8 APRIL 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan lokale besturen voor deopbouw van opvangcapaciteit voor tijdelijk ontheemden uit Oekraïne, tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering en tot intrekking van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tottoekenning van een subsidie aan lokale besturen voor het creëren van bijkomende opvangplaatsen voor de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-04-2022 en tekstbijwerking tot 29-01-2024)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 1/1. [1 Subsidiëring van de begeleiding van de ontheemden ]1
Art. 1/1
HOOFDSTUK 2. [1 Private en publieke plekken in de Vlaamse Huisvestingstool en subsidiëring van de publieke plekken ]1
Art. 2-4, 4/1, 4/2, 4/3, 5
HOOFDSTUK 3. - Subsidiëring specifieke slaapplekken
Art. 6
HOOFDSTUK 4. [1 Hoofdstuk 4. Subsidiëring nooddorpen ]1
Art. 7
HOOFDSTUK 5. - Aanvraag, controle en uitbetaling van de subsidie
Art. 8-14
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepalingen
Afdeling 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne
Art. 15-18
Afdeling 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2022 tot bepaling van de huurprijs voor de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne en tot opheffing van besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne
Art. 19
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 20-23
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:
1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur";
2° duurzame slaapplek: een slaapplek die door het lokaal bestuur als dusdanig wordt beoordeeld in de Vlaamse huisvestingstool;
3° lokaal bestuur: een gemeente of openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van het Vlaamse Gewest;
4° mobiele woonunit: een mobiele woonunit als vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne;
5° opvangplaats: een gebouw of een geheel van een of meer mobiele woonunits waarin naast een of meer slaapplekken ook minimaal een of meer toiletten, baden of douches en een kookgelegenheid aanwezig zijn of waarbij die faciliteiten aanwezig zijn in de gemeenschappelijke voorzieningen aansluitend aan het gebouw;
6° slaapplek: een slaapgelegenheid voor een persoon;
7° tijdelijk ontheemden uit Oekraïne: tijdelijk ontheemden uit Oekraïne als vermeld in artikel 2, 4°, van het decreet van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne;
8° Vlaamse huisvestingstool: een tool die door de Vlaamse overheid is opgezet en die maatschappelijke organisaties en lokale besturen kunnen gebruiken om duurzame slaapplekken aan te bieden.
[1 9° Rijksregister: het Rijksregister, vermeld in artikel 1, § 1, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen.]1
----------
(1)<BVR 2022-06-29/04, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 14-03-2022>
HOOFDSTUK 1/1. [1 Subsidiëring van de begeleiding van de ontheemden ]1
----------
(1)
Art.1/1 .[1 Een gemeente komt in aanmerking voor een subsidie voor de begeleiding van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne.
Voor de berekening[3 van de eerste vier schijven, vermeld in het derde tot en met het zesde lid,]3 van de subsidie wordt uitgegaan van de optelsom van het aantal meerderjarige tijdelijk ontheemden uit Oekraïne en het aantal minderjarige Oekraïners, op basis van de informatie uit het rijksregister.
Voor de eerste schijf van deze subsidie wordt het resultaat van de optelsom, vermeld in het tweede lid, op basis van de informatie waarover het agentschap beschikt op 30 juni 2022, vermenigvuldigd met 400 en met 0,45.
Voor de tweede schijf van deze subsidie wordt het resultaat van de optelsom, vermeld in het tweede lid, op basis van de informatie waarover het agentschap beschikt op 30 september 2022, vermenigvuldigd met 400 en met 0,45.
Voor de derde schijf van deze subsidie wordt het resultaat van de optelsom, vermeld in het tweede lid, op basis van de informatie waarover het agentschap beschikt op 31 december 2022, vermenigvuldigd met 400 en met 0,3. ]1
[2 Voor de vierde schijf van deze subsidie wordt het resultaat van de optelsom, vermeld in het tweede lid, op basis van de informatie waarover het agentschap beschikt op 28 februari 2023, vermenigvuldigd met 400 en met 0,3]2
[3 Vanaf de vijfde schijf wordt uitgegaan van het aantal tijdelijk ontheemden uit Oekraïne op basis van de informatie uit het Rijksregister.
