6 FEBRUARI 2025. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 februari 2025 betreffende de wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 10 november 2021 tot bepaling van het huishoudelijk reglement van de evaluatiecommissie voor de mandaathouders van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art. 4
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen
Artikel 1. In artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 november 2021 tot bepaling van het huishoudelijk reglement van de evaluatiecommissie voor de mandaathouders van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden "Emile Jacqmainlaan 20 te 1000 Brussel" vervangen door "Sint-Lazarusplein 2, 1035 Brussel".
Art.2. Artikel 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 november 2021 tot bepaling van het huishoudelijk reglement van de evaluatiecommissie voor de mandaathouders van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2 en 3, luidende:
" § 2 Indien het secretariaat kennis neemt van omstandigheden waardoor een lid van de evaluatiecommissie zijn of haar onafhankelijkheid of onpartijdigheid niet kan garanderen of die aanleiding kunnen geven tot of kunnen worden opgevat als aanleiding gevend tot een belangenconflict, zoals bepaald in artikel 10 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, en indien het lid van de evaluatiecommissie zelf geen initiatief heeft genomen om dit te signaleren aan het secretariaat zoals voorzien in artikel 11 vierde lid, stelt het secretariaat het betrokken jurylid en de minister van Openbaar Ambt daarvan onmiddellijk in kennis.
Het lid van de evaluatiecommissie wiens onafhankelijkheid of onpartijdigheid in het gedrang kan komen of voor wie een belangenconflict dreigt te ontstaan, onthoudt zich van deelname aan de betrokken evaluatieprocedure. Indien het lid van oordeel is dat hij of zij zich in de gegeven omstandigheden niet moet terugtrekken, stelt deze het secretariaat hiervan in kennis per mail met een motivering van de weigering tot terugtrekking. Het secretariaat stelt vervolgens de minister van Openbaar Ambt hiervan in kennis, die een gemotiveerde beslissing tot uitsluiting van het lid van de evaluatiecommissie voor de betrokken evaluatieprocedure ter goedkeuring kan voorleggen aan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest.
§ 3 Naast de bepalingen in paragraaf 2 met betrekking tot onafhankelijk, onpartijdigheid en belangenconflict, kan het secretariaat op grond van de bepalingen 1 tot 6 van de deontologische code, gevoegd als bijlage bij dit besluit, de in paragraaf 2 vermelde procedure aanvatten.".
Art.3. In hetzelfde besluit wordt de bijlage vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art.4.De minister bevoegd voor het Openbaar Ambt is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
Deontologische code evaluatiecommissie
De leden van de commissie verbinden zich ertoe:
1. te handelen met loyaliteit, waardigheid, eerlijkheid, integriteit, onafhankelijkheid, ijver en competentie;
2. zowel de procedure als de mandaathouders te respecteren, alsook de waarden van de gewestelijke overheidsdiensten en instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
3. hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid te garanderen, die onlosmakelijk verbonden is aan het uitoefenen van hun functie;
4. vanaf zij ervan kennis hebben genomen elke omstandigheid te communiceren die van invloed kan zijn op hun onafhankelijkheid of een belangenconflict kan veroorzaken, of die als dusdanig beschouwd zou kunnen worden;
5. vertrouwelijk te handelen, in het bijzonder wat betreft de geheimhouding van bekomen informatie en deliberaties;
6. objectiviteit en neutraliteit te tonen, en een eerlijke behandeling te garanderen voor alle mandaathouders, zonder enige vorm van partijdigheid of discriminatie.
Indien een lid van de evaluatiecommissie afwijkt van deze deontologische code, kan hij/zij niet langer zetelen.
Datum:
Naam en handtekening: