19 JULI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen in het kader van de Vlaamse sociale bescherming
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming
Art. 1-40
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging
Art. 41-64, 311/2, 65-70
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2021 over de tenuitvoerlegging van BelRAI en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering over het beleidsdomein Welzijn
Art. 71-72
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023 tot wijziging van de regelgeving over de Vlaamse sociale bescherming en de overnamereglementering, wat betreft bepaalde revalidatievoorzieningen
Art. 73-74
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 75-77
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming
Artikel 1. In artikel 1, 28°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019, wordt de zinsnede "67, 69 en 70" vervangen door de zinsnede "45, § 2, 7°, ".
Art.2. Aan artikel 125 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "als de waarde op die manier binnen een termijn van maximaal 24 maanden in de toekomst volledig kan worden gerecupereerd" toegevoegd.
Art.3. In artikel 132 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen of tegemoetkomingen aan deelnemers aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede "tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen, tegemoetkomingen aan deelnemers aan het multidisciplinair overleg of tegemoetkomingen in reiskosten";
2° in het eerste lid worden de woorden "of aan een deelnemer aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de woorden "aan een deelnemer aan het multidisciplinair overleg of aan een vervoerder";
3° in het eerste lid worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg in kwestie" vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder";
4° in het tweede lid worden de woorden "of de tegemoetkomingen aan deelnemers aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", de tegemoetkomingen aan deelnemers aan het multidisciplinair overleg of de tegemoetkomingen in reiskosten";
5° in het tweede lid worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder".
Art.4. In artikel 133 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder";
2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "of tegemoetkomingen aan deelnemers aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", tegemoetkomingen aan deelnemers aan het multidisciplinair overleg of tegemoetkomingen in reiskosten";
3° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder";
4° in paragraaf 3 worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg" telkens vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder".
Art.5. In artikel 133/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2021, worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg" telkens vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder".
Art.6. In artikel 134 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder";
2° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "of tegemoetkomingen voor deelnemers aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", tegemoetkomingen voor deelnemers aan het multidisciplinair overleg of tegemoetkomingen in reiskosten";
3° in het eerste lid, 3°, worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder";
4° in het tweede lid worden de woorden "of de deelnemers aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", de deelnemers aan het multidisciplinair overleg of de vervoerders".
Art.7. In artikel 134/1, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2021, worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg" telkens vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder".
Art.8. In artikel 134/2, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2021, worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder".
Art.9. In artikel 135 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2021, worden de woorden "of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg" vervangen door de zinsnede ", de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder".
Art.10. Artikel 136 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2021, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 136. De zorgkas is financieel verantwoordelijk voor de ten onrechte uitbetaalde tegemoetkomingen aan zorgvoorzieningen, verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen, deelnemers aan het multidisciplinair overleg of vervoerders, die het gevolg zijn van een fout van de zorgkas waarvan de zorgvoorziening, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen, de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder zich geen rekenschap kon geven en waarvan de zorgkas geen melding aan de zorgvoorziening, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen, de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder heeft gemaakt binnen de twee maanden. In geval van betwisting oordeelt het agentschap.
De zorgkas is financieel verantwoordelijk voor de verzaking aan de terugvordering van ten onrechte uitbetaalde tegemoetkomingen conform artikel 134/1, § 2.
Het agentschap is financieel verantwoordelijk voor andere ten onrechte uitbetaalde tegemoetkomingen dan de ten onrechte uitbetaalde tegemoetkomingen, vermeld in het eerste en het tweede lid, als die niet teruggevorderd kunnen worden bij de zorgvoorziening, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen, de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder, of die niet in mindering gebracht kunnen worden van een tegemoetkoming van de zorgvoorziening, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen, de deelnemer aan het multidisciplinair overleg of de vervoerder.".
Art.11. In artikel 260, § 3, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid wordt opgeheven;
2° in het bestaande derde lid, dat het tweede lid wordt, worden de woorden "en tweede" opgeheven.
Art.12. Aan artikel 286 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Het mobiliteitshulpmiddel dat aan de gebruiker wordt verstrekt na goedkeuring van de aanvraag van een tegemoetkoming voor de aankoop van een mobiliteitshulpmiddel, is nieuw op het ogenblik dat het wordt afgeleverd.".
