Details





Titel:

6 DECEMBER 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2022 tot toekenning van een subsidie aan lokale besturen voor de opbouw van opvangcapaciteit voor tijdelijk ontheemden uit Oekraïne, tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering en tot intrekking van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot toekenning van een subsidie aan lokale besturen voor het creëren van bijkomende opvangplaatsen voor de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2022020740 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2022 tot toekenning van een subsidie aan lokale besturen voor de opbouw van opvangcapaciteit voor tijdelijk ontheemden uit Oekraïne, tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering en tot intrekking van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot toekenning van een subsidie aan lokale besturen voor het creëren van bijkomende opvangplaatsen voor de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° er wordt een punt 1° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "1° /1 agentschap Facilitair Bedrijf: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "agentschap Facilitair Bedrijf";";
  2° er wordt een punt 7° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "7° /1 Vlaams Gemeentefonds: het fonds waarvan de regels inzake de verdeling en de dotatie zijn vastgesteld in het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds;".

Art.2. In artikel 1/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2022 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 november 2022, 31 maart 2023 en 1 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het vijftiende lid wordt de datum "28 februari 2025" vervangen door de datum "31 maart 2025" en wordt het getal "0,30" vervangen door het getal "0,225";
  2° er worden een zestiende tot en met een negentiende lid toegevoegd, die luiden als volgt:
  "Voor de dertiende schijf van de subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 30 juni 2025 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,225.
  Voor de veertiende schijf van de subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 30 september 2025 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,225.
  Voor de vijftiende schijf van de subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 31 december 2025 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,225.
  Voor de zestiende schijf van de subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 28 februari 2026 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,225.".

Art.3. In artikel 7, derde lid, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "plaatsings- en verwijderingskosten" vervangen door het woord "plaatsingskosten".

Art.4. Aan hoofdstuk 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 juni 2022, 18 november 2022 en 16 december 2022, wordt een artikel 7/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 7/1. De stad Antwerpen en de stad Mechelen komen in aanmerking voor een subsidie van het Vlaamse Gewest voor de ontmanteling van het nooddorp, vermeld in artikel 7.
  De volgende reële kosten komen in aanmerking voor de subsidie, vermeld in het eerste lid:
  1° de afbraak- en verwijderingskosten van de mobiele units en de polyvalente ruimtes, waaronder de kosten voor demontage, transport en de huur van machines;
  2° de schade- en herstellingskosten aan de mobiele units en de polyvalente ruimtes;
  3° de kosten die verbonden zijn aan het herstel van het terrein in de staat vóór de opbouw van het nooddorp, waaronder de kosten voor de afbraak van riolering en elektrische installaties, de werfinrichting, het verwijderen van bestrating en stortkosten.
  Alleen de facturen of de bewijsstukken voor de kosten, vermeld in het tweede lid, die gemaakt worden tot uiterlijk negen maanden na de buitenwerkingtreding van artikel 7, komen in aanmerking. De facturen of de bewijsstukken worden ingediend uiterlijk twaalf maanden na de buitenwerkingtreding van artikel 7. De facturen of de bewijsstukken worden ingediend op de wijze, vermeld in artikel 9, eerste tot en met derde lid.
  Het agentschap berekent de subsidies, vermeld in het eerste lid.
  Het agentschap Facilitair Bedrijf controleert de ingediende facturen of bewijsstukken, vermeld in het derde lid.
  Als een stad als vermeld in het eerste lid, voldoet aan de voorwaarden om de subsidies, vermeld in het eerste lid, te ontvangen, betaalt het agentschap het vastgestelde subsidiebedrag uiterlijk vijftien maanden na de buitenwerkingtreding van artikel 7 op de rekening van de gemeente waarop het laatste aandeel van het Vlaams Gemeentefonds is gestort.".

Art.5. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2023, wordt een hoofdstuk 4/1, dat bestaat uit artikel 7/2 tot en met 7/3, ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "HOOFDSTUK 4/1. Uitfasering van publieke en specifieke slaapplekken en slaapplekken in nooddorpen - subsidiëring
  Art. 7/2. Vanaf 1 januari 2025 worden geen nieuwe slaapplekken meer aangemeld in de Vlaamse Huisvestingstool.
  Art. 7/3. Een lokaal bestuur komt in aanmerking voor een forfaitaire subsidie van 1000 euro per slaapplek, uitgezonderd de private slaapplekken, vermeld in artikel 2, die geregistreerd, gevalideerd en, als dat vereist is, bevestigd is in de Vlaamse Huisvestingstool, en die op 1 januari 2025 is toegewezen aan een ontheemde. Per lokaal bestuur zijn er op 1 januari 2025 minimaal vijf toegewezen slaapplekken, exclusief de private slaapplekken, vermeld in artikel 2, om in aanmerking te komen voor de subsidie.
  Een lokaal bestuur komt in aanmerking voor een forfaitaire subsidie van 1000 euro voor elke nieuwe ontheemde in België met opvangnood die via het agentschap wordt toegewezen aan een publieke slaapplek die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, tweede lid, 1°, 2°, 3°, 5° en 6°, en een slaapplek in een nooddorp als vermeld in artikel 7, met het oog op de doorstroom. Het agentschap registreert per maand het aantal ontheemden die worden toegewezen aan die slaapplekken.".

Art.6. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 juni 2022 en 31 maart 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt de zinsnede "en artikel 6" vervangen door de zinsnede ", 6 en 7/3, eerste lid";
  2° in het tweede lid wordt de zinsnede "en de subsidie vermeld in artikel 1/1" vervangen door de zinsnede "en artikel 1/1 en 7/3, tweede lid";
  3° er wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Met de subsidies, vermeld in dit artikel, mogen onbeperkt reserves worden aangelegd.".

Art.7. In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 juni 2022 en 31 maart 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt de zinsnede "vermeld in artikel 1/1" vervangen door de zinsnede ", vermeld in artikel 1/1 en artikel 7/3, tweede lid" en wordt de zinsnede "en artikel 6" vervangen door de zinsnede ", 6 en 7/3, eerste lid";
  2° het derde lid wordt opgeheven.

Art.8. In artikel 11 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het zesde lid wordt vervangen door wat volgt:
  "Uiterlijk op 30 juni 2025 betaalt het agentschap een zesde keer het vastgestelde subsidiebedrag op basis van de informatie op 31 maart 2025.";
  2° er worden een zevende en een achtste lid toegevoegd, die luiden als volgt:
  "Uiterlijk op 31 december 2025 betaalt het agentschap een zevende keer het vastgestelde subsidiebedrag op basis van de informatie waarover het beschikt op 30 september 2025.
  Uiterlijk op 31 juli 2026 betaalt het agentschap een achtste keer het vastgestelde subsidiebedrag op basis van de informatie op 31 maart 2026. De bewijsstukken voor de subsidies voor de reëel gemaakte kosten, vermeld in artikel 4, tweede lid, worden uiterlijk op 31 mei 2026 ingediend op de wijze, vermeld in artikel 9, eerste lid.".

Art.9. In artikel 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2023, wordt het derde lid vervangen door wat volgt:
  "Dit besluit houdt op uitwerking te hebben op 31 maart 2026, met uitzondering van artikel 7/1, dat ophoudt uitwerking te hebben op 30 juni 2027, van artikel 15 tot en met artikel 19 en van artikel 21.".

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van artikel 4, dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2024.

Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor het facilitair management, de Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het binnenlands bestuur en het stedenbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.