29 APRIL 2025. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 september 2004 betreffende de voorwaarden en de toekenningsprocedure van concessies voor de exploratie en de exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen in de territoriale zee en op het continentaal plat wat betreft de concessie
Art. 1-28
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 1 september 2004 betreffende de voorwaarden en de toekenningsprocedure van concessies voor de exploratie en de exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen in de territoriale zee en op het continentaal plat, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) de bepaling onder 2° wordt opgeheven;
a) de bepaling onder 7° wordt opgeheven;
b) de bepaling onder 8°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, wordt vervangen als volgt:
"8° "milieuvergunningsbesluit": koninklijk besluit van 26 april 2024 betreffende de procedure tot instelling van mariene beschermde gebieden, tot Natura 2000-toelating en Natura 2000-goedkeuring en tot milieuvergunning in de Belgische zeegebieden;";
c) de bepaling onder 8° /1 wordt ingevoegd, luidende:
"8° /1 "milieuvergunning": milieuvergunning voor de exploratie en exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen van de zeebodem en van de ondergrond toegekend krachtens titel 5, hoofdstuk II, van het milieuvergunningsbesluit;";
d) in de bepaling onder 12°, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 2014, worden de woorden "de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 29 september 1997 houdende de overdracht van de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium naar" vervangen door de woorden "de wetenschappelijke dienst Beheerseenheid Mathematisch model van de Noordzee van de Operationele Directie Natuurlijk Milieu van";
f) in de bepaling onder 18° wordt het woord "exploitatie" vervangen door de woorden "uitzonderlijke en onvoorzienbare exploitatie";
g) de bepaling onder 29°, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, wordt opgeheven;
h) de bepaling onder 30° wordt opgeheven;
i) in de Nederlandstalige tekst van de bepaling onder 31°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2014, worden de woorden "behorende tot" vervangen door het woord "van";
j) de bepaling onder 37°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, wordt opgeheven.
Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 2014 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden ", met uitzondering van sectoren 3a en 3b" opgeheven;
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.3. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 maart 2014 en van 12 juli 2022, wordt opgeheven.
Art.4. In artikel 8 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "worden aan de afgevaardigde van de minister betekend" vervangen door de woorden "worden ingediend bij de afgevaardigde van de minister";
2° in paragraaf 1, tweede lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 2014 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, wordt de zin "De aanvrager betekent het ingevulde formulier met zijn bijlagen, evenals het milieueffectbeoordelingsrapport, zoals beschreven in hoofdstuk 2 van het MEB-besluit, in één van de landstalen in één papieren en één elektronisch exemplaar aan de afgevaardigde van de minister." vervangen als volgt:
"Het ingevulde formulier met eventuele bijlagen, wordt in één van de landstalen door de aanvrager betekend of digitaal verstuurd aan de afgevaardigde van de minister.";
3° in paragraaf 2, eerste lid, 4° worden de woorden "in het geval van een exploratie- en of exploitatie-aanvraag in de controlezones," opgeheven;
4° paragraaf 2, eerste lid, 5°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 april 2014, wordt opgeheven;
5° paragraaf 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 2014, wordt vervangen als volgt:
" § 3. De aanvrager kan de aanvraag ten vroegste indienen na ontvangst van het attest ter bevestiging van de volledigheid en ontvankelijkheid zoals bepaald in artikel 101, § 1, van het milieuvergunningsbesluit en moet deze ten laatste één maand na het verkrijgen van de milieuvergunning voor de gevraagde activiteit hebben ingediend.".
Art.5. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "van het dossier" vervangen door de woorden "van het betekend of ontvangen dossier";
2° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "na vaststelling van de volledigheid van het dossier" ingevoegd tussen de woorden "binnen de tien dagen" en de woorden "in een register van concessieaanvragen";
3° in paragraaf 3, derde lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 2014, worden de woorden "en informeert de bevoegde minister en de BMM van deze inschrijving" opgeheven.
Art.6. In hetzelfde besluit worden de volgende artikelen opgeheven:
1° artikel 9/1, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2014 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018;
2° artikel 10, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018.
Art.7. Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 april 2014 en 21 oktober 2018, wordt vervangen als volgt:
"Art. 11. § 1. In het geval de aanvrager een milieuvergunning voor de gevraagde activiteiten reeds heeft bekomen, wordt de aanvraag en het besluit tot verlening van de milieuvergunning door de afgevaardigde van de minister binnen de veertien dagen na de inschrijving in het register bedoeld in artikel 9, § 3, aan de commissie bezorgd.