Art.13. Aan artikel 289 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 3. Het mobiliteitshulpmiddel dat aan de gebruiker wordt verstrekt na goedkeuring van de aanvraag van een tegemoetkoming voor de aankoop van een mobiliteitshulpmiddel, is nieuw op het ogenblik dat het wordt afgeleverd.".
Art.14. In artikel 298 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt:
" § 2/1. Het mobiliteitshulpmiddel dat aan de gebruiker wordt verstrekt na goedkeuring van de aanvraag van een tegemoetkoming voor de aankoop van een mobiliteitshulpmiddel, is nieuw op het ogenblik dat het wordt afgeleverd.".
Art.15. Aan artikel 307 van hetzelfde besluit wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Het mobiliteitshulpmiddel dat aan de gebruiker wordt verstrekt na goedkeuring van de aanvraag van een tegemoetkoming voor de aankoop van een mobiliteitshulpmiddel, is nieuw op het ogenblik dat het wordt afgeleverd.".
Art.16. Aan artikel 334 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019 en 10 november 2022, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Het mobiliteitshulpmiddel dat aan de gebruiker wordt verstrekt na goedkeuring van de aanvraag van een tegemoetkoming voor de aankoop van een mobiliteitshulpmiddel, moet nieuw zijn op het ogenblik dat het wordt afgeleverd.".
Art.17. Aan artikel 352 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
"Een gespecialiseerd rolstoeladviesteam levert een rolstoeladviesrapport af binnen twintig werkdagen na de dag waarop de gebruiker het team heeft gecontacteerd met het verzoek om een rolstoeladviesrapport op te maken als het om een gebruiker met een snel degeneratieve aandoening gaat als vermeld in artikel 277.
Als de termijn, vermeld in het derde lid, wordt overschreden, voorziet het gespecialiseerde rolstoeladviesteam in een duidelijke en expliciete motivering voor de afwijking. In de motivering toont het aan of beschrijft het welke specifieke omstandigheden de afwijking verantwoorden. Het gespecialiseerde rolstoeladviesteam bewaart de motivering gedurende een termijn van minimaal vijf jaar.".
Art.18. In artikel 418, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "hoofdstuk 1 en 2" vervangen door de zinsnede "hoofdstuk 1 en 3".
Art.19. In artikel 473, § 3, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zinsnede "I+J+K+L," vervangen door de zinsnede "I+K,";
2° in het eerste lid wordt punt 17° opgeheven;
3° in het derde lid wordt de zinsnede "tot en met 19° en 22° + 23° " vervangen door de zinsnede "tot en met 18° ".
Art.20. In artikel 475, § 2, eerste lid, 2°, i), van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 2022, wordt de zinsnede "artikel 45, 4° " vervangen door de zinsnede "artikel 45, § 1, 3° ".
Art.21. In artikel 478, § 4, 2°, c), van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023, worden de woorden "of personeel voor reactivering" opgeheven.
Art.22. In artikel 493, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "op de onthaalbrochure" vervangen door de woorden "in de onthaalbrochure".
Art.23. In artikel 502, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "op de onthaalbrochure" vervangen door de woorden "in de onthaalbrochure".
Art.24. In boek 3, deel 2, titel 3, hoofdstuk 1, afdeling 1, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van 23 november 2023, wordt onderafdeling 19, die bestaat uit artikel 504/2, opgeheven.
Art.25. In artikel 513, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2020, worden het eerste en het derde lid opgeheven.
Art.26. In artikel 534/25, § 4, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2021, worden de woorden "agentschap Zorg en Gezondheid" vervangen door de woorden "Departement Zorg".
Art.27. In boek 3/4, deel 7, titel 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2021, wordt een artikel 534/57/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 534/57/1. In afwijking van artikel 534/55 is de gebruiker geen persoonlijk aandeel voor een verblijf in een revalidatieziekenhuis verschuldigd als het maximumbedrag van de persoonlijke aandelen op basis van de interfederale teller is bereikt conform artikel 2 van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Overheid, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de maximumfactuur, de forfaitaire toelage voor chronisch zieken en het statuut van persoon met een chronische aandoening.".
Art.28. In boek 3/6, deel 1, titel 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 september 2023 en 10 november 2023, wordt een artikel 534/96/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Artikel 534/96/1. Met behoud van de toepassing van de andere bepalingen van dit deel, wordt een tegemoetkoming voor een verblijf in een revalidatievoorziening niet gecumuleerd met een tegemoetkoming voor zorg in een woonzorgcentrum of een centrum voor kortverblijf als het verblijf plaatsvindt op dezelfde dag.".
