14 DECEMBER 2022. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 26 november 2018 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018 tot regeling van het infrastructuurforfait binnen de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
Art. 1-2
Artikel 1. Aan artikel 2 van het ministerieel besluit van 26 november 2018 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018 tot regeling van het infrastructuurforfait binnen de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Voor de opmaak van het verslag, vermeld in artikel 21, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018, wordt de bezetting van de collectieve en ondersteunende zorglokalen bepaald als volgt:
1° het gebruik van het aantal capaciteitseenheden collectieve en ondersteunende zorglokalen uit de projectomschrijving dat niet meer bedraagt dan de effectief bezette eenheden woonzorgondersteuning van het project, wordt verdeeld in zorggroepen volgens de proportionele verdeling over zorggroepen van de effectief bezette eenheden van de woonondersteuning van het project;
2° het gebruik van het aantal capaciteitseenheden collectieve en ondersteunende zorglokalen uit de projectomschrijving dat meer bedraagt dan de effectief bezette eenheden van de woonondersteuning van het project, behoort tot zorggroep 2, als vermeld in bijlage 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018. Dat aantal wordt beperkt tot het aantal effectief bezette eenheden woonondersteuning van de voorziening na aftrek van de effectief bezette wooneenheden van het project en na aftrek van de eenheden woonondersteuning die een onvoldoende zorgzwaarte hebben om in aanmerking te komen voor het infrastructuurforfait.".
Art. 2. Aan artikel 3 van hetzelfde besluit worden een punt 4° en 5° toegevoegd die luiden als volgt:
"4° het agentschap heeft vastgesteld dat de persoon met een handicap behoort tot de doelgroep ernstig of volledig functieverlies in één of beide onderste ledematen, vermeld in de hulpmiddelenfiches die opgenomen zijn in bijlage IV bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van personen met een handicap;
5° hij beschikt over een tegemoetkoming voor een manuele rolstoel, een elektronische rolstoel (voor gebruik binnenshuis of binnen- en buitenshuis) of een elektronische binnenscooter, elektronische binnen/buitenscooter of elektronische buitenscooter, verleend conform de bepalingen van boek 2, deel 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming. De tegemoetkoming moet verleend zijn voor de aankoop van het mobiliteitshulpmiddel of binnen het systeem van huur voor gebruikers met een snel degeneratieve aandoening.".