In het geval de aanvrager nog geen milieuvergunning voor de gevraagde activiteiten heeft bekomen, wordt de aanvraag door de afgevaardigde van de minister binnen de veertien dagen na de inschrijving in het register bedoeld in artikel 9, § 3, aan de commissie bezorgd. Het besluit tot verlening van de milieuvergunning wordt door de Algemene Directie aan de commissie bezorgd binnen de veertien dagen na ontvangst van het besluit zoals voorzien in artikel 103, § 6, van het milieuvergunningsbesluit.
§ 2. In het geval de milieuvergunning voor deze activiteit wordt geweigerd, wordt de aanvraag onontvankelijk verklaard en wordt dit aan de aanvrager betekend door de afgevaardigde van de minister.".
Art.8. In artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijk besluiten van 19 april 2014 en 21 oktober 2018, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt:
" § 1. De commissie brengt binnen dertig dagen een advies uit aan de afgevaardigde van de minister. De termijn van dertig dagen begint te lopen vanaf de ontvangst van het besluit tot verlening van de milieuvergunning door de commissie zoals bepaald in artikel 11, § 1.
Dit advies kan gepaard gaan met technische voorwaarden betreffende de toelating, inzonderheid wat betreft artikel 15, § 2.".
Art.9. Artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, wordt vervangen als volgt:
"Art. 13. Binnen dertig dagen na de ontvangst van het advies krachtens artikel 12, § 1, of, bij gebrek aan advies binnen de voorgeschreven termijn, wordt het dossier, minstens bestaande uit de aanvraag met eventuele bijlagen, het besluit tot verlening van de milieuvergunning en, desgevallend, het advies van de commissie overgemaakt aan de minister voor beslissing.".
Art.10. Artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 maart 2014, 19 april 2014 en 21 oktober 2018, wordt vervangen als volgt:
"Art. 14. De minister spreekt zich binnen de dertig dagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier bedoeld in artikel 13 uit over de aanvraag.".
Art.11. In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, worden de woorden "de in artikel 15 van het MEB-besluit bedoelde gemotiveerde conclusie en" opgeheven;
2° in de paragrafen 3 en 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 april 2014 en 21 oktober 2018, wordt het woord "tien" telkens vervangen door het woord "veertien";
3° in paragraaf 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 april 2014 en 21 oktober 2018, worden de woorden "of het advies van de bevoegde minister ongunstig is," opgeheven;
4° in paragraaf 5, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in het eerste lid worden de woorden "en, in gevallen bedoeld in artikel 13 van het MEB-besluit, schriftelijk meegedeeld aan de betrokken lidstaten en/of verdragsluitende partijen" opgeheven;
a) in het tweede lid wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt:
"2° de praktische informatie over toegang tot beroepsprocedures bij administratieve en rechterlijke instanties.".
Art.12. In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 20 maart 2014, 19 april 2014 en 12 juli 2022, worden de woorden "in de controlezones zoals bepaald in artikel 15, § 1, van het MRP-besluit" vervangen door de woorden "in één of meerdere controlezones bepaald in het concessiebesluit".
Art.13. In artikel 19, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 19 april 2014, worden de woorden "Hiervoor" vervangen door de woorden "Na instemming door de minister bevoegd voor het Marien milieu overeenkomstig artikel 99, § 1, van het milieuvergunningsbesluit".
Art.14. In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bestaande tekst, dat het eerste lid zal vormen, worden de woorden "ten minste één jaar voor het verstrijken van de geldigheidsduur ervan" opgeheven;
2° wordt het artikel aangevuld met een lid, luidende:
"Indien het besluit tot verlening van milieuvergunning werd toegekend vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de exploratie- of exploitatieconcessie, wordt er bij het bepalen van de maximale toegestane jaarlijkse exploitatievolumes rekening gehouden met de ontgonnen hoeveelheden gedurende de vorige 5 jaar, overeenkomstig artikel 26, eerste lid.".
Art.15. In het opschrift van hoofdstuk VII van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de Franse tekst wordt het woord "Déchéance" vervangen door het woord "Echéance";
2° het woord "intrekking" wordt vervangen door het woord "vervallenverklaring".
Art.16. In artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "intrekking" wordt vervangen door de woorden "de opheffing";
2° in de Nederlandse tekst wordt het woord "wegens" ingevoegd tussen de woorden "verval of" en het woord "verzaking".
Art.17. In artikel 22 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 2014 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 4 juli 2024, worden de woorden "in te trekken" vervangen door de woorden "op te heffen";
2° in paragraaf 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 april 2014 en 4 juli 2024, wordt vóór het eerste lid een lid toegevoegd, luidende:
"De vervallenverklaring van de concessie wordt aangekondigd op de website van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.";
3° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "intrekking voor verval" vervangen door het woord "vervallenverklaring".