Art.29. Aan boek 3/6, deel 1, titel 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 september 2023 en 10 november 2023, wordt een artikel 534/98/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 534/98/1. In de revalidatievoorzieningen waarvan het erkenningsnummer begint met 9.69, kan een tegemoetkoming voor een ambulante revalidatieverstrekking niet gecumuleerd worden met een tegemoetkoming voor een ambulante revalidatieverstrekking op dezelfde dag in een vergelijkbare voorziening in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.".
Art.30. In boek 3/6, deel 1, titel 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van het Vlaamse Regering van 10 juni 2022 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023, wordt een artikel 534/101/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 534/101/1. In afwijking van artikel 534/101, eerste lid, is de gebruiker geen persoonlijk aandeel voor ambulante revalidatie verschuldigd als het maximumbedrag van de persoonlijke aandelen op basis van de interfederale teller is bereikt conform artikel 2 van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Overheid, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de maximumfactuur, de forfaitaire toelage voor chronisch zieken en het statuut van persoon met een chronische aandoening.".
Art.31. In boek 3/6, deel 1, titel 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van het Vlaamse Regering van 10 juni 2022 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023, wordt een artikel 534/104/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 534/104/1. In afwijking van artikel 534/102 is de gebruiker geen persoonlijk aandeel voor een verblijf in een revalidatievoorziening verschuldigd als het maximumbedrag van de persoonlijke aandelen op basis van de interfederale teller is bereikt conform artikel 2 van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Overheid, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de maximumfactuur, de forfaitaire toelage voor chronisch zieken en het statuut van persoon met een chronische aandoening.".
Art.32. In artikel 534/105/6 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.33. Aan artikel 534/105/7 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Meerdere tegemoetkomingen als vermeld in artikel 534/105/6, op dezelfde dag zijn mogelijk, tenzij de revalidatieprestaties waarop de tegemoetkomingen betrekking hebben, door dezelfde revalidatievoorziening en op dezelfde locatie worden verstrekt.".
Art.34. Aan artikel 534/115, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023, wordt de volgende zin toegevoegd:
"De minister bepaalt in welke gevallen de aanvraag onderworpen is aan de controle door de Zorgkassencommissie, rekening houdend met het resultaat van de controle, vermeld in artikel 534/113.".
Art.35. In artikel 534/120 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 1, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Dit artikel is niet van toepassing op de facturatie van de tegemoetkomingen in reiskosten.";
2° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 4. Een revalidatievoorziening die, buiten haar eigen wil om, niet beschikt over een operationele digitale applicatie als vermeld in artikel 534/122, en om die reden geen facturen kan versturen conform paragraaf 1, derde lid, en paragraaf 2, kan bij het agentschap een aanvraag tot afwijking indienen.
De revalidatievoorziening motiveert de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid, en bezorgt ze schriftelijk aan het agentschap. Er wordt een verklaring op erewoord bij de afwijkingsaanvraag gevoegd dat de revalidatievoorziening de facturatie niet kan uitvoeren.
Het agentschap kan bijkomende stukken opvragen ter verduidelijking van de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid.
Het agentschap beoordeelt de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid, en brengt de revalidatievoorziening in kwestie op de hoogte van zijn beslissing over die aanvraag. Als er een afwijking wordt toegestaan, wordt ook vermeld voor welke periode die afwijking wordt toegestaan.
De revalidatievoorziening dient de facturen, vermeld in het eerste lid, chronologisch in via de digitale applicatie zodra de digitale applicatie operationeel is.
In afwijking van paragraaf 1 en artikel 534/121 ontvangen de revalidatievoorzieningen die beschikken over de goedkeuring, vermeld in het vierde lid, van de zorgkas een maandelijks voorschot.
Het agentschap bepaalt per revalidatievoorziening het voorschot voor elke maand, vermeld in het zesde lid, dat de revalidatievoorziening per zorgkas ontvangt.
Elke zorgkas verrekent de ontvangen individuele kostennota's die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, met de voorschotbedragen die aan de revalidatievoorziening betaald zijn.
De eerste individuele kostennota na de volledige verrekening van het voorschotbedrag, die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, wordt door de zorgkas uitbetaald conform artikel 534/119.
De zorgkas kan vanaf de zevende week na de week waarin de zorgkas het laatste voorschot heeft betaald, eventuele niet-verrekende voorschotten terugvorderen van de revalidatievoorziening.
