24 MEI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming en het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming
Art. 1-15
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten
Art. 16-24
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 25-27
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 5° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"5° /0 besluit van 9 mei 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de regels voor de erkenning van meerdere vestigingen van een woonzorgcentrum, een centrum voor kortverblijf, een dagverzorgingscentrum of een dagverzorgingscentrum met bijkomende erkenning als één woonzorgcentrum, één centrum voor kortverblijf, één dagverzorgingscentrum of één dagverzorgingscentrum met bijkomende erkenning;";
2° er worden een punt 28° /1, 28° /2 en 28° /3 ingevoegd, die luiden als volgt:
"28° /1 IFIC: sectorale analytische functieclassificatie en daaraan gekoppeld loonhuis dat ontwikkeld is door het Instituut voor Functieclassificatie (IFIC-vzw) in samenwerking met de sociale partners met het doel gelijkwaardige functies te identificeren en op een gelijkwaardige manier te belonen;
28° /2 IFIC-categorie: categorie die van toepassing is in de functieclassificatie voor de gezondheidszorg, met daaraan gekoppeld een loonbarema;
28° /3 IFIC-code: unieke code die toelaat om de functie van het personeelslid te identificeren;";
3° er wordt een punt 29° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"29° /1 INSZ-nummer: het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;";
4° er wordt een punt 55° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"55° /1 vestiging: een of meer gebouwen die op dezelfde plaats liggen en die als woonzorgcentrum, centrum voor kortverblijf type 1 of centrum voor dagverzorging worden uitgebaat;".
Art.2. In boek 3, deel 1, titel 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019, wordt een artikel 415/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 415/1. Als meerdere vestigingen als één woonzorgcentrum, al dan niet met bijbehorend centrum voor kortverblijf of centrum voor kortverblijf met een bijkomende erkenning, zijn erkend met toepassing van artikel 2 of 3 van het besluit van 9 mei 2014, wordt elk van die vestigingen als een afzonderlijk woonzorgcentrum, al dan niet met bijbehorend centrum voor kortverblijf of centrum voor kortverblijf met een bijkomende erkenning, beschouwd voor de toepassing van dit boek.
Als meerdere verschillende vestigingen als één centrum voor dagverzorging, één centrum voor dagverzorging voor personen met een ernstige ziekte of één centrum voor dagverzorging voor zorgafhankelijke personen zijn erkend met toepassing van artikel 5/1 en 5/2 van het besluit van 9 mei 2014, wordt elk van die vestigingen als een afzonderlijk centrum voor dagverzorging, centrum voor dagverzorging voor personen met een ernstige ziekte of centrum voor dagverzorging voor zorgafhankelijke personen beschouwd voor de toepassing van dit boek.".
Art.3. In artikel 453, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 2018, 14 oktober 2022 en 6 oktober 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "onder meer" worden opgeheven;
2° aan punt 2° wordt een punt l) toegevoegd, dat luidt als volgt:
"l) de IFIC-code en de IFIC-categorie;";
3° aan punt 2° /1 wordt een punt i) toegevoegd, dat luidt als volgt:
"i) de IFIC-code en de IFIC-categorie;";
4° aan punt 2° /2 wordt een punt i) toegevoegd, dat luidt als volgt:
"i) de IFIC-code en de IFIC-categorie;";
5° aan punt 2° /3 wordt een punt h) toegevoegd, dat luidt als volgt:
"h) de IFIC-code en IFIC-categorie;";
Art.4. In artikel 473, § 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, wordt de zinsnede "artikel 45, 4° " vervangen door de zinsnede "artikel 45, § 1, 3° ".
Art.5. In het opschrift van boek 3/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019, wordt het woord "bijzondere" vervangen door het woord "bijkomende".
Art.6. In boek 3/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2022, wordt een artikel 534/0 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 534/0. Als meerdere vestigingen als één woonzorgcentrum zijn erkend met toepassing van artikel 2 van het besluit van 9 mei 2014, wordt elk van die vestigingen als een afzonderlijk woonzorgcentrum beschouwd voor de toepassing van dit boek.".
