9 MEI 1988. - [Decreet betreffende het Fonds voor bijzondere hulp aan kinderen en jongeren] <Vertaling> <Opschrift vervangen door DDG2015-03-02/05, art. 8, 012; Inwerkingtreding : 26-03-2015> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-01-1991 en tekstbijwerking tot 15-02-2024)
Art. 1-6, 6bis, 7
1995033089 1996033040 1999033108 2001033011 2001033062 2003033006 2005033021 2005033022 2007033017 2008033081 2009033016 2012201617 2013203111 2014205880
Artikel 1. (opgeheven) <DDG 2002-01-07/53, art. 57, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.2. (opgeheven) <DDG 2002-01-07/53, art. 57, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.3. De personeelsleden die aan de Duitstalige Gemeenschap overgedragen wrden door het koninklijk besluit van 28 januari 1987 houdende de overdracht van de personeelsleden aan het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn aan de Duitstalige Gemeenschap worden in dezelfde hoedanigheid in de diensten van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap opgenomen.
Art.4.
<Opgeheven bij DDG 2014-03-31/08, art. 20, 010; Inwerkingtreding : onbepaald >
Art.5.
<Opgeheven bij DDG 2014-03-31/08, art. 20, 010; Inwerkingtreding : onbepaald >
Art.6.
<Opgeheven bij DDG 2014-03-31/08, art. 20, 010; Inwerkingtreding : onbepaald >
Art. 6bis.<ingevoegd bij DDG 1991-01-21/32, art. 7>
§ 1. Er wordt een [4 "Fonds voor bijzondere hulp aan kinderen en jongeren, hierna Fonds,]4 opgericht.
Het [2Fonds [4 ...]4]2 mag, voor zover ze wegens hun specifiteit geen ander begrotingsfonds toe te wijzen zijn, over ontvangsten beschikken die voortvloeien uit :
1. allerhande beschikkingen van natuurlijke en rechtspersonen om de hierna bedoelde opdrachten te verwezenlijken;
2. de ontvangsten die door de verwezenlijking van de hierna bedoelde opdrachten kunnen ontstaan.
[3. de ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing [2 [8 van hoofdstuk 7, afdeling 2, van het decreet van 13 november 2023 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming]8]2.] <DDG 2006-02-20/37, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
[1 4° [6 de ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing van artikel 33, § 1, artikel 35, vierde lid, artikel 49, § 2, eerste lid, artikel 50, tweede lid, artikel 53, artikel 55, vierde lid, en artikel 56, vierde lid, van het decreet van 27 april 2020 betreffende de adoptie van kinderen.]6]1
§ 2. [2 De middelen van het Fonds [4 ...]4 mogen ten gunste van personen die hun woonplaats of hun gewone verblijfplaats in het Duitse taalgebied hebben, voor volgende doeleinden worden gebruikt :
1° [3 ...]3;
2° [6 [7 de overname van kosten en financiële tegemoetkomingen die ontstaan in het kader van artikel 5, tweede lid, artikel 33, § 1, artikel 35, vierde lid, artikel 55, vierde lid, en artikel 56, vierde lid, van het decreet van 27 april 2020 betreffende de adoptie van kinderen;]7]6
3° [6 [8 3° de overname van financiële tegemoetkomingen met toepassing van hoofdstuk 7, afdeling 3, van het decreet van 13 november 2023 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming;]8;]6]2]1
[5 4° [8 ...]8.]5
[2 § 3. De Regering bepaalt de aanvraagprocedure en de documenten die samen met de aanvraag moeten worden ingediend. Zij wijst de personen aan die voor het Fonds over een beslissingsbevoegdheid beschikken.
Die personen mogen de tussenkomst of de overname van de [6 in § 2, 2°, 3° en 4°]6, vermelde kosten of hulpverleningen aan verplichtingen onderwerpen, en dit onder de door de Regering bepaalde voorwaarden.]2
----------
(1)<DDG 2007-06-25/35, art. 20, 007; Inwerkingtreding : 25-06-2007>
(2)<DDG 2010-04-19/17, art. 5, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(3)<DDG 2014-03-31/09, art. 10.1,13°, 011; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
(4)<DDG 2015-03-02/05, art. 9, 012; Inwerkingtreding : 26-03-2015>
(5)<DDG 2018-04-23/18, art. 101, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(6)<DDG 2020-04-27/23, art. 63, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(7)<DDG 2021-12-15/17, art. 14, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(8)<DDG 2023-11-13/20, art. 166, 016; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art. 7.[1 De personen die voor het Fonds over een beslissingsbevoegdheid beschikken, zorgen voor een vertrouwelijke behandeling van de persoonsgegevens. Deze gegevens mogen slechts worden meegedeeld mits toestemming van de door deze gegevens betrokken persoon en indien het voor het verlenen van een hulp, de overname van kosten of de controle noodzakelijk is of om "dubbele" dienstverleningen te vermijden.
Behoudens tegenstrijdige rechtsbepaling moeten documenten met persoonsgegevens vijf jaar na de laatste hulpmaatregel worden vernietigd.
Mits inachtneming van de gegevensbescherming moet elke persoon die over een beslissingsbevoegdheid beschikt, door een register bewijzen dat de gegevens voor de bepaalde doeleinden gebruikt werden en dat het door de Regering vastgelegd jaarlijks maximumbedrag niet overschreden werd.]1
----------
(1)<DDG 2010-04-19/17, art. 6, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2010>