Het agentschap is financieel verantwoordelijk voor de niet-verrekende voorschotten, vermeld in het tiende lid, die niet door de zorgkassen teruggevorderd kunnen worden bij de revalidatievoorziening.".
Art.36. In artikel 534/122, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022, worden tussen de woorden "en kunnen" en de woorden "niet factureren" de woorden "die tegemoetkomingen voor revalidatieverstrekkingen" ingevoegd.
Art.37. Aan artikel 534/163 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 4. Een psychiatrisch verzorgingstehuis dat, buiten zijn eigen wil om, niet beschikt over een operationele digitale applicatie als vermeld in artikel 534/166, en om die reden geen facturen kan versturen conform paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 2, kan bij het agentschap een aanvraag tot afwijking indienen.
Het psychiatrisch verzorgingstehuis motiveert de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid, en bezorgt ze schriftelijk aan het agentschap. Er wordt een verklaring op erewoord bij die afwijkingsaanvraag gevoegd dat het psychiatrisch verzorgingstehuis de facturatie niet kan uitvoeren.
Het agentschap kan bijkomende stukken opvragen ter verduidelijking van de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid.
Het agentschap beoordeelt de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid, en brengt het psychiatrisch verzorgingstehuis in kwestie op de hoogte van zijn beslissing over die aanvraag. Als er een afwijking wordt toegestaan, wordt ook vermeld voor welke periode die afwijking wordt toegestaan.
Het psychiatrisch verzorgingstehuis dient de facturen, vermeld in het eerste lid, chronologisch in via de digitale applicatie zodra de digitale applicatie operationeel is.
In afwijking van paragraaf 1 en artikel 534/164 ontvangen de psychiatrische verzorgingstehuizen die beschikken over de goedkeuring, vermeld in het vierde lid, van de zorgkas een maandelijks voorschot.
Het agentschap bepaalt per psychiatrisch verzorgingstehuis het voorschot voor elke maand, vermeld in het zesde lid, dat het psychiatrisch verzorgingstehuis per zorgkas ontvangt.
Elke zorgkas verrekent de ontvangen individuele kostennota's die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, met de voorschotbedragen die aan het psychiatrisch verzorgingstehuis betaald zijn.
De eerste individuele kostennota na de volledige verrekening van het voorschotbedrag, die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, wordt door de zorgkas uitbetaald conform artikel 534/162.
De zorgkas kan vanaf de zevende week na de week waarin de zorgkas het laatste voorschot heeft betaald, eventuele niet-verrekende voorschotten terugvorderen van de psychiatrische verzorgingstehuizen.
Het agentschap is financieel verantwoordelijk voor de niet-verrekende voorschotten, vermeld in het tiende lid, die niet door de zorgkassen teruggevorderd kunnen worden bij het psychiatrisch verzorgingstehuis.".
Art.38. In artikel 534/170 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "zorggebruiker" vervangen door het woord "gebruiker";
2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord "zorggebruiker" telkens vervangen door het woord "gebruiker" en wordt het woord "zorggebruikers" telkens vervangen door het woord "gebruikers";
3° in paragraaf 2, eerste lid, 7°, g), eerste lid, wordt het woord "meddeelt" vervangen door het woord "meedeelt".
Art.39. Aan artikel 534/186 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 4. Een initiatief van beschut wonen dat, buiten haar eigen wil om, niet beschikt over een operationele digitale applicatie als vermeld in artikel 534/189, en om die reden geen facturen kan versturen conform paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 2, kan bij het agentschap een aanvraag tot afwijking indienen.
Het initiatief van beschut wonen motiveert de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid, en bezorgt ze schriftelijk aan het agentschap. Er wordt een verklaring op erewoord bijgevoegd dat het initiatief van beschut wonen de facturatie niet kan uitvoeren.
Het agentschap kan bijkomende stukken opvragen ter verduidelijking van de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid.
Het agentschap beoordeelt de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid, en brengt het initiatief van beschut wonen in kwestie op de hoogte van zijn beslissing over die aanvraag. Als er een afwijking wordt toegestaan, wordt ook vermeld voor welke periode die afwijking wordt toegestaan.
Het initiatief van beschut wonen dient de facturen, vermeld in het eerste lid, chronologisch in via de digitale applicatie zodra de digitale applicatie operationeel is.
