Details





Titel:

20 JANUARI 2014. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels [van de raad van bestuur, van het wetenschappelijk comité en van de ethische adviesraad] van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie <MB2024-11-14/03, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 09-12-2024> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-02-2014 en tekstbijwerking tot 29-11-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De raad van bestuur
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Het wetenschappelijk comité
Art. 5-7
HOOFDSTUK III/1. [1 -De ethische adviesraad]1
Art. 7/1, 7/2, 7/3, 7/4, 7/5, 7/6
HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art. 8-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007007113 



Uitvoeringsbesluit(en):

2022030199  2024010901 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "het instituut" : het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie;
  2° "de minister" : de minister van [1 Defensie]1.
  ----------
  (1)<MB 2015-11-30/15, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>

HOOFDSTUK II. - De raad van bestuur
Art.2.De raad van bestuur van het instituut bestaat uit een voorzitter en [1 veertien]1 leden.
  [1 De leden zijn:
   1° twee vice-voorzitters:
   a) één persoon komende uit de leden bedoeld in 2° ;
   b) één persoon komende uit de leden bedoeld in 3° ;
   2° zeven leden van Defensie, die zijn:
   a) de onderstafchef van het stafdepartement operaties en training;
   b) de onderstafchef van het stafdepartement strategie;
   c) de directeur-generaal van de algemene directie human resources;
   d) de directeur-generaal van de algemene directie material resources;
   e) de vertegenwoordiger van de commandant van de medische component;
   f) de commandant van de Koninklijke Militaire School;
   g) de vertegenwoordiger van de chef Defensie;
   3° zes leden komende uit de Burgermaatschappij;
   4° de directeur-generaal van Egmont - Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen Stichting van openbaar nut.]1
  De voorzitter, [1 de vice-voorzitters,]1 alsook de leden van de raad van bestuur bedoeld in het tweede lid, 3°, worden door de minister aangeduid.
  [1 ...]1
  Het mandaat van de voorzitter en van de leden van de raad van bestuur bedoeld in het tweede lid, 3°, heeft een duur van [1 zes jaar]1 en is één maal verlengbaar.
  De directeur-generaal van het instituut, de voorzitter van het wetenschappelijk comité en een afgevaardigde van de minister, nemen deel aan de raad van bestuur als waarnemers met adviserende stem.
  ----------
  (1)<MB 2022-01-11/03, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 20-10-2021>

Art.3.De raad van bestuur is in de domeinen veiligheid en defensie en wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie belast met het jaarlijks voorstellen, vóór 1 november, aan de minister :
  1° van een algemene beleidsnota;
  2° van de prioriteiten van het onderzoeksprogramma van Defensie;
  3° van het onderzoeksprogramma van Defensie voor het komende jaar.
  De raad van bestuur legt [1 vóór]1 15 maart aan de minister een verslag voor betreffende het onderzoek gevoerd binnen Defensie tijdens het voorgaande jaar.
  ----------
  (1)<MB 2022-01-11/03, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 20-10-2021>

Art.4. De raad van bestuur stelt zijn huishoudelijk reglement op dat voor goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd.

HOOFDSTUK III. - Het wetenschappelijk comité
Art.5.Het wetenschappelijk comité van het instituut bestaat uit een voorzitter en twaalf leden, aangeduid door de minister.
  De leden zijn :
  1° twee vice-voorzitters waarvan één komende uit de leden bedoeld in tweede lid, 2° en één komende uit de leden bedoeld in tweede lid, 3° ;
  2° [1 zes leden van Defensie, waarvan:
   a) vier professoren van de Koninklijke Militaire School, waarvan twee behoren tot de polytechnische faculteit en twee behoren tot de faculteit sociale en militaire wetenschappen;
   b) een vertegenwoordiger van de onderstafchef operaties en training;
   c) een vertegenwoordiger uit het gezondheids- en well-being domein;]1
  3° [1 zes leden komende uit de burgermaatschappij met een bijzondere wetenschappelijke expertise in de domeinen waarin Defensie wetenschappelijk en technologisch mogelijkerwijze onderzoek kan uitvoeren.]1
  [1 ...]1
  Het mandaat van de leden van het wetenschappelijk comité duurt zes jaar en is één maal hernieuwbaar.
  De [1 ...]1 autoriteit verantwoordelijk voor het wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie van het instituut neemt deel aan het wetenschappelijk comité als waarnemer met adviserende stem.
  ----------
  (1)<MB 2022-01-11/03, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 20-10-2021>

