14 NOVEMBER 2024. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 20 januari 2014 tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comite van het koninklijk hoger instituut voor defensie
Art. 1-2
Artikel 1. In het opschrift van het ministerieel besluit van 20 januari 2014 tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie wordende woorden "van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité" vervangen door de woorden "van de raad van bestuur, van het wetenschappelijk comité en van de ethische adviesraad".
Art. 2. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk III/1 ingevoegd die de artikelen 7/1 tot 7/6 bevat, luidende:
"Hoofdstuk III/1.-De ethische adviesraad
Art. 7/1. De ethische adviesraad van het instituut is een onafhankelijk adviesorgaan binnen het instituut. Zijn bevoegdheidsdomein betreft de ethische vraagstukken op het vlak van defensie-gerelateerd wetenschappelijk, techno-logisch of industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling.
Art. 7/2. De ethische adviesraad van het instituut formuleert binnen dit bevoegdheidsdomein adviezen ofwel op eigen initiatief, ofwel op vraag van de Minister, van de Chef Defensie, van de raad van bestuur van het instituut of van de onderzoeksverantwoordelijken verbonden aan een defensie-gerelateerd onderzoeksinitiatief, binnen het onderzoekskader van het instituut.
Art. 7/3. De ethische adviesraad van het instituut bestaat uit een voorzitter en tien leden.
De leden zijn:
1° vijf leden van Defensie, waarvan:
a) twee met een operationele expertise;
b) twee met expertise op het gebied van ethiek;
c) één met juridische expertise.
2° vijf leden komende uit de burgermaatschappij, met expertise op het gebied van ethiek, recht of het beheer van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten.
De Voorzitter kan zowel uit Defensie als uit de burgermaatschappij komen.
De Voorzitter en de leden worden aangeduid door de Minister, op voorstel van de Chef Defensie voor de leden van Defensie.
De Voorzitter en de leden van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het instituut mogen geen lid zijn van de ethische adviesraad van het instituut.
Het mandaat van de Voorzitter en van de leden heeft een duur van vijf jaar en is eenmaal verlengbaar.
Art. 7/4. De Directeur-generaal van het instituut treedt op als de secretaris van de ethische adviesraad van het instituut.
Art. 7/5. De ethische adviesraad van het instituut legt jaarlijks vóór 15 maart aan de Minister een verslag voor betreffende zijn activiteiten in het voorbije jaar.
Art. 7/6. De ethische adviesraad van het instituut stelt zijn reglement van inwendige orde op dat voor goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd."