23 DECEMBER 2008. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van 22 juni 2001 ter bepaling van de grondslagen voor de berekening van de personeelssubsidies in de sociale sector en de gezondheidszorg
Art. 1-4
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 8 van het besluit van de Regering van 22 juni 2001 ter bepaling van de grondslagen voor de berekening van de personeelssubsidies in de sociale sector en de gezondheidszorg, gewijzigd bij het besluit van 3 juni 2008, wordt na § 4 een bijkomende paragraaf ingevoegd, die als volgt luidt :
§ 5. Bij de berekening van de in overweging te nemen personeelskosten worden de bijdragen die betaald worden aan het sociale fonds dat voor de in artikel 1 gedefinieerde organisaties is ingericht met het oog op de modulering van de loopbaan in belastende functies, vanaf 1 januari 2009 als aanvaardbare uitgaven beschouwd. Die modulering van de loopbaan stemt overeen met de regeling van het Tandemplan ", die is vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van het paritaire comité 319.02 van 7 januari 2003 ter vastlegging van de bepalingen inzake modulering van de loopbaan.
Bij de toepassing van het eerste lid gelden de volgende functies als belastend :
1. De in bijlage 1 gedefinieerde functie, voor zover de activiteit rechtstreeks erin bestaat :
a) kinderen tot een leeftijd van 12 jaar te begeleiden in het kader van de kinderopvang, bedreigde jongeren te begeleiden in het kader van de jeugdbijstand of de jeugdbescherming of jonge volwassenen tot 25 jaar te begeleiden in het kader van de sociale integratie,
of
b) zieken, ouderen of personen met een handicap te begeleiden of te verzorgen.
2. De in bijlage 1 gedefinieerde functies bij activiteiten in een dienst met wisselende ploegen, inclusief nachtwerk, d.w.z. werk tussen 20 uur en 6 uur, telkens gedurende minstens zes uur en minstens gedurende zes werkdagen per kalendermaand, voor zover deze werktijd niet overwegend uit standbytijd bestaat. "
Art.2. De bijlage I die bij dit besluit was gevoegd, wordt vervangen door de bijlage bij onderhavig besluit.
Art.3. Onderhavig besluit wordt op 1 januari 2009 van kracht.
Art.4. Der Vice-Minister-president, Minister van Vorming en Tewerkstelling, Sociale Zaken en Toerisme is met de uitvoering van onderhavig besluit belast.
Eupen, 23 december 2008.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-president, Minister voor lokale besturen,
K.-H. LAMBERTZ
De Vice-Minister-president,
Minister van Vorming en Tewerkstelling, Sociale Zaken en Toerisme,
B. GENTGES
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.S 24-03-2009, p. 23844)
Gezien om bij het besluit van 23 december 2008 ter bepaling van de grondslagen voor de berekening van de personeelssubsidies in de sociale sector en de gezondheidszorg te worden gevoegd.
Eupen, 23 december 2008.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-president, Minister voor lokale besturen,
K.-H. LAMBERTZ
De Vice-Minister-president,
Minister van Vorming en Tewerkstelling, Sociale Zaken en Toerisme,
B. GENTGES