Art.6. Het wetenschappelijk comité is, voor de studies en onderzoeksprojecten waarvoor het instituut bevoegd is, belast :
  1° met het voorstellen van de onderzoeksobjectieven, het evalueren en het voorleggen van een voorlopige rangschikking van de voorgestelde studies en onderzoeksprojecten;
  2° met het deelnemen aan de uitwerking van de evaluatiemethodes van studies en onderzoeksprojecten;
  3° met het verifiëren van het academisch, wetenschappelijk of technologisch niveau van de voorgestelde studies en onderzoeksprojecten;
  4° met het evalueren van de voorgestelde studies en onderzoeksprojecten;
  5° met het evalueren van de vorderingsverslagen van de studies en onderzoeksprojecten en het formuleren van aanbevelingen;
  6° met het evalueren van de eindrapporten.

Art.7. Het wetenschappelijk comité stelt zijn huishoudelijk reglement op, dat voor goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd.

HOOFDSTUK III/1. [1 -De ethische adviesraad]1   ----------   (1)
Art.7/1. [1 De ethische adviesraad van het instituut is een onafhankelijk adviesorgaan binnen het instituut. Zijn bevoegdheidsdomein betreft de ethische vraagstukken op het vlak van defensie-gerelateerd wetenschappelijk, techno-logisch of industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2024-11-14/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 09-12-2024>


Art.7/2. [1 De ethische adviesraad van het instituut formuleert binnen dit bevoegdheidsdomein adviezen ofwel op eigen initiatief, ofwel op vraag van de Minister, van de Chef Defensie, van de raad van bestuur van het instituut of van de onderzoeksverantwoordelijken verbonden aan een defensie-gerelateerd onderzoeksinitiatief, binnen het onderzoekskader van het instituut.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2024-11-14/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 09-12-2024>


Art.7/3. [1 De ethische adviesraad van het instituut bestaat uit een voorzitter en tien leden.
   De leden zijn:
   1° vijf leden van Defensie, waarvan:
   a) twee met een operationele expertise;
   b) twee met expertise op het gebied van ethiek;
   c) één met juridische expertise.
   2° vijf leden komende uit de burgermaatschappij, met expertise op het gebied van ethiek, recht of het beheer van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten.
   De Voorzitter kan zowel uit Defensie als uit de burgermaatschappij komen.
   De Voorzitter en de leden worden aangeduid door de Minister, op voorstel van de Chef Defensie voor de leden van Defensie.
   De Voorzitter en de leden van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het instituut mogen geen lid zijn van de ethische adviesraad van het instituut.
   Het mandaat van de Voorzitter en van de leden heeft een duur van vijf jaar en is eenmaal verlengbaar.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2024-11-14/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 09-12-2024>


Art.7/4. [1 De Directeur-generaal van het instituut treedt op als de secretaris van de ethische adviesraad van het instituut.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2024-11-14/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 09-12-2024>


Art.7/5. [1 De ethische adviesraad van het instituut legt jaarlijks vóór 15 maart aan de Minister een verslag voor betreffende zijn activiteiten in het voorbije jaar.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2024-11-14/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 09-12-2024>


Art.7/6. [1 De ethische adviesraad van het instituut stelt zijn reglement van inwendige orde op dat voor goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2024-11-14/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 09-12-2024>


HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art.8. Het ministerieel besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, wordt opgeheven.

Art. 9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.