25 OKTOBER 1919. - [Wet betreffende het in pand geven van de handelszaak, het disconto en het in pand geven van de factuur, alsmede de aanvaarding en de keuring van de rechtstreeks voor het verbruik gedane leveringen.] (KB 30-03-1936, art. 1) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-04-1993 en tekstbijwerking tot 20-07-2018)
EERSTE HOOFDSTUK.
Art. 1-4, 4bis, 5-12, 12bis
HOOFDSTUK II. (Het endossement van de factuur.) <W 31-03-1958, art. 1>
Art. 13-17
HOOFDSTUK III. Van de schatting door deskundigen.
Art. 18-20
HOOFDSTUK IV. Invordering der facturen.
Art. 21-26
1996016281 2004003233 2005003064 2008003403 2014003089 2016003436
EERSTE HOOFDSTUK.
Artikel 1.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.2.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.3.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.4.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art. 4bis.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.5.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.6.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.7.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.8.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.9.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.10.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.11.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art.12.
<Opgeheven bij W 2013-07-11/19, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018. Overgangsbepalingen : art. 107 >
Art. 12bis.[1 De Koning kan :
1° voor de door Hem aangewezen categorieën van authentieke akten bestemd voor openbaarmaking van het in pand geven van de handelszaak :
a) de vereisten vaststellen waaraan ze moeten voldoen, alsook de materiële vormen van deze openbaarmaking; Hij kan inzonderheid het gebruik voorschrijven van formulieren waarvan de minister van Financiën het model bepaalt;
b) bepalen dat zij op een gedematerialiseerde wijze kunnen of moeten worden aangeboden, alsmede de modaliteiten van hun aanbieding en van de uitvoering van deze formaliteit. Hij kan daarbij afwijken van de bepalingen van de artikelen 4, 4bis en 5, eerste lid;
c) bepalen dat ingeval van gedematerialiseerde aanbieding ervan, deze aanbieding vergezeld moet gaan van gestructureerde metagegevens betreffende het stuk, waarvan in het bijzonder, voor elke partij bij de akte, haar identificatienummer in het Rijksregister of het haar in uitvoering van artikel 4, § 2, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid toegekende identificatienummer in het bisregister of, voor een rechtspersoon, zijn ondernemingsnummer bedoeld in artikel 5 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen;
2° de materiële vormen en de inhoud bepalen van iedere aanvraag om een kopie of getuigschrift; Hij kan het gebruik voorschrijven van formulieren waarvan de minister van Financiën het model bepaalt; de Koning kan voor de door Hem aangewezen aanvragen of categorieën van aanvragen, bepalen of zij op een gedematerialiseerde wijze kunnen of moeten worden ingediend alsmede de modaliteiten van het indienen ervan;
3° de vormvoorwaarden bepalen van de kopieën of getuigschriften afgeleverd door de [2 Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie]2; de Koning kan bepalen dat de door Hem aangewezen kopieën of getuigschriften op een gedematerialiseerde wijze kunnen of moeten worden afgeleverd, alsmede de modaliteiten van hun aflevering.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-12-21/26, art. 86, 006; Inwerkingtreding : 10-01-2014>
(2)<W 2018-07-11/07, art. 119, 008; Inwerkingtreding : 30-07-2018>
HOOFDSTUK II. _ (Het endossement van de factuur.)
Art.13. <W 31-03-1958, art. 1> Elke schuldvordering ontstaan uit een beroeps-, handels- of burgerlijke bedrijvigheid en die gewoonlijk door een faktuur wordt vastgesteld mag afgestaan of in pand gegeven worden door endossement van deze faktuur of van een voor eensluidend verklaard afschrift ervan.
De faktuur moet gedagtekend zijn, de eenzelvigheid van de schuldeiser en schuldenaar vermelden, alsmede de prijs van elke levering of prestatie die de schuldvordering hebben doen ontstaan alsmede het globaal bedrag van deze vordering.
Art.14. <W 31-03-1958, art. 1> Het endossement moet, op straf van nietigheid :
a) De naam van de geëndosseerde vermelden;
b) Door de endossant gedagtekend en getekend worden;
c) Indien het een inpandgeving geldt, het uitdrukkelijk vermelden.
Art.15. <W 31-03-1958, art. 1> (Het endossement is slechts geldig indien het oorspronkelijk geschiedt ten gunste van een kredietinstelling die in één van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap een vergunning heeft verkregen alsook aan de bij koninklijk besluit bepaalde financiële instellingen.) <W 1993-03-22/34, art. 132, 2°, 002; Inwerkingtreding : 1993-04-19>
Opeenvolgende endossementen zijn verboden.
Art.16. <W 1994-07-06/32, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 1994-07-25> Het endossement van de factuur wordt aan de schuldenaar ter kennis gebracht door een schriftelijke kennisgeving van endossement. Deze kennisgeving vermeldt dat de schuldenaar vanaf de ontvangst ervan zijn schuld alleen in handen van de geëndosseerde deugdelijk kan kwijten.
De overdracht en de inpandgeving van de schuldvordering kunnen tegen derden worden ingeroepen door het loutere feit van het endossement van de factuur.
Artikel 1690, derde en vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, is van toepassing.
Art.17. (opgegeven) <W 31-03-1958, art. 2>
HOOFDSTUK III. _ Van de schatting door deskundigen.
Art.18. De waren en bewerkte voortbrengselen, geleverd door de kleinhandelaars en de nijveraars die rechtstreeks voor het verbruik leveren, worden geacht te zijn aangenomen indien, binnen een termijn van ééne maand te rekenen van de levering, er geene schriftelijke opmerkingen werden ingebracht of indien geen onderzoek door deskundigen werd gevraagd.
De termijn is onderbroken, indien er wordt overgegaan tot verbeteringen of herstellingen, doch hij begint opnieuw te loopen nadat deze verbeteringen of herstellingen zijn gedaan.
Art.19.Het onderzoek door deskundigen kan worden aangevraagd bij eenvoudig verzoekschrift, tot den voorzitter der [1 ondernemingsrechtbank]1 gericht. Het bevel is uitvoerbaar op de minuut. Eene kopie daarvan wordt, bij aangeteekenden brief, medegedeeld aan de andere partij, met aanwijzing van den dag, van de plaats en van het uur der schatting.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 009; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art.20. Het verzet wordt gebracht voor den voorzitter; deze doet partijen oproepen bij eenvoudigen brief.
HOOFDSTUK IV. _ Invordering der facturen.
Art.21. (Opgeheven) <KB 13-01-1935, art. 2>
Art.22. (Opgeheven) <KB 13-01-1935, art. 2>
Art.23. (Opgeheven) <KB 13-01-1935, art. 2>
Art.24. (Opgeheven) <KB 13-01-1935, art. 2>
Art.25. (Opgeheven) <KB 13-01-1935, art. 2>
Art. 26. (Opgeheven) <KB 13-01-1935, art. 2>