In afwijking van paragraaf 1 en artikel 534/187 ontvangen de initiatieven van beschut wonen die beschikken over de goedkeuring, vermeld in het vierde lid, van de zorgkas een maandelijks voorschot.
Het agentschap bepaalt per initiatief van beschut wonen het voorschot voor elke maand, vermeld in het zesde lid, dat het initiatief van beschut wonen per zorgkas ontvangt.
Elke zorgkas verrekent de ontvangen individuele kostennota's die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, met de voorschotbedragen die aan het initiatief van beschut wonen betaald zijn.
De eerste individuele kostennota na de volledige verrekening van het voorschotbedrag, die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, wordt door de zorgkas uitbetaald conform artikel 534/185.
De zorgkas kan vanaf de zevende week na de week waarin de zorgkas het laatste voorschot heeft betaald, eventuele niet-verrekende voorschotten terugvorderen van de initiatieven van beschut wonen.
Het agentschap is financieel verantwoordelijk voor de niet-verrekende voorschotten, vermeld in het tiende lid, die niet door de zorgkassen teruggevorderd kunnen worden bij het initiatief van beschut wonen.".
Art.40. Aan artikel 534/219 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 4. Een multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging die, buiten haar eigen wil om, niet beschikt over een operationele digitale applicatie als vermeld in artikel 534/221, en om die reden geen facturen kan versturen conform paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 2, kan bij het agentschap een aanvraag tot afwijking indienen.
De multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging motiveert de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid, en bezorgt ze schriftelijk aan het agentschap. Er wordt een verklaring op erewoord bijgevoegd dat de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging de facturatie niet kan uitvoeren.
Het agentschap kan bijkomende stukken opvragen ter verduidelijking van de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid.
Het agentschap beoordeelt de afwijkingsaanvraag, vermeld in het eerste lid, en brengt de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging in kwestie op de hoogte van zijn beslissing over die aanvraag. Als er een afwijking wordt toegestaan, wordt ook vermeld voor welke periode die afwijking wordt toegestaan.
De multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging dient de facturen, vermeld in het eerste lid, chronologisch in via de digitale applicatie zodra de digitale applicatie operationeel is.
In afwijking van paragraaf 1 en artikel 534/220 ontvangen de initiatieven van beschut wonen die beschikken over de goedkeuring, vermeld in het vierde lid, van de zorgkas een maandelijks voorschot.
Het agentschap bepaalt per multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging het voorschot voor elke maand, vermeld in het zesde lid, dat de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging per zorgkas ontvangt.
Elke zorgkas verrekent de ontvangen individuele kostennota's die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, met de voorschotbedragen die aan de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging betaald zijn.
De eerste individuele kostennota na de volledige verrekening van het voorschotbedrag, die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, wordt door de zorgkas uitbetaald conform artikel 534/218.
De zorgkas kan vanaf de zevende week na de week waarin de zorgkas het laatste voorschot heeft betaald eventuele niet-verrekende voorschotten terugvorderen van de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging.
Het agentschap is financieel verantwoordelijk voor de niet-verrekende voorschotten, vermeld in het tiende lid, die niet door de zorgkassen teruggevorderd kunnen worden bij de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging.".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging
Art.41. In artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 november 2021 en 12 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden het derde en het vierde lid opgeheven;
2° paragraaf 2 wordt opgeheven;
3° in paragraaf 3 worden het eerste, het derde en het vierde lid opgeheven;
4° in paragraaf 3, vijfde lid, dat paragraaf 3, tweede lid, wordt, worden de woorden "voor Vlaamse sociale bescherming" telkens opgeheven.
Art.42. In artikel 88, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023, wordt de zinsnede "artikel 13, § 6," vervangen door de zinsnede "artikel 13, § 5,".
Art.43. In artikel 88/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 5, 2°, worden de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie of het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming";
2° in paragraaf 6 worden de woorden "het agentschap" telkens vervangen door de woorden "de administratie".
Art.44. In artikel 88/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023, worden de woorden "het agentschap" telkens vervangen door de woorden "de administratie".
Art.45. In artikel 143, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023, wordt de zinsnede "artikel 13, § 6," vervangen door de zinsnede "artikel 13, § 5,".
