6 OKTOBER 1944. - [Besluitwet ter inrichting van de controle op alle mogelijke overdrachten van goederen en waarden tussen België en het buitenland.] (W 2002-02-28/51, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1987 en tekstbijwerking tot 11-08-2001.)
Art. 1-3, 3bis, 3ter, 3quater, 3quinquies, 4-9, 9bis, 10-11
1990003511 1995003322 1995003753 1997003223 1998003439 1998003440 1998003536 1998003537 1999003618 2000003532 2000003533 2001003158 2001003362 2001003372 2002003261 2002003309 2002003390 2002003446 2002003492 2003003392 2004003040 2006003487 2013003451 2021021661
Artikel 1. Bij (in de Ministerraad) overlegde besluiten kan de Koning de (controle) inrichten op alle om 't even welke overdrachten van goederen en waarden (tussen) België en het buitenland. <W 2002-02-28/51, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
(Lid 2 opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art.2. (Opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art.3. (Opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art. 3bis. (Opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art. 3ter. (Opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art. 3quater. (Opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art. 3quinquies. (Opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art.4. (Opgeheven) <W 1991-01-02/52, art. 37, 2, 002; Inwerkingtreding : 04-02-1991>
Art.5. <W 2002-02-28/51, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002> De inbreuken op de maatregelen vervat in de besluiten genomen ter uitvoering van deze besluitwet worden bestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot vijf jaar en een geldboete van 25 tot 25.000 EUR. De bepalingen van het Eerste Boek van het Strafwetboek, met inbegrip van deze van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn op deze inbreuken van toepassing.
Art.6. <W 2002-02-28/51, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002> Behoudens de officieren van gerechtelijke politie, zijn de ambtenaren en beambten van de Administraties van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit, der Douane en Accijnzen en der Thesaurie en de bankrevisoren bevoegd om de overeenkomstig de vorige artikelen strafbare inbreuken vast te stellen en om de litigieuze waarden alsmede de vervoermiddelen in beslag te nemen.
Art.7. (Opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art.8. (Opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art.9. (Opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art. 9bis. (Opgeheven) <W 2002-02-28/51, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 05-03-2002>
Art.10. Zijn ingetrokken het koninklijk besluit nr 141 van 17 Maart 1935 en het koninklijk besluit nr 156 van 6 April 1935.
Art. 11. Deze besluitwet treedt in werking den dag van bekendmaking in het Staatsblad.