Details





Titel:

6 FEBRUARI 2025. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit



Inhoudstafel:


Art. 1-17



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2023041432 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2, § 1, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, wordt het punt 25° /1 ingevoegd, luidend als volgt:
  "25° /1 braakland: het bouwland dat deel uitmaakt van het wisselbouwsysteem van het bedrijf, al dan niet bewerkt, en dat bestemd is om tijdens de duur van een seizoen geen oogst voort te brengen;".

Art.2. In artikel 17, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, worden de woorden "Lid 1" vervangen door de woorden "Lid 1, 1°, ".

Art.3. In artikel 24, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt de inleidende zin aangevuld met de woorden "of de steunaanvraag".

Art.4. In Deel 3, Titel 1 van hetzelfde besluit, wordt een artikel 41/1 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 41/1. § 1. Met het oog op de toepassing van artikel 13, § 2bis, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 en het toestaan van tijdelijke afwijkingen in het kader van de goede landbouw- en milieuconditie, wordt een Waals comité opgericht.
  Het in lid 1 bedoeld Waals comité wordt samengesteld uit:
  1° een personeelslid van de Directie Landbouwbeleid van het Departement Europees Beleid en Internationale Overeenkomsten van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu;
  2° een agrometeorologisch specialist van het "Centre wallon de Recherches agronomiques de Gembloux" ;
  3° een agrometeorologisch specialist van het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België;
  4° een personeelslid van het betaalorgaan;
  5° een personeelslid van het "Département du Développement, de la Ruralité et des Cours d'eau et du Bien-Etre animal" (Departement Ontwikkeling, Landelijke Aangelegenheden, Waterlopen en Dierenwelzijn);
  6° technische deskundigen die het bij de afwijking betrokken onderwerp vertegenwoordigen;
  Het lid bedoeld in paragraaf 2, 1°, is voorzitter van het Waals comité bedoeld in het eerste lid.
  De in het tweede lid, 1° tot en met 5°, bedoelde leden zijn de permanente leden van het Waalse comité bedoeld in het eerste lid.
  § 2. Het in paragraaf 1 bedoelde Waalse comité vergadert op verzoek van de minister om een wetenschappelijk rapport op te stellen over de agrometeorologische situatie.
  In het in lid 1 bedoelde wetenschappelijke rapport worden, in voorkomend geval, tijdelijke afwijkingen voorgesteld die mogelijk zijn in het kader van goede landbouw- en milieuconditie.
  Op basis van het wetenschappelijke rapport, bedoeld in het eerste lid, kan de minister een tijdelijke afwijking toestaan in het kader van goede landbouw- en milieuconditie. ".

Art.5. Artikel 44, § 1, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
  "Voor de toepassing van het eerste lid en in afwijking van artikel 42, 1°, wordt in het jaarlijkse aandeel ook rekening gehouden met de arealen blijvend grasland die in het GBCS als landbouwarealen zijn opgenomen, die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het referentieaandeel, vermeld in artikel 42, 2°, en die niet door de begunstigden zijn aangegeven in een steunaanvraag bedoeld in de volgende besluiten:
  1° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de basisinkomenssteun voor duurzaamheid, de aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid en de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers;
  2° besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
  3° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de eco-regelingen. ".

Art.6. Artikel 45 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
  " Bij de toepassing van artikel 48, § 3, derde lid, a), van Verordening (EU) nr. 2022/126 van 7 december 2021 worden voor de in het tweede lid bedoelde verplichting tot omzetting alleen de arealen in aanmerking genomen die opnieuw in blijvend grasland moeten worden omgezet of waarop voor een bepaald jaar blijvend grasland moet worden aangelegd, wanneer deze arealen groter zijn dan de arealen blijvend grasland die in het GBCS als landbouwarealen zijn opgenomen, die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het in artikel 42, lid 2, bedoelde referentieaandeel en die niet door de begunstigden zijn aangegeven in een steunaanvraag bedoeld in de volgende besluiten:
  1° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de basisinkomenssteun voor duurzaamheid, de aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid en de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers;
  2° besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
  3° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de eco-regelingen. ".

Art.7. In artikel 55, § 3, lid 1, 2°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, worden de woorden "in lid 2" vervangen door de woorden "in paragraaf 2".