Art.46. In artikel 157 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "een zorgvoorziening die uitgebaat wordt door" en de zinsnede ", die uitsluitend de uitbating van een of meer zorgvoorzieningen als statutair doel heeft," opgeheven;
2° in het tweede lid worden tussen de woorden "van toepassing is" en de woorden "op verschillende" de woorden "of zal zijn" ingevoegd;
3° in het tweede lid wordt het woord "zorgvoorzieningen" telkens vervangen door het woord "rechtspersonen".
Art.47. In artikel 159, 3°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022, wordt het woord "zorgvoorziening" vervangen door het woord "rechtspersoon".
Art.48. In deel 4, titel 1, hoofdstuk 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022 en 12 mei 2023, worden in het opschrift van afdeling 2 de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie".
Art.49. In artikel 278, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie".
Art.50. In artikel 279, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de woorden "Het agentschap" vervangen door de woorden "De administratie".
Art.51. In artikel 285 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie".
Art.52. In artikel 286 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 en 10 november 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden de woorden "Het agentschap" vervangen door de woorden "De administratie";
2° in het derde lid worden de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie".
Art.53. In artikel 287 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie".
Art.54. In artikel 289 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie";
2° in het tweede lid worden de woorden "Het agentschap" vervangen door de woorden "De administratie".
Art.55. In artikel 292, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie".
Art.56. In artikel 295 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie".
Art.57. In artikel 296, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "Het agentschap" worden vervangen door de woorden "De administratie";
2° de woorden "het agentschap" worden vervangen door de woorden "de administratie".
Art.58. In deel 6, titel 1, hoofdstuk 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 en 10 november 2023, worden in het opschrift van afdeling 2 de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie".
Art.59. In artikel 300, § 2, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023, wordt de zinsnede "tot en met 322" vervangen door de zinsnede "tot en met 321 van dit besluit, en artikel 534/198 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming".
Art.60. In artikel 301, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de woorden "Het agentschap" vervangen door de woorden "De administratie".
Art.61. In artikel 302 en 303 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie".
Art.62. In artikel 304, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de woorden "Het agentschap" vervangen door de woorden "De administratie" en worden de woorden "het agentschap" vervangen door de woorden "de administratie".
Art.63. In artikel 311 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 1° wordt de zinsnede "artikel 330, § 2" vervangen door de zinsnede "artikel 534/200, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming";
2° in punt 2° wordt de zinsnede "artikel 330, § 3" vervangen door de zinsnede "artikel 534/200, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming".
Art.64. Aan deel 6, titel 3, hoofdstuk 1, van hetzelfde besluit worden een artikel 311/1 en een artikel 311/2 toegevoegd, die luiden als volgt:
"Art. 311/1. § 1. De huisarts, vermeld in artikel 534/204, § 2, eerste lid, 1°, § 3, 1°, en § 4, eerste lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, heeft een specifieke theoretische opleiding van minimaal 80 uur over palliatieve verzorging gevolgd.
In de opleiding, vermeld in het eerste lid, komen de volgende aspecten van de palliatieve verzorging aan bod:
1° overleg plegen met de betrokken zorgaanbieders en hun advies geven over alle aspecten van de palliatieve verzorging;
2° zorgen voor een goede organisatie en coördinatie van de palliatieve verzorging in het thuismilieu van de patiënt;
3° psychologische en morele ondersteuning verlenen aan de betrokken zorgaanbieders van de eerste lijn.
De huisarts, vermeld in het eerste lid, heeft naast de opleiding, vermeld in het eerste lid, ook een stage doorlopen van minimaal 192 uur in een erkende palliatieve ziekenhuiseenheid of heeft effectief zo lang gewerkt in een multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging die zich richt tot palliatieve verzorging in het thuismilieu van de patiënt.
§ 2. De huisarts, vermeld in paragraaf 1, volgt ieder jaar twintig uur specifieke bijscholing, waarin bepaalde aspecten van de palliatieve verzorging worden uitgediept en waarin ingegaan wordt op nieuwe ontwikkelingen en technieken.
Art. 311/2. § 1. De verpleegkundigen, vermeld in artikel 534/204, § 2, eerste lid, 2°, § 3, 2°, en § 4, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, hebben een specifieke theoretische opleiding van minimaal 140 uur over palliatieve verzorging gevolgd.
In de opleiding, vermeld in het eerste lid, komen de volgende aspecten van de palliatieve verzorging aan bod:
1° overleg plegen met de betrokken zorgaanbieders en hun advies geven over alle aspecten van de palliatieve verzorging;
2° zorgen voor een goede organisatie en coördinatie van de palliatieve verzorging in het thuismilieu van de patiënt;
3° psychologische en morele ondersteuning verlenen aan de betrokken zorgaanbieders van de eerste lijn.
