11 FEBRUARI 1988. - Koninklijk besluit betreffende sommige door een religieuze ritus voorgeschreven slachtingen. (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2021-07-08/17, art. 15, 005; Inwerkingtreding : 06-08-2021) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 01-03-1988 et mis à jour au 04-04-1998)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-04-1988 en tekstbijwerking tot 27-07-2021)
Art. 1-2
Art. 2 WAALS GEWEST
Art. 3
Artikel 1. De door een religieuze ritus voorgeschreven slachtingen van runderen, schapen en geiten mogen slechts in een openbaar slachthuis of in (een particulier slachthuis) (of in inrichtingen erkend door de Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort na overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid) plaatsvinden. <KB 1988-04-12/33, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-03-1988> <KB 1998-03-25/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 14-04-1998>
Art.2. § 1. Slachten voorgeschreven door een religieuze ritus mag slechts geschieden:
1° wat de Israëlitische ritus betreft: door offeraars die daartoe door het Centraal Israëlitisch Consistorie van België zijn gemachtigd;
2° wat de Islamitische ritus betreft: door offeraars die daartoe door het representatief orgaan van de Islamieten in België zijn gemachtigd.
§ 2. De machtiging moet blijken uit een gedateerd en ondertekend document dat moet worden vertoond telkens als daarom wordt verzocht door een persoon bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.
Dat document is geldig gedurende drie jaar en kan worden vernieuwd.
Art. 2_WAALS_GEWEST. § 1. [1 Slachten voorgeschreven door een religieuze ritus mag slechts geschieden : 1° wat de Israëlitische ritus betreft : door offeraars die officieel daartoe gemachtigd zijn door het Centraal Israëlitisch Consistorie van België of door offeraars, officieel gemachtigd door andere lidstaten van de Europese Unie; 2° wat de Islamitische ritus betreft : door offeraars die officieel daartoe gemachtigd zijn door het representatief orgaan van de Islamieten in België of door offeraars, officieel gemachtigd door andere lidstaten van de Europese Unie.]1 § 2. De machtiging moet blijken uit een gedateerd en ondertekend document dat moet worden vertoond telkens als daarom wordt verzocht door een persoon bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren. Dat document is geldig gedurende drie jaar en kan worden vernieuwd.
----------
(1)<BWG 2016-08-18/02, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 10-09-2016>
Art. 3. Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Buitenlandse Betrekkingen en Onze Staatssecretaris voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.