Art.8. In artikel 61 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° lid 2 wordt vervangen door wat volgt:
  "Om te voldoen aan de in lid 1 vastgestelde eis zorgt de landbouwer voor ten minste een van de volgende elementen:
  1° de aanwezigheid van residuen van landbouwproducten, op voorwaarde dat zij ten minste 75% van het perceel bedekken;
  2° de aanwezigheid van aangegroeide graangewassen en oliehoudende planten, op voorwaarde dat deze op 1 november ten minste 75% van het perceel bedekken;
  3° het planten van tussenteelten en secundaire teelten vóór 1 november;
  4° het onderhoud van de huidige teelt tijdens de periode bedoeld in het eerste lid;
  5° het planten van een winterteelt vóór 1 januari van het volgende jaar. ";
  2° tussen de leden 2 en 3 wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt:
  "In het kader van de maïsteelt (Zea mays) worden de maïsstokken en hun wortelstelsel beschouwd als residuen van landbouwproducten die ten minste 75% van het perceel bedekken in de zin van lid 2, 1°, indien zij na de oogst op hun plaats blijven. ";
  3° het voormalige lid 3, thans lid 4, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, wordt, in de Franse versie, het woord "nul" vervangen door het woord "nu";
  4° het voormalige lid 4, thans lid 5, wordt opgeheven;
  5° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt:
  "Wanneer het hoofdgewas na 30 september wordt geoogst, is aan de eis van lid 1 voldaan als de landbouwer zorgt voor een van de elementen in lid 2, 1° tot en met 3° en 5°. Bij gebreke daarvan zijn landbouwers vrijgesteld van de verplichting krachtens artikel 13, § 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021.
  Lid 7 is niet van toepassing op de maïsteelt (Zea may). ".

Art.9. In artikel 62 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) het eerste lid, eerste zin, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, wordt aangevuld met de woorden " en die onder het toepassingsgebied van artikel 54, § 1 vallen. ";
  b) het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin:
  "In het geval van meteorologische beperkingen die de inzaai verstoren en die in een wetenschappelijk rapport worden beschreven, kan de Minister kale grond toestaan gedurende een periode van maximaal vier weken. ";
  2° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, worden de woorden "in het eerste lid" vervangen door de woorden "in paragraaf 1".

Art.10. In Deel 3, Titel 2, hoofdstuk I, afdeling 3, onderafdeling 4, van hetzelfde besluit, wordt een artikel 62/1 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 62/1. Om het bodempotentieel te behouden, voert de landbouwer een van de volgende praktijken uit:
  1° de gewasrotatie op het bouwland bedoeld in artikel 63;
  2° de gewasdiversificatie op het bouwland bedoeld in artikel 63/1. ".

Art.11. Artikel 63, § 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt:
  "Voor de toepassing van lid 1, 1°, worden wintergewassen en voorjaarsgewassen beschouwd als verschillende gewassen, zelfs indien ze tot hetzelfde geslacht behoren.
  Voor de toepassing van lid 1 worden door het betaalorgaan bepaalde samenstellingen van een mengsel van planten als een gewas beschouwd. ".

Art.12. In hetzelfde besluit wordt een artikel 63/1 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 63/1. § 1. De landbouwer diversifieert de gewassen volgens de volgende modaliteiten:
  1° wanneer het bouwland van een bedrijf tussen tien en dertig hectare heeft, hij het bouwland van het bedrijf teelt met ten minste twee verschillende gewassen;
  2° wanneer het bouwland van een bedrijf meer dan dertig hectare heeft, bestaat gewasdiversificatie erin dat het bouwland van een bedrijf wordt geteeld met ten minste drie verschillende gewassen op dat bouwland.
  Voor de toepassing van lid 1, 1°, beslaat het hoofdgewas niet meer dan 75% van het bouwland.
  Voor de toepassing van lid 1, 2°, beslaat het hoofdgewas niet meer dan 75% van het bouwland en beslaan de twee hoofdgewassen samen niet meer dan 95% van het bouwland.
  § 2. Voor de toepassing van paragraaf 1 wordt onder "verschillende gewassen" verstaan de volgende gewassen:
  1° een gewas van een van de verschillende botanische geslachten;
  2° een gewas van een van de soorten in het geval van kruisbloemingen, nachtschadefamilie en komkommerachtigen;
  3° een braakliggend land;
  4° een land dat bestemd is voor de productie van gras of andere kruidachtige voedergewassen;
  5° een gewas van één van de verschillende samenstellingen van een mengsel van planten bepaald door het betaalorgaan.
  Voor de toepassing van lid 1, 1° en 2°, worden wintergewassen en voorjaarsgewassen beschouwd als verschillende gewassen, zelfs indien ze tot hetzelfde geslacht behoren.
  Voor de toepassing van dit artikel worden spelt (Triticum spelta) en kleine spelt (Triticum monococcum) beschouwd als gewassen die gescheiden zijn van tarwe (Triticum aestivum). ".

Art.13. In artikel 64 van hetzelfde besluit worden de woorden "Artikel 63, lid 1, is" vervangen door de woorden "Artikels 63, § 1, en 63/1, § 1, zijn".

Art.14. Artikelen 67 tot en met 71 worden opgeheven.

Art.15. In artikel 74 van hetzelfde besluit, wordt een lid ingevoegd tussen het eerste lid en het tweede lid, luidend als volgt:
  "Voor de toepassing van lid 1 wordt onder "vernieling" verstaan: elke handeling met betrekking tot inheemse bomen of inheemse heggen die tot gevolg heeft dat de doelstelling om de biodiversiteit op landbouwbedrijven te verbeteren, aanzienlijk wordt ondermijnd. ".

Art.16. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2025.
  In afwijking van het eerste lid hebben de bepalingen van de artikelen 10 tot en met 13 uitwerking op 1 januari 2024.

Art. 17. De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.