13 JUNI 2024. - Ministerieel besluit tot wijziging van bijlage 1 en 2 bij het ministerieel besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor het houden van zoogdieren in dierentuinen
Art. 1-3
Artikel 1. In bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor het houden van zoogdieren in dierentuinen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 18 maart 2019 en van 10 oktober 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in tabel I wordt de volgende rij opgeheven
"
Tursiops truncatus2 | 3-5 | - | - | - | - | - | - | o+ |
Tursiops truncatus2 | 3-5 | 275 m2 | - 5m op 20 % v/h bassin - 3,5m op 80 % v/h bassin | 75 m2 | yyy |
Tursiops truncatus | 4-6 | - | - | - | - | - | - | o+ |
Tursiops truncatus | 4-6 | 550 | 3,5 op 275 m2 van het bassin | 75 | otw ob ov om og ok oq oa oy oyz oz |
Een permanent toegankelijk bassin is verplicht. De afmetingen en bijzondere eisen ervan zijn opgenomen in tabel II. | o+ |
Het totale watervolume voor maximaal zes dieren bedraagt 2000 m3. Voor elk extra dier komt daar 300 m3 watervolume bij. | otw |
Een buitenbassin met een minimumoppervlakte van 75 m2 per dier is verplicht. | ob |
De ruimte waarin het binnenbassin zich bevindt, wordt voldoende geventileerd. De minimumverversing bestaat uit tien luchtvolumes per uur. | ov |
Het bassinoppervlak bestaat uit niet-abrasieve en niet-reflecterende materialen. | om |
Blootstelling aan geluiden met hoge intensiteit of aan geluiden die de dieren verontrusten of auditief storen, wordt vermeden. Toestellen of machines in de nabijheid van het verblijf die dat type van geluid produceren, worden zo goed mogelijk geïsoleerd. | og |
Alle individuen in een groep kunnen permanent kiezen tussen minstens twee bassins om zich af te zonderen, zodat ze beter kunnen omgaan met sociale druk of met hun gemoedstoestand van het moment. | ok |
Bijzondere eisen voor de waterkwaliteit: - Het bassinwater bestaat uit natuurlijk of kunstmatig zeewater, met een saliniteit van minimaal 22 ppt. - De temperatuur van het bassinwater bedraagt minimaal 10 ° C en maximaal 32 ° C voor een volwassen dier. Voor juvenielen wordt een temperatuur tussen 14 en 28 ° C aangehouden. - De pH van het bassinwater ligt tussen 7,2 en 8,4. - Het totale gehalte coliformen ligt onder de 1000 kolonies/100 ml. Andere bacteriën, schimmels en gisten worden regelmatig getest. - Het bassinwater wordt minimaal twee keer per dag getest voor de chloorconcentratie of andere oxideermiddelen. Vrij chloor is onder 0,8 mg/l; gecombineerd chloor is onder 0,2 mg/l; totaal chloor is onder 1,0 mg/l. Bij een watertemperatuur van ≤15 ° C kan een tijdelijke concentratie van max. 1,8 mg/l totaal chloor getolereerd worden. - Het bassinwater is vrij van resterend opgelost ozon. De ORP (oxidatiereductiepotentiaal) wordt onder 450 mV gehouden. | oq |
Het afzonderingsbassin beschikt over een aparte filterinstallatie en over een hefplatform. | oa |
Opvangmogelijkheid wordt voorzien voor gestrande bruinvissen met het oog op hun rehabilitatie en vrijlating in hun natuurlijk milieu. Huisvesting gebeurt in afgescheiden verblijven. | oy |
Tursiops truncatus mogen worden gehouden tot op het moment dat de Vlaamse Regering op advies van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn vaststelt dat voor de betrokken dieren een alternatieve huisvesting mogelijk is met garanties op een sterk verbeterd dierenwelzijn. Dat advies volgt op een evaluatie die tienjaarlijks plaatsvindt. De eerste evaluatie vindt plaats na afloop van de termijn van tien jaar te rekenen vanaf 1 januari 2027. | oyz |
Er wordt niet met Tursiops truncatus gekweekt, noch worden Tursiops truncatus ingevoerd, behalve als het aantal individuen is gedaald tot zes. | oz |