3 APRIL 1984. - Koninklijk besluit betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-06-2005 en tekstbijwerking tot 01-08-2017)
HOOFDSTUK I. De toegang.
Art. 1-3, 3/1
HOOFDSTUK II. Het bijhouden.
Art. 4-5
HOOFDSTUK III. De controle.
Art. 6
HOOFDSTUK IV. Slotbepalingen.
Art. 7-8
1986000369 1986000370 1987000012 1987000013 1987000014 1994000521 1996120450 1998000310 2003000068 2003000534 2003000615 2005000185 2005000346 2007000118 2013000559 2014000781 2017011300 2017020359
HOOFDSTUK I. _ De toegang.
Artikel 1. § 1. Iedere gemeente heeft toegang tot de in het Rijksregister van de natuurlijke personen opgenomen informaties betreffende de personen die in haar bevolkingsregisters of in haar vreemdelingenregisters ingeschreven zijn, alsmede betreffende de personen die in genoemde registers ingeschreven zijn geweest en die overleden zijn, ambtshalve afgevoerd zijn of afgevoerd zijn ten gevolge van hun vestiging in het buitenland.
§ 2. Iedere diplomatieke zending en iedere consulaire post heeft toegang tot de in het Rijksregister opgenomen informaties betreffende de Belgische onderdanen die in hun registers ingeschreven zijn of die in die registers ingeschreven zijn geweest, maar overleden zijn of afgevoerd zijn ten gevolge van vertrek naar een onbekende bestemming.
Art.2. Tot de informaties bedoeld in artikel 3, eerste lid van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, worden beperkt :
_ de toegang door een gemeente tot de informaties betreffende een persoon die ingeschreven is in een andere gemeente, in een diplomatieke zending of in een consulaire post;
_ de toegang door een diplomatieke zending of door een consulaire post tot de informaties betreffende een persoon die ingeschreven is in een Belgische gemeente of in een andere diplomatieke zending of in een andere consulaire post.
Art.3.<KB 2005-04-22/43, art. 1, 002 ; ED / 03-07-2005> De met toepassing van artikel 2 verkregen informaties mogen enkel aangewend worden voor doeleinden van intern beheer. Ze mogen niet het voorwerp uitmaken van enige mededeling aan derden, behalve om het laatst bekende adres mee te delen indien er een rechtmatige aanvraag is van een derde om dit adres te bekomen, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister [1 en van het koninklijk besluit van betreffende de mededeling van gegevens in het wachtregister en tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties]1.
----------
(1)<KB 2013-08-17/28, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 09-09-2013>
Art.3/1. [1 In het kader van het beheer van het Rijksregister van de natuurlijke personen hebben de diensten van het Rijksregister toegang tot de informatiegegevens opgenomen in dit register.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2017-03-09/28, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 08-05-2017>
HOOFDSTUK II. _ Het bijhouden.
Art.4.§ 1. [1 Onder voorbehoud van paragraaf 1/1, is enkel de gemeente, de diplomatieke zending of de consulaire post waar een persoon regelmatig ingeschreven is, bevoegd om informatiegegevens betreffende deze persoon op te nemen of te wijzigen.]1
[1 § 1/1. De in artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen bedoelde gegevens worden eveneens in het Rijksregister van de natuurlijke personen opgenomen door de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte van burgerlijke stand opgesteld heeft overeenkomstig artikel 4bis van dezelfde wet. Deze opname gebeurt gelijktijdig met de opstelling van de akte van burgerlijke stand.
Worden bedoeld, de geboorteaktes, met uitzondering van de geboorteaktes van kinderen van asielaanvragers, de huwelijks- en overlijdensaktes.
De bevolkingsdienst van de gemeente op het grondgebied waarvan de betrokken persoon ingeschreven is, wordt automatisch via elektronische weg op de hoogte gebracht van de opname in het Rijksregister van de natuurlijke personen, overeenkomstig het eerste lid, van de gegevens vermeld op de akte van burgerlijke stand.]1
§ 2. Informaties betreffende een persoon mogen ook worden ingevoerd of gewijzigd door :
1° de vroegere gemeente van inschrijving, voor een persoon die overleden is, die ambtshalve afgevoerd is of die afgevoerd is ten gevolge van zijn vestiging in het buitenland;
(Iedere gemeente is ertoe gehouden binnen de drie maanden de informatiegegevens betreffende de in het vorige lid bedoelde personen te controleren, die krachtens artikel 4 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ingezameld zijn door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en die haar door deze via het Rijksregister van de natuurlijke personen medegedeeld worden als informatie verbonden met de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Als de gemeente vaststelt dat deze informatie juist is, keurt zij deze goed en verricht zij de bijwerking in het Rijksregister;) <KB 2007-01-22/40, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 25-02-2007>
2° het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor de Belgen die in het buitenland verblijven en regelmatig ingeschreven zijn in een diplomatieke zending of in een consulaire post;
3° het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de diplomatieke zendingen of de consulaire posten voor de informaties die betrekking hebben op de burgerlijke staat waarvan ze kennisgeving ontvangen hebben of betreffende akten die ze verleden hebben wanneer ze betrekking hebben op Belgische onderdanen die tijdelijk in het buitenland verblijven;
4° de dienst van het Rijksregister wanneer dwingende redenen van technische aard dit vereisen, op voorwaarde dat de gemeente, de diplomatieke zending of de consulaire post waar de persoon ingeschreven is, hiervan onmiddellijk in kennis gesteld wordt;
5° de dienst van het Rijksregister voor wat betreft de automatische invoering of wijziging van informaties die een geheel van personen aanbelangen en dit op verzoek van de gemeente, de diplomatieke zending of de consulaire post of met hun akkoord.