Art.18. In hetzelfde besluit wordt een artikel 22/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 22/1. Bij het geheel opheffen of bij het vervallen van de milieuvergunning, spreekt de minister bij besluit het verval van de concessie uit. Dat besluit wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
De vervallenverklaring van de concessie wordt aangekondigd op de website van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. Het besluit tot vervallenverklaring van de concessie wordt binnen twintig dagen na de beslissing betekend aan de titularis. Een afschrift wordt aan de leden van de commissie overgemaakt.
Bij een gedeeltelijke opheffing van de milieuvergunning kan de afgevaardigde van de minister voorstellen om de concessie niet op te heffen indien de gedeeltelijke opheffing van de milieuvergunning geen impact heeft op de concessie. De leden van de commissie worden geïnformeerd over de beslissing van de minister.".
Art.19. In artikel 23 van hetzelfde besluit, wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:
"De verzaking van de concessie wordt aangekondigd op de website van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.".
Art.20. In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, wordt het tweede lid opgeheven;
2° in paragraaf 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 april 2018, worden de woorden "de artikelen 9, 9/1 en 10" vervangen door de woorden "de artikelen 9 tot en met 14";
3° paragraaf 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, wordt opgeheven;
4° in paragraaf 4, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 2014 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in het eerste lid wordt de zin "Mits positief advies van de bevoegde minister, verleent de minister het concessiebesluit." vervangen als volgt:
"De minister verleent het concessiebesluit voor een bepaalde duur, die beperkt is tot ten hoogste tien jaar.";
b) in het eerste lid worden de woorden "de in artikel 15 van het MEB-besluit bedoelde gemotiveerde conclusie," opgeheven;
b) in het eerste lid worden de woorden "en de maatregelen genomen in toepassing van artikel 16 van het MEB-besluit" opgeheven;
c) in het eerste lid wordt de zin "De minister volgt hierbij de voorwaarden gekoppeld aan de Natura 2000 toelating" opgeheven;
d) in het tweede lid worden de woorden "bij uittreksel" opgeheven;
5° in paragraaf 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 april 2014, wordt het eerste lid aangevuld met de woorden "binnen de veertien dagen te rekenen vanaf de ondertekening van het concessiebesluit door de minister";
6° een paragraaf 5/1 wordt ingevoegd, luidende:
" § 5/1. De volumes ontgonnen in het kader van § 1 worden niet meegerekend in het maximale exploitatievolume zoals bedoeld in artikel 25, eerste lid.";
7° in paragraaf 8, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in het eerste lid worden de woorden "en, in gevallen bedoeld in artikel 13 van het MEB-besluit, schriftelijk meegedeeld aan de betrokken lidstaten en/of verdragsluitende partijen" opgeheven;
a) in het tweede lid wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt:
"2° de praktische informatie over de toegang tot beroepsprocedures bij administratieve en rechterlijke instanties.".
Art.21. In artikel 25, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 2014, worden de woorden "uitzonderlijke projecten," vervangen door de woorden "uitzonderlijke projecten, met de volumes ontgonnen overeenkomstig artikel 24, noch met de volumes ontgonnen overeenkomstig artikel 24/1,".
Art.22. In artikel 26, eerste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 april 2014 en van 12 juli 2022, worden de woorden "De minister legt" vervangen door de woorden "Behoudens de volumes ontgonnen voor uitzonderlijke projecten en de volumes ontgonnen overeenkomstig artikel 24, legt de minister".
Art.23. In artikel 36 van hetzelfde besluit wordt de zin "Uitzonderlijk kan in het belang van het behoud van het mariene milieu en/of van de zeevisserij in bepaalde zones de ontginning tijdelijk beperkt of verboden worden." vervangen als volgt: "In het belang van het behoud van het mariene milieu, de zeevisserij en/of van het storten van baggerspecie kan in bepaalde zones of in een gedeelte hiervan de ontginning al dan niet tijdelijk beperkt of verboden worden.".
Art.24. In artikel 46, paragraaf 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden ", alsook van de bijzondere voorwaarden die zouden kunnen resulteren uit de milieu-effectenbeoordeling, zoals vastgesteld in het MEB-besluit," opgeheven.
Art.25. In artikel 49/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018, worden de woorden "tussen 15 juli en 15 augustus" vervangen door de woorden "vanaf 15 juli tot en met 15 augustus".
Art.26. Elke hangende aanvraag tot toekenning, verlenging, wijziging, uitbreiding, overdracht of intrekking van een concessie die is ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit, wordt behandeld overeenkomstig de regels die van toepassing zijn voor deze datum.
Art.27. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 28. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.