Details





Titel:

10 JULI 2025. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode inzake de gewaarborgde bezoldiging



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003027783 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Bij dit besluit wordt Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie gedeeltelijk omgezet.

Art.2. In Boek I, Titel XV, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode wordt Hoofdstuk III, dat de artikelen 250 tot en met 255 omvat, opgeheven bij het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2023, in de volgende lezing hersteld:
  "Hoofdstuk III - Gewaarborgde bezoldiging
  Art. 250. Het personeelslid heeft recht op een gewaarborgde bezoldiging.
  Art. 251. De gewaarborgde bezoldiging van het personeelslid is nooit lager, voor volledige prestaties, dan 13.499 euro.
  Art. 252. Het verschil tussen de in artikel 251 bedoelde jaarlijkse bezoldiging en de bezoldiging die het personeelslid normaal zou genieten, wordt hem toegekend in de vorm van een weddebijslag die deel uitmaakt van zijn wedde.
  Er is geen vergoeding of toelage opgenomen in de bepaling van de bezoldiging.
  Art. 253. Indien het personeelslid onvolledige prestaties verricht, wordt de overeenkomstig artikel 252, eerste lid, vastgestelde weddebijslag slechts naar rato van deze prestaties toegekend.
  Art. 254. De in artikel 251 bedoelde jaarlijkse bezoldiging wordt gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, en wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01 van 1 januari 1990.
  Art. 255. De toereikendheid van de in artikel 251 bedoelde jaarlijkse bezoldiging wordt vanaf 1 november 2024 om de vier jaar opnieuw beoordeeld, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende criteria:
  1° de koopkracht van de personeelsleden die de in artikel 252 bedoelde jaarlijkse bezoldiging ontvangen, rekening houdend met de kosten van levensonderhoud ;
  2° het algemene niveau en de verdeling van de wedden en lonen;
  3° het groeipercentage van de wedden en lonen;
  4° de niveaus en ontwikkelingen van de nationale productiviteit op lange termijn.
  Er wordt ook rekening gehouden met de indicatieve referentiewaarde van vijftig procent van de gemiddelde brutowedden en -lonen.
  Bij deze herwaardering wint de Minister van Ambtenarenzaken het advies in van het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten bedoeld in artikel 3, § 1, lid 1, 3°, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. ".

Art.3. Artikel 262, tweede lid, van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2023, wordt in de volgende lezing hersteld:
  "Voor de ontvanger van de gewaarborgde bezoldiging in toepassing van hoofdstuk III, komt de "jaarwedde" overeen met de genoemde gewaarborgde bezoldiging. ".

Art.4. Artikel 278 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2023, wordt in de volgende lezing hersteld:
  'Art. 278. Wat betreft het personeelslid dat in aanmerking komt voor de gewaarborgde bezoldiging, is het bedrag dat in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de veranderlijke gedeelten van de eindejaarstoelage, dat van de gewaarborgde bezoldiging. ".

Art.5. Dit besluit treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.