Art.7. Artikel 534/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 534/1. In dit boek wordt verstaan onder bijkomende erkenning: een bijkomende erkenning voor de zorg en ondersteuning van personen met jongdementie als vermeld in artikel 66,1°, van bijlage 11 bij het besluit van 28 juni 2019.".
Art.8. In artikel 534/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "administrateur-generaal van het agentschap" worden vervangen door de woorden "leidend ambtenaar";
2° het woord "bijzondere" wordt vervangen door het woord "bijkomende".
Art.9. In artikel 534/3, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019, wordt het woord "bijzondere" vervangen door het woord "bijkomende".
Art.10. In artikel 534/4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt het woord "bijzondere" telkens vervangen door het woord "bijkomende";
2° in paragraaf 2 worden de woorden "administrateur-generaal van het agentschap" vervangen door de woorden "leidend ambtenaar" en wordt het woord "bijzondere" vervangen door het woord "bijkomende".
Art.11. In artikel 534/5, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019, wordt het woord "bijzondere" vervangen door het woord "bijkomende".
Art.12. In artikel 534/7, tweede en vierde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019, wordt het woord "bijzondere" vervangen door het woord "bijkomende".
Art.13. In artikel 534/8 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019, wordt het woord "bijzondere" telkens vervangen door het woord "bijkomende".
Art.14. In artikel 534/170, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, wordt punt 7° opgeheven.
Art.15. Aan artikel 534/198, § 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2023, worden de woorden "en het INSZ-nummer" toegevoegd.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten
Art.16. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 mei 2019, 16 september 2022, 12 mei 2023 en 20 oktober 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt:
"1° administratie: het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;";
2° er wordt een punt 1° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"1° /1 besluit van 28 juni 2019: het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers;";
3° punt 2° wordt vervangen door wat volgt:
"2° centrum voor kortverblijf:
a) een centrum voor kortverblijf type 1 vermeld in artikel 26, § 1, tweede lid, 1°, van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019, met uitsluiting van het centrum voor kortverblijf dat uitgebaat wordt in de daartoe bestemde lokalen van een erkend centrum voor herstelverblijf;
b) een centrum voor kortverblijf met een bijkomende erkenning vermeld in artikel 26, § 2, van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019:
een centrum voor kortverblijf dat gebruikers die thuis wonen tijdelijk en op een multidisciplinaire wijze een intensief observatie- en begeleidingstraject aanreikt met als doel de gebruikers te oriënteren naar het meest passende woonzorgaanbod, en dat daardoor een bijkomende erkenning als oriënterend kortverblijf heeft verkregen;";
4° punt 3° wordt vervangen door wat volgt:
"3° centrum voor dagverzorging:
a) een centrum voor dagverzorging als vermeld in artikel 23 van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019, dat een bijkomende erkenning heeft conform artikel 6, § 2, eerste lid, 1°, en tweede lid, van het besluit van 28 juni 2019;
b) een centrum voor dagverzorging voor personen met een ernstige ziekte: een centrum voor dagverzorging met een bijkomende erkenning als centrum voor dagverzorging voor personen die lijden aan een ernstige ziekte als vermeld in artikel 6, § 2, eerste lid, 1°, en tweede lid, van het besluit van 28 juni 2019;
c) een centrum voor dagverzorging voor zorgafhankelijke personen: een centrum voor dagverzorging met een bijkomende erkenning als centrum voor dagverzorging voor zorgafhankelijke personen als vermeld in artikel 6, § 2, eerste lid, 1°, en tweede lid, van het besluit van 28 juni 2019;";
5° er wordt een punt 4° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"4° /2 initiatief van beschut wonen: een initiatief van beschut wonen als vermeld in artikel 2, 9°, van het decreet van 6 juli 2018;";
6° punt 11° wordt vervangen door wat volgt:
"11° woonzorgcentrum: een woonzorgcentrum als vermeld in artikel 33 van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019, dat erkend is conform artikel 4 van het besluit van 28 juni 2019;".
