Details





Titel:

2 JUNI 2024. - Koninklijk besluit tot aanpassing van het koninklijk besluit van 10 april 2022 tot vaststelling en uitkering van de bedragen van de vergoedingen voor de invoering van de functieclassificatie die is voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de federale gezondheidssector en die op 25 oktober 2017 en op 12 november 2020 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2022031676 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 april 2022 tot vaststelling en uitkering van de bedragen van de vergoedingen voor de invoering van de functieclassificatie die is voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de federale gezondheidssector en die op 25 oktober 2017 en op 12 november 2020 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, wordt de volgende § 4 toegevoegd:
  " § 4. In 2024 wordt door het RIZIV een bedrag van 14.500.000 euro gestort aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330 als eenmalige compensatie voor de implementatiekost, gebaseerd op het aantal voltijdsequivalenten, van de functieklassificatie zoals bedoeld in de sociale akkoorden van 25 oktober 2017 en van 12 november 2020 voor de werkgevers zoals bedoeld in artikel 5 en die behoren tot de private sector.".

Art.2. Het bedrag zoals bedoeld in artikel 1 wordt door het RIZIV gestort binnen de maand na inwerkintreding van dit besluit.

Art.3. De bepalingen van artikel 8, § 2 van het koninklijk besluit van 10 april 2022 worden vervangen door de volgende bepalingen:
  " § 2. De stortingen bedoeld in dit besluit worden ten laste gelegd van de begrotingsdoelstelling van de gezondheidszorg van het RIZIV met uitzondering van het bedrag zoals bedoeld in artikel 2 dat wordt ten laste gelegd van de administratiekost van het RIZIV.
  De stortingen zoals bedoeld in de artikelen 2 en 3, §§ 1 en 2 worden geboekt in de rekeningen van 2021.
  De storting zoals bedoeld in artikel 3, § 3 wordt geboekt in de rekeningen van 2022. De storting zoals bedoeld in artikel 3, § 4 wordt geboekt in de rekeningen van 2024.".

Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5. De minister bevoegd voor Sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.