Details





Titel:

17 JULI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 2022 houdende de basisbankdienst voor ondernemingen



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2022043113  2024005080 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder onderneming, de onderneming als bedoeld in artikel I.1, 1° van het Wetboek van economisch recht en de vereniging van mede-eigenaars die voldoen aan de voorwaarde bedoeld in artikel VII.59/4, § 1, derde lid, van hetzelfde Wetboek.

Art.2. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 december 2022 houdende de basisbankdienst voor ondernemingen, gewijzigd bij de wet van 9 februari 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "en volledig" ingevoegd tussen de woorden "Een aanvraag is ontvankelijk" en de woorden "wanneer zij volgende elementen bevat:";
  b) paragraaf 2, tweede lid, wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende:
  "4° een uittreksel uit het strafregister, bedoeld in artikel VII.59/5, vierde lid, van het Wetboek van economisch recht, op naam van de onderneming, de leden van het wettelijk bestuursorgaan en de personen belast met de effectieve leiding;";
  c) paragraaf 4 wordt vervangen als volgt:
  " § 4. Overeenkomstig artikel VII.59/4, § 3, vierde lid, van het Wetboek van economisch recht, weigert de basisbankdienst-kamer een basisbankdienst-aanbieder aan te wijzen indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
  1° de onderneming of een lid van het wettelijk bestuursorgaan van de onderneming is veroordeeld voor oplichting, misbruik van vertrouwen, bedrieglijke bankbreuk, valsheid in geschrifte, sociale fraude, ernstige fiscale fraude, corruptie, een beursmisdrijf of witwassen van geld, gedurende de laatste vijf jaar;
  2° de onderneming of een lid van het wettelijk bestuursorgaan van de onderneming wordt vermeld op de lijsten die gepubliceerd worden ter uitvoering van de bindende bepalingen betreffende financiële embargo's als gedefinieerd in artikel 4, 6°, van de wet van 18 september 2017;
  3° de diplomatieke zending is, gelet op de internationale verplichtingen die op België rusten, onderworpen aan financiële beperkingen die de toekenning van de basisbankdienst verhinderen.";
  d) paragraaf 5 wordt opgeheven.

Art.3. Het opschrift van hoofdstuk 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden "of andere valuta".

Art.4. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) het eerste lid wordt vervangen als volgt:
  "Wanneer de basisbankdienst betalingsdiensten bedoeld in artikel I.9, 1°, c), van het Wetboek van economisch recht in Amerikaanse dollar of andere valuta omvat, voldoet de aanvragende onderneming aan volgende bijkomende voorwaarden:
  1° de onderneming toont aan dat de Amerikaanse dollar of andere valuta de functionele valuta is van de onderneming;
  2° een transactie in Amerikaanse dollar of andere valuta kan worden onderworpen aan een voorafgaandelijke goedkeuring van een hoger leidinggevend personeel van de basisbankdienst-aanbieder als bedoeld in artikel 4, 31°, van de wet van 18 september 2017;
  3° de onderneming documenteert precies en nauwkeurig de legitimiteit van elke transactie in Amerikaanse dollar of andere valuta;
  4° de transacties blijven beperkt tot de betalingsdiensten zoals bedoeld in artikel I.9, 1°, c), van het Wetboek van economisch recht.";
  b) het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  "Wanneer het verlenen van verrichtingen in Amerikaanse dollar of andere valuta onverenigbaar is met de vereisten opgelegd door een correspondentinstelling in de zin van artikel 4, 34°, a) en b), van de wet van 18 september 2017 van de basisbankdienst-aanbieder zal deze betalingsdienst in Amerikaanse dollar of andere valuta niet of niet langer aangeboden worden door de basisbankdienst-aanbieder die zijn beslissing op onderbouwde wijze rechtvaardigt.";

Art.5. Treden in werking op 1 november 2024.
  1° de artikelen 12 en 13 van de wet van 3 mei 2024 houdende diverse bepalingen inzake economie;
  2° dit besluit.

Art. 6. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.