Voor de vijfde schijf van deze subsidie wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 30 juni 2023 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,30.
Voor de zesde schijf van deze subsidie wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 30 september 2023 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,30.
Voor de zevende schijf van deze subsidie wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 31 december 2023 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,30.
Voor de achtste schijf van deze subsidie wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 31 maart 2024 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,30.]3
[4 Voor de negende schijf van deze subsidie wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 30 juni 2024 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,30.
Voor de tiende schijf van deze subsidie wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 30 september 2024 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,30.
Voor de elfde schijf van deze subsidie wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 31 december 2024 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,30.
Voor de twaalfde schijf van deze subsidie wordt het aantal ontheemden, vermeld in het zevende lid, op basis van de informatie waarover het agentschap op 28 februari 2025 beschikt, vermenigvuldigd met 400 en met 0,30.]4
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2022-06-29/04, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 14-03-2022>
(2)<BVR 2022-11-18/09, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(3)<BVR 2023-03-31/18, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(4)<BVR 2023-12-01/14, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 31-03-2024>
HOOFDSTUK 2. [1 Private en publieke plekken in de Vlaamse Huisvestingstool en subsidiëring van de publieke plekken ]1
----------
(1)
Art.2.[1 ...]1
[1 Een private slaapplek]1 voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° ze is veilig, gezond en menswaardig;
2° ze ligt in een opvangplaats die aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
a) de opvangplaats is een woning die geregistreerd is als hoofdverblijfplaats van een private persoon;
b) de opvangplaats is een tweede of bijkomende verblijfswoning van een private persoon;
c) de opvangplaats is een gebouw of een mobiele woonunit die een andere actor dan het lokaal bestuur op eigen initiatief beheert en ter beschikking stelt;
3° ze is geregistreerd en gevalideerd in de Vlaamse huisvestingstool;
4° ze is minstens drie maanden beschikbaar gesteld;
5° ze is gecreëerd voor de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne;
6° ze is geen specifieke slaapplek als vermeld in artikel 6, en geen slaapplek in een nooddorp als vermeld in artikel 7.
[1 ...]1
[1 ...]1
----------
(1)<BVR 2022-06-29/04, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 14-03-2022>
Art.3.Een lokaal bestuur komt in aanmerking voor een eenmalige forfaitaire subsidie van 1000 euro van het Vlaamse Gewest voor iedere publieke slaapplek als vermeld in het tweede lid, als er [1 in de opvangplaats]1 geen opknapwerken nodig zijn. Voor die subsidie hoeft er geen toewijzing van een tijdelijk ontheemde uit Oekraïne aan de slaapplek in de Vlaamse huisvestingstool te zijn geregistreerd.
De publieke slaapplek, vermeld in het eerste lid, voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° ze is veilig, gezond en menswaardig;
2° ze ligt in een opvangplaats die aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
a) de opvangplaats wordt beheerd door het lokaal bestuur of wordt ter beschikking gesteld door het lokaal bestuur;
b) de opvangplaats wordt beheerd door een andere actor dan het lokaal bestuur op verzoek van het lokaal bestuur of wordt ter beschikking gesteld door een andere actor dan het lokaal bestuur op verzoek van het lokaal bestuur;
3° ze is geregistreerd en gevalideerd in de Vlaamse huisvestingstool;
4° ze is minstens [1 90 kalenderdagen]1 beschikbaar gesteld;
5° ze is gecreëerd voor de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne;
6° ze is geen specifieke slaapplek als vermeld in artikel 6 en geen slaapplek in een nooddorp als vermeld in artikel 7.
----------
(1)<BVR 2022-06-29/04, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 14-03-2022>
Art.4.Een lokaal bestuur komt in aanmerking voor een eenmalige forfaitaire subsidie van 400 euro van het Vlaamse Gewest voor iedere publieke slaapplek als vermeld in artikel 3, tweede lid, als er [1 in de opvangplaats]1 opknapwerken nodig zijn. Voor die subsidie hoeft er geen toewijzing van een tijdelijk ontheemde uit Oekraïne aan de slaapplek in de Vlaamse huisvestingstool te zijn geregistreerd.