Art.17. Aan hoofdstuk 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 mei 2019, 16 september 2022, 12 mei 2023 en 20 oktober 2023, wordt een artikel 1/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 1/1. In dit artikel wordt verstaan onder vestiging: een of meer gebouwen die op dezelfde plaats liggen en die als woonzorgcentrum, centrum voor kortverblijf type 1 of centrum voor dagverzorging worden uitgebaat.
Als meerdere vestigingen als één woonzorgcentrum, al dan niet met centrum voor kortverblijf of centrum voor kortverblijf met een bijkomende erkenning zijn erkend met toepassing van artikel 2 of 3 van het besluit van 9 mei 2014 houdende de regels voor de erkenning van meerdere vestigingen van een woonzorgcentrum, een centrum voor kortverblijf, een dagverzorgingscentrum of een dagverzorgingscentrum met bijkomende erkenning als één woonzorgcentrum, één centrum voor kortverblijf, één dagverzorgingscentrum of één dagverzorgingscentrum met bijkomende erkenning, wordt elk van die vestigingen als een afzonderlijk woonzorgcentrum, al dan niet met bijbehorend centrum voor kortverblijf of centrum voor kortverblijf met een bijkomende erkenning beschouwd voor de toepassing van dit besluit.
Als meerdere vestigingen als één centrum voor dagverzorging, één centrum voor dagverzorging voor personen met een ernstige ziekte of één centrum voor dagverzorging voor zorgafhankelijke personen zijn erkend met toepassing van artikel 5/1 en 5/2 van het voormelde besluit, wordt elk van die vestigingen als een afzonderlijk centrum voor dagverzorging, centrum voor dagverzorging voor personen met een ernstige ziekte of centrum voor dagverzorging voor zorgafhankelijke personen beschouwd voor de toepassing van dit besluit.".
Art.18. In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 en 20 oktober 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 1°, c), wordt de zinsnede "met uitzondering van de dagverzorgingscentra die erkend zijn voor zorg- en dienstverlening uitsluitend aan gebruikers aan wie gezinszorg of aanvullende thuiszorg wordt verleend, als vermeld in artikel 51 van bijlage IX van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers" opgeheven;
2° aan het eerste lid, 1°, wordt een punt h) toegevoegd, dat luidt als volgt:
"h) de initiatieven van beschut wonen;".
Art.19. In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 10° worden tussen het woord "verpleegkundige" en het woord "volgen" de woorden "of zorgkundige" ingevoegd;
2° in punt 11° worden tussen het woord "verpleegkundige" en het woord "volgen" de woorden "of zorgkundige" ingevoegd;
3° er worden een punt 22° tot en met 26° toegevoegd, die luiden als volgt:
"22° de logistieke medewerkers in de zorg;
23° de zijinstroomzorgkundigen, vermeld in artikel 1,58° /1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
24° de BelRAI-coördinator voor het deel dat gefinancierd wordt in deel A2 op basis van artikel 487 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
25° de personeelsleden die een opleiding volgen tot verpleegkundige of zorgkundige in het kader van het federaal project #kiesvoordezorg;
26° de personeelsleden die gefinancierd worden krachtens andere wetten, decreten, ordonnanties, reglementaire bepalingen of krachtens een individueel of collectief gesloten overeenkomst.".
Art.20. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, punt 2°, b), worden de woorden "inschrijvingsnummer in het Rijksregister" vervangen door het woord "INSZ-nummer";
2° in paragraaf 1, punt 2°, g), worden de woorden "en de geldelijke anciënniteit" opgeheven;
3° in paragraaf 1, punt 3° wordt punt b) vervangen door wat volgt:
"b) het INSZ-nummer van de werknemer;";
4° aan paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Op basis van het INSZ-nummer dat wordt meegedeeld conform het eerste lid, haalt de administratie de volgende gegevens zelf op uit het Rijksregister of uit de Kruispuntbankregisters, vermeld in artikel 4 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
1° voor- en achternaam;
2° geboortedatum."
5° er wordt een paragraaf vier toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 4. De administratie bewaart de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, gedurende maximaal tien jaar nadat de voorziening de gegevens in kwestie heeft bezorgd.".
