevalideerd door de voorschrijvende arts.
  Voor het opmaken van het medisch voorschrift moet het model, vastgelegd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gebruikt worden.
  Het medisch voorschrift blijft gedurende zes maanden geldig. Deze geldigheidstermijn heeft betrekking op de periode tussen de datum van het medisch voorschrift en de ontvangstdatum van het medisch voorschrift door de opticien.
  2.3.2. Getuigschrift van aflevering
  Het getuigschrift voor aflevering wordt door de opticien opgemaakt en wordt door de rechthebbende en de opticien ondertekend.
  Voor het opmaken van het getuigschrift van aflevering moet het model, vastgelegd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gebruikt worden.
  2.4. Hernieuwing
  Het low vision hulpmiddel kan hernieuwd worden:
  bij elke evolutie van de pathologie,
  en/of bij een nieuwe (visuele) behoefte die om een heraanpassing vraagt.
  Voor elke hernieuwing is een nieuw medisch voorschrift nodig.
  3. Specifieke bepalingen voor de onder I. opgesomde verstrekkingen low vision hulpmiddelen voor groep 1: binoculaire loepebrillen
  Alle afgeleverde loepebrillen zijn voorzien van geharde en ontspiegelde lenzen.
  4. Specifieke bepalingen voor de onder I. opgesomde verstrekkingen low vision hulpmiddelen voor groep 2: loepesystemen volgens Galilei
  Het systeem volgens Galilei maakt een vergroting groter dan of gelijk aan 1,2x mogelijk.
  De mogelijke onderdelen van het systeem zijn als volgt :
  - montuur met zadelneus en speciale veren of hoofdband als drager van het systeem;
  - mat glas;
  - vlakke lens met diafragma;
  - corrigerende lens met diafragma;
  - eigen correctie (in het systeem);
  - opbergetui.
  5. Specifieke bepalingen voor de onder I. opgesomde verstrekkingen low vision hulpmiddelen voor groep 3: loepesystemen volgens Kepler
  Het hand loepesysteem volgens Kepler maakt een vergroting van 4x of meer mogelijk.
  Het monoculaire of binoculaire systeem volgens Kepler maakt een vergroting van 4x mogelijk.
  De mogelijke onderdelen van het monoculaire of binoculaire systeem zijn als het volgt :
  - montuur met zadelneus en speciale veren of hoofdband als drager van het systeem;
  - mat glas;
  - vlakke lens met diafragma;
  - corrigerende lens met diafragma;
  - eigen correctie (in het systeem).".

Art.2. In de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen wordt hoofdstuk III, § 1, punt 4 "Optische hulpmiddelen voor slechtzienden", gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1996, opgeheven.

Art.3. De bepalingen van artikel 30, I., van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zijn van toepassingen op alle verstrekkingen voorgeschreven na de inwerkingtreding van dit besluit.
  Voor de verstrekkingen voorgeschreven voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit en die verleend worden uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit blijven de bepalingen van hoofdstuk III, § 1, punt 4. van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen van toepassing.

Art.4. Voor de patiënten die reeds een tegemoetkoming genoten hebben op basis van hoofdstuk III, § 1, punt 4, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, wordt elke nieuw voorschrift opgesteld na de inwerkingtreding van de bepalingen onder I. Low vision hulpmiddelen beschouwd als een hernieuwing.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.