De verpleegkundigen, vermeld in het eerste lid, hebben naast de opleiding, vermeld in het eerste lid, ook een stage doorlopen van 456 uur in een erkende palliatieve ziekenhuiseenheid of hebben al één jaar voltijds gewerkt in een multidisciplinaire begeleidingsequipe die zich richt op de palliatieve verzorging in het thuismilieu van de patiënt.
§ 2. De verpleegkundigen, vermeld in paragraaf 1, volgen ieder jaar minstens veertig uur specifieke bijscholing, waarin bepaalde aspecten van de palliatieve verzorging worden uitgediept en waarin ingegaan wordt op nieuwe ontwikkelingen en initiatieven.".
Art.65. In artikel 317 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de zinsnede "artikel 337, § 2, eerste lid, 2° " wordt vervangen door de zinsnede "artikel 534/205, § 2, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming";
2° de zinsnede "artikel 324 tot en met 327" wordt vervangen door de zinsnede "artikel 534/193 tot en met 534/196 van het voormelde besluit".
Art.66. In artikel 318, § 1, eerste lid, 3°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel 337, § 1" vervangen door de zinsnede "artikel 534/205, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming".
Art.67. In artikel 321, § 1, tweede lid, 8°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel 337, § 2, 2° " vervangen door de zinsnede "artikel 534/205, § 2, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming".
Art.68. Artikel 322 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.69. In artikel 323 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 4° wordt de zinsnede "artikel 326" vervangen door de zinsnede "artikel 534/195 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming";
2° in punt 5° wordt de zinsnede "artikel 324" vervangen door de zinsnede "artikel 534/193 van het voormelde besluit";
3° in punt 6° wordt de zinsnede "artikel 327" vervangen door de zinsnede "artikel 534/196 van het voormelde besluit".
Art.70. In deel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 en 10 november 2023, wordt titel 5, die bestaat uit artikel 324 tot en met 338, opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2021 over de tenuitvoerlegging van BelRAI en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering over het beleidsdomein Welzijn
Art.71. In artikel 55, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2022 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2021 over de tenuitvoerlegging van BelRAI en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering over het beleidsdomein Welzijn wordt de zinsnede "de goedkeuring, vermeld in artikel 53" vervangen door de zinsnede "de goedkeuring van een afwijking als vermeld in artikel 54".
Art.72. In artikel 56, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "de goedkeuring, vermeld in artikel 53" vervangen door de zinsnede "de goedkeuring van een afwijking als vermeld in artikel 54".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023 tot wijziging van de regelgeving over de Vlaamse sociale bescherming en de overnamereglementering, wat betreft bepaalde revalidatievoorzieningen
Art.73. In artikel 65, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023 tot wijziging van de regelgeving over de Vlaamse sociale bescherming en de overnamereglementering, wat betreft bepaalde revalidatievoorzieningen wordt de zinsnede "de goedkeuring, vermeld in artikel 63" vervangen door de zinsnede "de goedkeuring van een afwijking als vermeld in artikel 64 van dit besluit".
Art.74. In artikel 66, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "de goedkeuring, vermeld in artikel 63" vervangen door de zinsnede "de goedkeuring van een afwijking als vermeld in artikel 64 van dit besluit".
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.75. Artikel 32, 1°, van het decreet van 18 juni 2021 tot wijziging van regelgeving in het kader van de Vlaamse sociale bescherming heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Artikel 24, 5°, van het voormelde decreet heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2023.
Artikel 32, 2°, van het voormelde decreet heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2023, wat de tegemoetkoming voor reiskosten betreft.
Artikel 112 en 113 van het voormelde decreet hebben uitwerking met ingang van 1 oktober 2023.
Artikel 2, 4 en 82 van het voormelde decreet hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
Artikel 61 van het voormelde decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024, wat de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging betreft.
Artikel 39, 1° en 2°, van het voormelde decreet treden in werking tien dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, wat de vervoerder betreft.
Art.76. Artikel 35, 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2023.
Artikel 37 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2023.
Artikel 39 en 40 hebben uitwerking met ingang van 1 april 2024.
Art. 77. De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale bescherming, is belast met de uitvoering van dit besluit.