Artikels:
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 juni 2007 betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 1° wordt als volgt vervangen :
"1° De oprichtingskosten en de aanschaffingswaarde van de materiële en immateriële vaste activa met beperkte gebruiksduur worden ten laste genomen als afschrijving, door toepassing van de volgende afschrijvingstermijnen :
Oprichtingskosten | 3 jaar | Frais d'établissement | 3 ans |
Immateriële vaste activa | 3 jaar | Immobilisations incorporelles | 3 ans |
Gebouwen: | | Constructions: | |
Gebouwen | 33 jaar | Constructions | 33 ans |
Overige zakelijke rechten op onroerende goederen | 33 jaar | Autres droits réels sur des immeubles | 33 ans |
Grote herstellings- en grote onderhoudswerken | 10 jaar | Grosses réparations et gros entretiens | 10 ans |
Inrichting van de gebouwen | 33 jaar | Agencement des immeubles | 33 ans |
Installaties, machines en uitrusting: | | Installations, machines et outillage: | |
Medische installaties, machines en uitrusting | 5 jaar | Installations, machines et outillage médicaux | 5 ans |
Niet-medische installaties, machines, uitrusting | 10 jaar | Installations, machines et outillage non-médicaux | 10 ans |
Informaticamaterieel | 5 jaar | Matériel informatique | 5 ans |
Meubilair en rollend materieel: | | Mobilier et matériel roulant: | |
Meubilair | 10 jaar | Mobilier | 10 ans |
Rollend materieel | 5 jaar | Matériel roulant | 5 ans |
2° de bepaling onder 4° wordt als volgt vervangen :
"4° De afschrijving start de eerstvolgende maand na de datum van de werkelijke ingebruikname van de oprichtingskosten, de materiële en immateriële vaste activa, met dien verstande dat de afschrijving voor het eerste jaar beperkt is tot de pro rata van het resterende boekjaar.";
3° De bepaling onder 6° wordt als volgt vervangen :
" 6° De reserve-uitrusting, de materiële vaste activa in aanbouw, vooruitbetalingen en de groene stroomcertificaten komen niet in aanmerking voor afschrijving.".
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 3. De balans, de resultatenrekening en de staten en inlichtingen worden opgemaakt overeenkomstig de modellen in de afdelingen 1, 2 en 3 van de bijlage.
De resultatenrekening per definitieve kostenplaatsen (beheersboekhouding) wordt opgemaakt overeenkomstig het model opgenomen in de afdeling 4 van de bijlage.
De posten van de balans, van de resultatenrekening en van de staten en inlichtingen mogen worden weggelaten indien ze voor het beschouwde en voor het vorige boekjaar zonder voorwerp zijn. ".
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende :
"De oprichtingskosten en de materiële en immateriële vaste activa waarvan de afschrijving gestart is voorafgaandelijk aan 1 januari 2026 worden verder afgeschreven aan de geldende afschrijvingspercentages en -regels van voor 1 januari 2026.".
Art.4. In hetzelfde besluit wordt de bijlage, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 juli 2019, vervangen door de bijlage gevoegde bij dit besluit.
Art.5. Deze koninklijk besluit treedt in werking op 1 januari 2026.
Art.6. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-08-2024, p. 94374)