(6° de dienst van het Rijksregister om aan de gemeenten, als informatie verbonden met de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, de informatiegegevens mede te delen die afkomstig zijn van het register dat gehouden wordt door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en bedoeld is in artikel 4 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, en die de personen betreffen die ambtshalve afgevoerd werden of die afgevoerd werden voor het buitenland zonder inschrijving in een consulair register.) <KB 2007-01-22/40, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 25-02-2007>
[2 7° de burger, teneinde de hem betreffende informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, in te voeren, te wijzigen of te schrappen.]2
(§ 2bis. De door de dienst van het Rijksregister tijdelijk gekopieerde informatiegegevens in toepassing van punt 1°, tweede en derde lid, en punt 6° van § 2, kunnen enkel door de vroegere gemeente van inschrijving of door de nieuwe gemeente van inschrijving worden gebruikt en mogen niet door deze dienst aan derden worden meegedeeld.
Tijdens de bewaarduur ervan als informatie verbonden met de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, blijft de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid als enige bevoegd voor de mededeling van de gegevens van het register bedoeld in artikel 4 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, overeenkomstig artikel 15 van die wet.) <KB 2007-01-22/40, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 25-02-2007>
§ 3. Eveneens geoorloofd is de invoering of wijziging van informaties betreffende een persoon ingeschreven in een andere gemeente, diplomatieke zending of consulaire post, wanneer deze invoering of wijziging het automatisch gevolg is van deze uitgevoerd ten opzichte van een ander persoon overeenkomstig paragraaf 1 of paragraaf 2.
§ 4. De machtiging tot het invoeren of wijzigen van een informatie betreffende een bepaalde persoon houdt de toegang in tot de reeds geregistreerde informaties die betrekking hebben op diezelfde persoon en waarvan de voorafgaande kennis noodzakelijk is voor het verrichten van de bijwerking.
----------
(1)<KB 2014-12-05/07, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<KB 2017-05-22/18, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 11-08-2017>
Art.5. Wanneer een derde instelling het geautomatiseerd bevolkingsbeheer voor een gemeente uitvoert, kan zij toegang hebben tot de in het Rijksregister opgenomen informaties en kan zij aan het Rijksregister informaties meedelen onder dezelfde voorwaarden als die welke door de artikelen 1 tot 4 aan de gemeenten zijn opgelegd. Daartoe moet de instelling erkend zijn door (de Koning) en moet de tussen de gemeente en de instelling gesloten overeenkomst aan deze laatste de mogelijkheid bieden toegang te hebben tot en mededelingen uit te wisselen met het Rijksregister. <KB 18-07-1985, art. 1>
HOOFDSTUK III. _ De controle.
Art.6.§ 1. In iedere gemeente, in iedere diplomatieke zending of in iedere consulaire post moet een beambte speciaal worden gelast ervoor te zorgen dat de wet van 8 augustus 1983 en de besluiten tot uitvoering ervan worden toegepast, wat betreft :
1° het bijhouden van de informaties;
2° de overeenstemming ervan met de akten en documenten waarvan ze afkomstig zijn;
3° de bescherming van de privacy;
4° de toegang tot de informaties en de uitoefening van het recht van mededeling en verbetering;
5° de veiligheidsmaatregelen en het beroepsgeheim.
(6° het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister.) <KB 18-07-1985, art. 2>
§ 2. De in paragraaf 1 bedoelde opdracht mag noch geheel noch gedeeltelijk overgedragen worden aan een persoon vreemd aan de gemeente, de diplomatieke zending of de consulaire post.
§ 3. De krachtens paragraaf 1 aangewezen beambte zorgt ervoor dat iedere informatie betreffende een reeds ingeschreven persoon, waardoor de geregistreerde informaties aangevuld of gewijzigd kunnen worden, alsmede alle informatiebestanddelen betreffende een nieuw in te schrijven persoon, medegedeeld worden aan het Rijksregister, indien het een gemeente betreft, binnen twee werkdagen nadat zij er kennis van gekregen heeft, indien het een diplomatieke zending of een consulaire post betreft, binnen acht werkdagen.
Na verwerking deelt de dienst van het Rijksregister aan de overheid die de informatie heeft doorgezonden, een document mede waarin vermeld is ofwel de stand van de registratie na opname van de nieuwe informatie, ofwel de reden waarom deze laatste technisch niet aangenomen kon worden.
Binnen dezelfde termijnen als die welke bedoeld zijn in het eerste lid, laat de beambte de controle inzake overeenstemming van de nieuwe registratie uitvoeren en laat hij, in voorkomend geval, iedere informatie die geweigerd of onjuist geregistreerd zou zijn, na verbetering terugzenden.
[1 § 4. Bij kennisname van de elektronisch verzonden verwittiging, overeenkomstig artikel 4, § 1/1, derde lid, verifieert de overeenkomstig § 1 aangewezen ambtenaar de juistheid en het uitputtend karakter van de in artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen bedoelde gegevens die op de akte staan. Als hij een fout vaststelt, brengt hij de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte opgesteld heeft, hiervan onmiddellijk op de hoogte. Deze zal de in de artikelen 99 en 100 van het Burgerlijk Wetboek of de artikelen 1383 tot 1385 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde procedure voor de verbetering van een akte van burgerlijke stand opstarten.]1
----------
(1)<KB 2014-12-05/07, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
HOOFDSTUK IV. _ Slotbepalingen.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de 1e dag van de 3e maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, behalve artikel 5 dat in werking treedt op 1 januari 1985.
Art. 8. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Openbaar Ambt, Onze Minister van Buitenlandse Betrekkingen en Onze Staatssecretaris voor Openbaar Ambt zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.