Details





Titel:

19 JUNI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-06-2007 en tekstbijwerking tot 09-08-2019)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. -[1 Boek 3 van het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]1.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen en diversen.
Art. 4-8
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1987025382 



Uitvoeringsbesluit(en):

2019013663  2021040228  2024007542 



Artikels:

HOOFDSTUK I. -[1 Boek 3 van het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]1.   ----------   (1)
Artikel 1.Onverminderd de toepassing van andere bijzondere wettelijke of reglementaire bepalingen, is [1 Boek 3 van het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]1, van toepassing op de ziekenhuizen, behoudens de afwijkingen vastgelegd door dit besluit.
  ----------
  (1)<KB 2019-07-29/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.2. Voor de ziekenhuizen geschiedt de afschrijving van de kosten van oprichting en van immateriële en materiële vaste activa met beperkte gebruiksduur, volgens onderstaande regelen :
  1° De oprichtingskosten en de kosten voor aankoop van immateriële en materiële vaste activa met beperkte gebruiksduur worden, bij wijze van afschrijving, ten laste genomen door toepassing van volgende jaarlijkse percentages :


Oprichtingskosten :  
Kosten van oprichting en inbreng33%
Overige oprichtingskosten33%
Intercalaire intresten10%
Herstructureringskosten33%
Immateriele vaste activa33%
Gebouwen :  
Gebouwen3%
Overige zakelijke rechten op onroerende goederen3%
Grote herstellingswerken en groot onderhoud10%
Inrichting van de gebouwen3%
Materieel voor medische uitrusting20%
Materieel voor niet-medische uitrusting en meubilair :  
Meubilair en materieel10%
Rollend materieel20%
Materieel en meubilair voor informatieverwerking20%

  Indien het afschrijvingspercentage 33 % bedraagt of 3 % per jaar wordt dit het eerste jaar respectievelijk op 34 % en op 4 % gebracht.
  2° De gebouwen, die bij hun aankoop, omwille van hun technische karakteristieken, bestemd zijn voor een vermoedelijke gebruiksduur die lager ligt dan deze die overeenstemt met de percentages vermeld onder 1°, worden over hun vermoedelijke gebruiksduur afgeschreven.
  3° Wanneer de duur van een recht op vruchtgebruik, een opstalrecht of een erfpacht lager ligt dan deze die overeenstemt met de percentages vermeld onder 1°, wordt hun aankoopwaarde afgeschreven over de duur van dit recht.
  4° De afschrijving neemt een aanvang op één januari van het jaar dat volgt op het jaar tijdens hetwelk de installatie of de uitrusting effectief in exploitatie werd genomen. In geval de effectieve inbedrijfstelling geschiedt tijdens de maand januari kan met de afschrijving op de eerste dag van deze maand worden aangevangen.
  5° De vaste activa in huurfinanciering en soortgelijke rechten worden afgeschreven overeenkomstig de regelen voorzien onder de punten 1° tot 4°.
  6° De reserveuitrusting, de lopende materiële vaste activa en de gestorte voorschotten komen als afschrijvingen niet in aanmerking.

Art.3. De balans en de resultatenrekening worden opgemaakt overeenkomstig de schema's voorzien in de afdelingen 1 en 2 van de bijlage. De bijlage omvat de staten en inlichtingen voorzien in de afdeling 3 van de bijlage van dit besluit. De posten van de balans, van de resultatenrekening en de gegevens van de bijlage mogen weggelaten worden wanneer ze voor het beschouwde boekjaar en voor het voorgaande boekjaar van geen belang zijn. De resultatenrekening van de definitieve kostenplaatsen (beheersboekhouding) wordt opgemaakt overeenkomstig het schema dat opgenomen is in de afdeling 4 van de bijlage. De door verenigingen zonder winstoogmerk aan te leveren bijkomende inlichtingen aan de Nationale Bank van België worden opgemaakt volgens het voorziene formaat in afdeling 5 van de bijlage.

HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen en diversen.
Art.4. De oprichtingskosten en de immateriële en materiële vaste activa waarvan de afschrijvingen vóór het boekjaar 1988 zijn begonnen, worden verder afgeschreven aan het percentage dat voorafgaandelijk aan dit boekjaar, werd toegepast.
  Indien vaste activa in huurfinanciering niet werden afgeschreven vóór het dienstjaar 1988, doch aanleiding hebben gegeven tot kosten voor juridische retributie moet dezelfde wijze van tenlasteneming worden voortgezet tot aan het einde van het contract.

Art.5. De bepalingen van dit besluit zijn voor de eerste maal van toepassing op de jaarrekeningen afgesloten op 31 december 2006.

Art.6.[1 Het koninklijk besluit van 21 oktober 2018 tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het wetboek van Economisch recht is niet van toepassing op de ziekenhuizen]1.
  ----------
  (1)<KB 2019-07-29/10, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.7. Het koninklijk besluit van 14 december 1987 betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 september 1989, 29 maart 1994, 4 augustus 1996 en 26 november 2006, wordt opgeheven.

Art.8. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Bijlage.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-06-2007, p. 35945).
  gewijzigd bij :
  <KB 2019-07-29/10, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>