Een lokaal bestuur komt in aanmerking voor de terugbetaling van de reële kosten om de slaapplekken, vermeld in het eerste lid, te doen beantwoorden aan de vereisten en normen, vermeld in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne. De terugbetaling van de reële kosten bedraagt eenmalig:
1° maximaal 2500 euro per slaapkamer;
2° maximaal 2500 euro per opvangplaats voor het geheel aan gemeenschappelijke delen.
In het tweede lid, 1°, wordt verstaan onder slaapkamer: een afsluitbare ruimte waarin een of meer slaapplekken aanwezig zijn en die een bouwtechnisch onderdeel is van een opvangplaats.
----------
(1)<BVR 2022-06-29/04, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 14-03-2022>
Art.4/1.[1 Een lokaal bestuur komt vanaf [2 1 januari 2023]2 in aanmerking voor een forfaitaire subsidie van het Vlaamse Gewest van [2 65 euro]2 per maand per publieke slaapplek.
De publieke slaapplek, vermeld in het eerste lid, voldoet aan de voorwaarden uit artikel 3, tweede lid, uitgezonderd 4°. Ze voldoet daarnaast aan de volgende voorwaarden:
1° ze is beschikbaar op de laatste dag van de maand en op de 59 daaraan voorafgaande kalenderdagen;
2° ze bevindt zich op een adres waar er op de laatste dag van de maand maximaal 14 slaapplekken zijn die voldoen aan de voorwaarde, vermeld in 1°. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2022-06-29/04, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 14-03-2022>
(2)<BVR 2022-12-16/12, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
Art.4/2.[1 Een lokaal bestuur komt vanaf [2 1 januari 2023]2 in aanmerking voor een forfaitaire subsidie van het Vlaamse Gewest van [2 220 euro]2 per maand per publieke slaapplek.
De publieke slaapplek, vermeld in het eerste lid, voldoet aan de voorwaarden uit artikel 3, tweede lid, uitgezonderd 4°. Ze voldoet daarnaast aan de volgende voorwaarden:
1° ze is beschikbaar op de laatste dag van de maand en op de 59 daaraan voorafgaande kalenderdagen;
2° ze bevindt zich op een adres waar er op de laatste dag van de maand minimaal 15 slaapplekken [2 en maximaal 49 slaapplekken]2 zijn die voldoen aan de voorwaarde, vermeld in 1°. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2022-06-29/04, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 14-03-2022>
(2)<BVR 2022-12-16/12, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
Art.4/3. [1 "Een lokaal bestuur komt vanaf 1 januari 2023 in aanmerking voor een forfaitaire subsidie van het Vlaamse Gewest van 270 euro per maand per publieke slaapplek.
De publieke slaapplek, vermeld in het eerste lid, voldoet aan de voorwaarden uit artikel 3, tweede lid, uitgezonderd 4°. Ze voldoet daarnaast aan de volgende voorwaarden:
1° ze is beschikbaar op de laatste dag van de maand en op de 59 daaraan voorafgaande kalenderdagen;
2° ze bevindt zich op een adres waar er op de laatste dag van de maand minimaal 50 slaapplekken zijn die voldoen aan de voorwaarde, vermeld in 1°. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2022-12-16/12, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
Art.5.De subsidies, [1 vermeld in artikel 3 en 4]1, eerste lid, hebben als doel de volgende kosten voor het lokale bestuur financieel te ondersteunen:
1° de kosten om een duurzame slaapplek als vermeld in dit hoofdstuk, in te richten;
2° de kosten om een minimale dienstverlening te voorzien voor de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne die op het grondgebied van het lokaal bestuur verblijven.
