Details





Titel:

19 JULI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, wat betreft de ventilatievereisten bij de MijnVerbouwPremie, de erkenningsvoorwaarden van woningcontroleurs, de geconventioneerde verhuur en de bijzondere sociale leningen



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2020016229  2020A43545 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Aan artikel 3.48, eerste lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° tewerkgesteld zijn door een rechtspersoon van publiek of privaat recht die als een projectuitvoerder als vermeld in artikel 2.2, 6°, deelneemt aan een intergemeentelijk samenwerkingsverband conform artikel 392 van het decreet van 22 december 2017, om conformiteitsonderzoeken te verrichten ter uitvoering van een project van hetzelfde intergemeentelijke samenwerkingsverband, die beperkt zijn tot het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband.".

Art.2. In artikel 5.44, § 1, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2022, wordt de zinsnede "2.33/18," vervangen door de zinsnede "2.33/19,".

Art.3. Aan artikel 5.47/3, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2023 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2024, wordt een negende lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "De minister of zijn gemachtigde kan de subsidie, vermeld in het eerste lid, ook verlenen aan twee private initiatiefnemers als aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, voldaan is, waarbij een van de private initiatiefnemers aan de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 3°, voldoet en de andere private initiatiefnemer aan de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 4°, voldoet en als de twee private initiatiefnemers verbonden vennootschappen als vermeld in artikel 1:20, 1°, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019, zijn. De aandelen van het aantal woningen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, worden berekend op basis van het totale aantal woningen dat de twee private initiatiefnemers samen realiseren.".

Art.4. In artikel 5.47/4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2023 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 3 mei 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "zijn" vervangen door de zinsnede ", en in voorkomend geval, de private initiatiefnemers, vermeld in artikel 5.47/3, § 1, negende lid, de";
  2° in paragraaf 1, vijfde lid, wordt tussen het woord "initiatiefnemer" en het woord "een" de zinsnede ", en in voorkomend geval, de private initiatiefnemers, vermeld in artikel 5.47/3, § 1, negende lid," ingevoegd;
  3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord "zijn" vervangen door de zinsnede ", en in voorkomend geval, de private initiatiefnemers, vermeld in artikel 5.47/3, § 1, negende lid, de".

Art.5. In artikel 5.121, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
  "3° de door de kredietgever geraamde kostprijs van de door de kredietgever in aanmerking genomen werkzaamheden, inclusief BTW, als het gaat om het renoveren, verbeteren of aanpassen van een woning, op basis van het ramend bestek van de kredietgever, te verhogen met de notariskosten;".

Art.6. In artikel 5.130, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023, worden tussen het woord "het" en het woord "bedrag" de woorden "door de kredietgever geraamde" ingevoegd.

Art.7. In artikel 5.189, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaams Regering van 4 februari 2022 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022, 8 juli 2022, 14 juli 2023 en 8 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, 3°, wordt punt a) vervangen door wat volgt:
  "a) de afbraak en plaatsing van ramen en buitendeuren met beglazing en de afbraak en plaatsing van oppervlakte beglazing volgens de criteria door of krachtens artikel 6.4.1/1, eerste lid, 6°, van het Energiebesluit van 19 november 2010;";
  2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "Als de werkzaamheden, vermeld in het eerste lid, 3°, a) en b), niet vergunningsplichtig zijn of niet onderworpen zijn aan de meldingsplicht, vermeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, en het buitenschrijnwerk wordt geplaatst in een woonkamer, slaapkamer, studeerkamer, speelkamer of analoge ruimte wordt voldaan aan tenminste één van de volgende eisen:
  1° aan de luchttoevoereisen vermeld in bijlage IX van het Energiebesluit van 19 november 2010, voor de woonkamers, slaapkamers, studeerkamers, speelkamers of analoge ruimten waarin het buitenschrijnwerk wordt geplaatst;
  2° aan de minimale ventilatievoorzieningen, vermeld in deel IX.2 van bijlage 18/4 van het ministerieel besluit van 28 december 2018 houdende algemene bepalingen inzake de energieprestatieregelgeving, energieprestatiecertificaten en de certificering van aannemers en installateurs.";
  3° er wordt tussen het tweede en derde lid, een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "De minister bepaalt met welk bewijsstuk de aanvrager aantoont dat aan de eisen vermeld in het tweede lid is voldaan.".

Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.