28 JANUARI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1999 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de leden van de Ombudsdienst Pensioenen
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 15 maart 1999 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de leden van de Ombudsdienst Pensioenen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Overgangsmaatregelen
Art. 3
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - Uitvoeringsbepaling
Art. 5
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 15 maart 1999 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de leden van de Ombudsdienst Pensioenen
Artikel 1. In artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 15 maart 1999 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de leden van de Ombudsdienst Pensioenen, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepalingen onder het eerste streepje wordt opgeheven;
2° de bepalingen onder het vierde streepje, 1, wordt vervangen als volgt:
"1. verlof om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen van de federale wetgevende kamers, van de gewest- en gemeenschapsraden of van de provincieraden, de gemeenteraden of van de Europese vergaderingen of om een ambt uit te oefenen in een cel beleidsvoorbereiding of het kabinet van een minister of een staatssecretaris of in het kabinet van de voorzitter of van een lid van de regering van een Gemeenschap, van een Gewest, van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;"
3° de bepalingen onder het vierde streepje, 8, wordt opgeheven;
4° de bepalingen onder het vierde streepje, 11 en 12, worden de vervangen als volgt:
"11. verlof voor loopbaanonderbreking uitgezonderd die die het ouderschapsverlof, de palliatieve verzorging en het verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid betreffen;
12. verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheid;"
5° In het vierde streepje, wordt een 13 ingevoegd, luidende:
"13. de vierdagenweek met en zonder premie;"
6° In het vierde streepje, wordt een 14 ingevoegd, luidende:
"14. halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar;"
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid vervangen als volgt:
"De regels inzake de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt zijn van toepassing op de leden van de ombudsdienst. Zij worden ingeschaald in de weddeschaal NA42.";
2° in het tweede lid wordt het woord "ervaring" vervangen door het woord "beroepservaring";
3° het derde lid wordt opgeheven.
HOOFDSTUK II. - Overgangsmaatregelen
Art.3. In afwijking van het artikel 2 van dit besluit, behoudt de mandataris die zijn mandaat uitoefent op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit zijn huidige weddeschaal, met inbegrip van alle voordelen, totdat hij in zijn nieuwe weddeschaal een wedde verkrijgt die gelijkwaardig is aan die verbonden aan zijn oude graad of zijn oude klasse, verhoogd met zijn voordelen.
Het geldelijk statuut blijft ook bij een eventuele hernieuwing behouden.
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art.4. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
HOOFDSTUK IV. - Uitvoeringsbepaling
Art. 5. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.