[1 De subsidies, vermeld in [2 artikel 4/1, 4/2 en 4/3,]2 hebben als doel om de gebruikskost en de exploitatiekost voor het lokaal bestuur financieel te ondersteunen.]1
----------
(1)<BVR 2022-06-29/04, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 14-03-2022>
(2)<BVR 2023-03-31/18, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
HOOFDSTUK 3. - Subsidiëring specifieke slaapplekken
Art.6.§ 1. Een lokaal bestuur komt in aanmerking voor een forfaitaire subsidie van het Vlaamse Gewest voor de [4 ...]4 in de Vlaamse huisvestingstool gevalideerde specifieke slaapplekken als vermeld in het derde lid. De forfaitaire subsidie bedraagt per slaapplek en per dag voor een:
1° hotel [3 of B&B]3: [2 39,2 euro]2;
2° hostel of jeugdverblijfcentrum: [2 22,4 euro]2;
3°[2 [3 vakantiewoning, vakantiepark of een ander toeristisch logies]3: 16,8 euro]2
4° assistentiewoning of serviceflat: [2 16,8 euro]2.
[3 Trekkershutten en tenten, vouwwagens, kampeerauto's, campers, rijcaravans, stacaravans en elk ander vergelijkbaar verplaatsbaar verblijf of toeristisch logies komen niet in aanmerking voor de subsidie vermeld in het eerste lid.]3
In het eerste lid wordt verstaan onder:
1° hotel: het toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden, vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
2° hostel: het toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden, vermeld in artikel 10 van het voormelde besluit van 17 maart 2017;
3° jeugdverblijfcentrum: het verblijf, vermeld in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de erkenning en de financiële ondersteuning van verblijven in het kader van "Toerisme voor Allen";
4° vakantiewoning [3 ...]3: het toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden, vermeld in artikel 9 van het voormelde besluit van 17 maart 2017;
5° vakantiepark: het toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden, vermeld in artikel 13 van het voormelde besluit van 17 maart 2017;
6° assistentiewoning: een assistentiewoning die behoort tot een groep van assistentiewoningen als vermeld in artikel 30 van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019;
7° serviceflat: een serviceflat in een serviceflatgebouw dat erkend blijft met toepassing van artikel 43, eerste of tweede lid, van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers.
[3 8° B&B: het toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden, vermeld in artikel 8 van het voormelde besluit van 17 maart 2017;
9° Toeristisch logies: een toeristisch logies als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 5 februari 2016.]3
De specifieke slaapplek, vermeld in het eerste lid, voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° ze is veilig, gezond en menswaardig;
2° ze is geregistreerd en gevalideerd in de Vlaamse huisvestingstool;
3° [4 ze is bevestigd door het agentschap in de Vlaamse huisvestingstool.]4
[5 4° ze is gecreëerd voor de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne.]5
[1 De forfaitaire subsidie vermeld in het eerste lid wordt slechts toegekend voor de kalenderdagen die vielen in een periode waarin de specifieke slaapplek gedurende minstens 90 aaneensluitende kalenderdagen ter beschikking werd gesteld in de Vlaamse huisvestingstool.
Als de laatste dag van de aaneensluitende beschikbaarheidsperiode valt na 31 augustus volstaat een aaneensluitende periode van minstens 21 kalenderdagen voor de specifieke slaapplekken vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3° ]1.
§ 2.[1 ...]1maal 20 000 toegewezen specifieke slaapplekken.
§ 3. De subsidies, vermeld in [1 paragraaf 1]1, hebben als doel de volgende kosten voor het lokale bestuur financieel te ondersteunen:
1° de kosten om de specifieke slaapplekken, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, te huren [3 en desgevallend]3 in te richten;
2° [1 ...]1
§ 4. Als een slaapplek wordt toegewezen aan een tijdelijk ontheemde uit Oekraïne, wordt de subsidie, vermeld in paragraaf 1, verminderd met een forfaitair bedrag van [2 6,6 euro]2 per slaapplek per dag.
----------
(1)<BVR 2022-06-29/04, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 14-03-2022>
(2)<BVR 2022-12-16/12, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(3)<BVR 2022-09-09/09, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 14-03-2022>
(4)<BVR 2023-03-31/18, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(5)<BVR 2023-12-01/14, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 31-03-2024>
HOOFDSTUK 4. [1 Hoofdstuk 4. Subsidiëring nooddorpen ]1
----------
(1)
Art.7.[1 [3 De stad Antwerpen, de stad Mechelen en de stad Gent komen in aanmerking voor een subsidie van het Vlaamse Gewest voor de opbouw van een nooddorp voor de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne]3]1.