Art.21. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 juni 2020, 12 mei 2023 en 20 oktober 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
"Voor de voorzieningen die de voorwaarden, vermeld in artikel 5, § 2, naleven, worden de voorschotten en de definitieve tegemoetkomingen op de volgende wijze geregeld:
1° het voorschot van 31 januari en 31 juli van het jaar J is gelijk aan: 1/2 x (bedrag van de definitieve tegemoetkoming voor het derde en vierde trimester van het jaar J-2 en het eerste en tweede trimester van het jaar J-1 x 1,02). Het voorschot van 31 januari wordt betaald in januari. Het voorschot van 31 juli wordt samen met het eventueel resterende verschil, vermeld in paragraaf 2, betaald in juli;
2° vervolgens wordt het verschil tussen de tegemoetkomingen voor de laatste twee trimesters van het jaar J en de eerste twee trimesters van het jaar J + 1, en de voorschotten voor diezelfde trimesters betaald in januari van het jaar J+2.";
2° in paragraaf 2 wordt het woord "vier" vervangen door het woord "twee".
Art.22. In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 en 12 mei 2023, wordt de datum "31 januari" vervangen door de datum "30 juni".
Art.23. In artikel 16/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 mei 2019 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt:
"De administratie berekent voor het centrum voor dagverzorging een tegemoetkoming voor de premies voor titels en beroepskwalificaties die de voorziening betaald heeft aan de rechthebbende verpleegkundige met toepassing van artikel 1, § 1 en § 2, van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties. De voormelde tegemoetkoming wordt op de volgende wijze berekend:
1° voor de rechthebbende op de premie, vermeld in artikel 1, § 1, van het voormelde koninklijk besluit, conform de volgende formule: (1656,02 euro x het aantal te financieren voltijdsequivalenten van verpleegkundigen in de voorziening dat beschikt over een beroepsbekwaamheid van geriatrisch verpleegkundige of een beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de palliatieve zorg);
2° voor de rechthebbende voor de premie, vermeld in artikel 1, § 2, van het voormelde koninklijk besluit, conform de volgende formule: (4968,07 euro x het aantal te financieren voltijdsequivalenten van verpleegkundigen in de voorziening die beschikken over een beroepstitel van geriatrisch verpleegkundige).";
2° het tweede en derde lid worden vervangen door wat volgt:
"De administratie stort de tegemoetkoming, vermeld in het eerste lid, aan de rechthebbende uiterlijk op 31 december van het jaar waarin het centrum voor dagverzorging die tegemoetkoming heeft uitbetaald.
De administratie kan de facturen, en eventuele bijkomende informatie, van de voorziening opvragen ter controle.".
Art.24. Aan de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende bepalingen toegevoegd:
"Bedrag van de jaarlijkse loonkosten in het kader van de financiering van de eindeloopbaan (tegen spilindexcijfer 103,04 (1 juni 2017; basis 2013 = 100)) als vermeld in artikel 6, specifiek voor de initiatieven voor beschut wonen.
Aanwijzing categorie per functie:
functie | categorie |
de verpleegkundigen, de sociaal verpleegkundigen en de assistenten in de ziekenhuisverzorging | i |
de kinesitherapeuten, de ergotherapeuten, de logopedisten, de diëtisten, de opvoeders-begeleiders, geïntegreerd in de zorgteams, de maatschappelijk assistenten en de psychologisch assistenten in de zorgteams of geïntegreerd in het therapeutische programma, de psychologen, de orthopedagogen en de pedagogen in de zorgteams of geïntegreerd in het therapeutische programma | ii |
de verzorgenden en de werknemers, vermeld in artikel 152 en 153 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen | iii |
het gelijkgestelde personeel en de logistieke assistenten | iv |
categorie | premie | vervanging |
i | 68.719,04 | 50.286,36 |
ii | 68.719,04 | 50.286,36 |
iii | 51.179,99 | 40.592,66 |
iv | 46.245,61 | 40.554,10 |