[1 De gemeenten, vermeld in het eerste lid]1 komen in aanmerking voor de subsidie, vermeld in het eerste lid, als al de volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° de slaapplekken in het nooddorp zijn geregistreerd en gevalideerd in de Vlaamse huisvestingstool;
2° de slaapplekken zijn veilig, gezond en menswaardig;
3°[1 ...]1
De volgende reële kosten komen in aanmerking voor de subsidie:
1° de huurprijs van mobiele units, inclusief plaatsings- en verwijderingskosten;
2° de inrichtingskosten, onder meer meubilair en sanitaire voorzieningen;
3° de kosten die betrekking hebben op de veiligheid: onder meer verzekeringen, brandblussers en rookmelders;
4° de kosten voor het beheer en de uitbating van het nooddorp, onder meer energiekosten;
5° de kosten die betrekking hebben op de voorbereiding van het terrein en de aansluiting op nutsvoorzieningen.
Per slaapplek in het nooddorp [1 ...]1 komt het lokaal bestuur ook in aanmerking voor een eenmalige forfaitaire subsidie van 400 euro.
Als een slaapplek in het nooddorp wordt toegewezen aan een tijdelijk ontheemde uit Oekraïne, wordt de terugbetaling van de kosten, vermeld in het derde lid, [1 ...]1, verminderd met een forfaitair bedrag van [2 6,6 euro]2 per slaapplek per dag. [3 Die vermindering wordt alleen toegepast indien de huurinkomsten van de ontheemden toekomen of zouden toekomen aan het lokaal bestuur.]3
[3 Alleen de eerste 1.000 slaapplekken in het nooddorp in Antwerpen, de eerste 730 slaapplekken in het nooddorp in Mechelen en de eerste 600 slaapplekken in het nooddorp in Gent komen in aanmerking voor de subsidies vermeld in het derde lid en het vierde lid]3
----------
(1)<BVR 2022-06-29/04, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 08-04-2022>
(2)<BVR 2022-12-16/12, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(3)<BVR 2022-11-18/09, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
HOOFDSTUK 5. - Aanvraag, controle en uitbetaling van de subsidie
Art.8.[1 Als het lokaal bestuur de nodige registraties en validaties doet in de Vlaamse huisvestingstool, kan de gemeente de forfaitaire subsidies, vermeld in artikel 3, 4, eerste lid, [2 artikel 4/1, 4/2, 4/3]2 en artikel 6 ontvangen]1.
De subsidies, vermeld in het eerste lid, [1 en de subsidie vermeld in artikel 1/1]1 worden toegekend als forfaits. Er wordt voor de voormelde subsidies geen kostenrapportering gevraagd.
[1 De subsidies, vermeld in dit besluit, worden gestort op de rekening van de gemeente waarop het laatste aandeel van het gemeentefonds werd gestort.]1
----------
(1)<BVR 2022-06-29/04, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 08-04-2022>
(2)<BVR 2023-03-31/18, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Art.9.Om de subsidies voor de reëel gemaakte kosten, vermeld in artikel 4, tweede lid, en artikel 7, derde lid, te kunnen ontvangen, vraagt het lokaal bestuur via het Loket voor Lokale Besturen bij het agentschap de terugbetaling van de reële kosten aan. In die aanvraag deelt het lokaal bestuur de volgende informatie mee en bezorgt het de volgende bewijsstukken:
1° de identificatiegegevens van het lokaal bestuur;
2° de identificatiegegevens van iedere publieke slaapplek als vermeld in artikel 3, tweede lid, waarvoor opknapwerken nodig zijn, met de bijbehorende facturen voor die opknapwerken;
3° de gedetailleerde facturen of andere bewijsstukken van de uitgevoerde werken of verleende diensten voor de opbouw van de nooddorpen, vermeld in artikel 7, derde lid.
In het eerste lid wordt verstaan onder Loket voor Lokale Besturen: een online toepassing van het agentschap voor gegevensdeling tussen de lokale besturen en het agentschap.
Het bedrag op de facturen, vermeld in het eerste lid, wordt, in voorkomend geval, verhoogd met de niet-aftrekbare btw die via verlegging van heffing conform artikel 20 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, ten laste is van het lokaal bestuur.
[1 De facturen die betrekking hebben op de subsidies uit artikel 7, derde lid, met factuurdatum 31 december 2022 of vroeger, moeten ingediend worden uiterlijk op 28 februari 2023. Vanaf 1 januari 2023 moeten 60 dagen na het verstrijken van elk kwartaal de facturen die betrekking hebben op de subsidies uit artikel 7, derde lid, met een factuurdatum in het voorbije kwartaal, ingediend worden.]1
----------
(1)<BVR 2022-11-18/09, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
Art.10.[1 Het agentschap berekent de forfaitaire subsidies vermeld in artikel 1/1. Het agentschap berekent de forfaitaire subsidie vermeld in artikel 3, 4, eerste lid, [2 artikel 4/1, 4/2, 4/3]2 en artikel 6 op basis van de geregistreerde en gevalideerde gegevens in de Vlaamse huisvestingstool, vermeld in artikel 8]1.
Het agentschap Facilitair Bedrijf controleert de ingediende facturen of bewijsstukken, vermeld in artikel 9, eerste lid, 2° en 3°, en berekent het bedrag van de subsidie voor de reële kosten, vermeld in artikel 4, tweede lid, en artikel 7, derde lid.
In het tweede lid wordt verstaan onder het agentschap Facilitair Bedrijf: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "agentschap Facilitair Bedrijf".
----------
(1)<BVR 2022-06-29/04, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 08-04-2022>
(2)<BVR 2023-03-31/18, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
Art.11.Als het lokaal bestuur voldoet aan de voorwaarden om de forfaitaire subsidies en de subsidies voor de reëel gemaakte kosten, vermeld in dit besluit, te ontvangen, betaalt het agentschap een eerste keer het vastgestelde subsidiebedrag uiterlijk op [1 31 december 2022]1, op basis van de informatie waarover het beschikt op [1 31 augustus 2022]1.
Uiterlijk op [3 30 juni 2023]3 betaalt het agentschap een tweede keer het vastgestelde subsidiebedrag, op basis van de informatie waarover het beschikt op [3 31 maart 2023]3.
[2 Uiterlijk op 31 december 2023 betaalt het agentschap een derde keer het vastgestelde subsidiebedrag, op basis van de informatie waarover het beschikt op 30 september 2023.]2
[4 Uiterlijk op 30 juni 2024 betaalt het agentschap een vierde keer het vastgestelde subsidiebedrag op basis van de informatie op 31 maart 2024. [5 ...]5]4
[5 Uiterlijk op 31 december 2024 betaalt het agentschap een vijfde keer het vastgestelde subsidiebedrag, op basis van de informatie waarover het beschikt op 30 september 2024.
Uiterlijk op 31 juli 2025 betaalt het agentschap een zesde keer het vastgestelde subsidiebedrag op basis van de informatie op 31 maart 2025. De bewijsstukken voor de subsidies voor de reëel gemaakte kosten, vermeld in artikel 4, tweede lid, worden uiterlijk op 31 mei 2025 ingediend op de wijze, vermeld in artikel 9, eerste lid.]5
----------
(1)<BVR 2022-06-29/04, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 08-04-2022>
(2)<BVR 2022-12-16/12, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(3)<BVR 2022-11-18/09, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(4)<BVR 2023-03-31/18, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(5)<BVR 2023-12-01/14, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 31-03-2024>
Art.12. Activiteiten waarvoor subsidies worden ontvangen met toepassing van andere regelingen van de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest of andere overheden, komen niet in aanmerking voor de toekenning van de subsidie op grond van dit besluit als dat ertoe leidt dat dezelfde uitgaven voor die activiteit dubbel worden gesubsidieerd.
Art.13. De subsidie wordt verminderd of teruggevorderd als het lokaal bestuur de bepalingen van dit besluit niet naleeft.
Art.14. De subsidies, vermeld in dit besluit, worden aangerekend op het begrotingsartikel SJ0-1SMC2GA-WT.
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepalingen
Afdeling 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne
Art.15. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne wordt een punt 6° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"6° /1 Vlaamse huisvestingstool: de tool, vermeld in artikel 1, eerste lid, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2022 tot toekenning van een subsidie aan lokale besturen voor de opbouw van opvangcapaciteit voor tijdelijk ontheemden uit Oekraïne, tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering en tot intrekking van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot toekenning van een subsidie aan lokale besturen voor het creëren van bijkomende opvangplaatsen voor de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne;".
Art.16. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede "als de sociale huisvestingsmaatschappij, de woonmaatschappij of het VWF een overeenkomst sluit met de gemeente waarin de woning ligt, in functie van de verantwoordelijkheid die de gemeente heeft in de organisatie van de opvang van de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne" vervangen door de zinsnede "als de sociale huurwoning, vermeld in het eerste lid, geregistreerd en gevalideerd is in de Vlaamse huisvestingstool";
2° in paragraaf 2, tweede lid, wordt punt 1° vervangen door wat volgt:
"1° de woning of de kamer in de collectieve voorziening, vermeld in het eerste lid, is geregistreerd en gevalideerd in de Vlaamse huisvestingstool;";
3° in paragraaf 3, eerste lid, wordt punt 1° vervangen door wat volgt:
"1° een bewijs dat de sociale huurwoning, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, de woning of de kamer in de collectieve voorziening, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, zijn geregistreerd en gevalideerd in de Vlaamse huisvestingstool;".
Art.17. In artikel 3, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "als er een overeenkomst over de terbeschikkingstelling van de mobiele woonunits aan tijdelijk ontheemden uit Oekraïne tussen de sociale huisvestingsmaatschappij of de woonmaatschappij en de gemeente waarin de mobiele woonunit wordt geplaatst is" vervangen door de zinsnede "als de mobiele woonunit geregistreerd en gevalideerd is in de Vlaamse huisvestingstool".
Art.18. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2022, wordt tussen de zinsnede "woonmaatschappij," en de woorden "een sociaal verhuurkantoor" de zinsnede "een leegstandsbeheerder als vermeld in artikel 6.74, § 1, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021," ingevoegd.
Afdeling 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2022 tot bepaling van de huurprijs voor de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne en tot opheffing van besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne
Art.19. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2022 tot bepaling van de huurprijs voor de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne en tot opheffing van besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne wordt het bedrag "954 euro" vervangen door het bedrag "959 euro".
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art.20. Als een sociale huisvestingsmaatschappij, sociaal verhuurkantoor of het Vlaams Woningfonds in aanmerking komt voor een subsidie voor reële kosten als vermeld in artikel 2, § 1, en § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, gelden voor de werken om de sociale huurwoning, de woning of de kamer in de collectieve voorziening, minstens te doen beantwoorden aan de vereisten en normen, vermeld in artikel 8 van het voormelde besluit, uitsluitend de bepalingen van het voormelde besluit.
Art.21. Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot toekenning van een subsidie aan lokale besturen voor het creëren van bijkomende opvangplaatsen voor de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne, wordt ingetrokken.
Art.22.Dit besluit treedt in werking op 8 april 2022.
Artikel 2 tot en met 6 hebben uitwerking met ingang van 14 maart 2022.
Dit besluit houdt op uitwerking te hebben op [1 [2 [3 [4 31 maart 2025]4]3]2.]1.
----------
(1)<BVR 2022-12-16/12, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(2)<BVR 2022-11-18/09, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(3)<BVR 2023-03-31/18, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
(4)<BVR 2023-12-01/14, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 31-03-2024>
Art. 23. De Vlaamse minister, bevoegd voor het facilitair management, de Vlaamse minister, bevoegd voor het binnenlands bestuur en het stedenbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.