Details





Titel:

17 MEI 2024. - Decreet tot wijziging van het decreet van 6 februari 2004 houdende ad-hocwaarborgen voor ondernemingen en waarborgen voor financieringsfondsen en kredietportefeuilles



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 6 februari 2004 houdende ad-hocwaarborgen voor ondernemingen en waarborgen voor financieringsfondsen en kredietportefeuilles
Art. 2-13
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 14-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2004035282 



Uitvoeringsbesluit(en):

2024007955 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 6 februari 2004 houdende ad-hocwaarborgen voor ondernemingen en waarborgen voor financieringsfondsen en kredietportefeuilles
Art.2. In artikel 2 van het decreet van 6 februari 2004 houdende ad-hocwaarborgen voor ondernemingen en waarborgen voor financieringsfondsen en kredietportefeuilles, gewijzigd bij de decreten van 20 februari 2009, 12 juli 2013, 15 mei 2020 en 10 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 5° /3 wordt de zinsnede "artikel 3, § 2, 2), van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen" vervangen door de zinsnede "artikel 4, eerste lid, 2), van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen";
  2° punt 9° wordt vervangen door wat volgt:
  "9° kredietinstelling:
  a) een kredietinstelling die de vergunning, vermeld in artikel 7 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, heeft verkregen, en de ermee verbonden vennootschappen, in de zin van in artikel 1:20, 1°, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;
  b) iedere kredietinstelling die ressorteert onder een andere lidstaat van de Europese Unie die in overeenstemming met de bepalingen, vermeld in boek III van de voormelde wet van 25 april 2014, haar werkzaamheden op het Belgisch grondgebied kan uitoefenen, en de ermee verbonden vennootschappen, in de zin van in artikel 1:20, 1°, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;";
  3° in punt 14° /1 wordt het woord "richtsnoeren" vervangen door het woord "verordening";
  4° punt 14° /4 wordt opgeheven;
  5° punt 14° /5 wordt vervangen door wat volgt:
  "14° /5 ad-hocwaarborg: de waarborg die voldoet aan de voorwaarden opgesomd in afdeling 2 en 3 van hoofdstuk III/1;";
  6° punten 14° /6 en 14° /7 worden opgeheven;
  7° er wordt een punt 25° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "25° Waarborgvennootschap: een dochteronderneming die van de Participatiemaatschappij Vlaanderen afhangt of een dochteronderneming die afhangt van het Vlaamse Gewest die de Vlaamse Regering kan oprichten.".

Art.3. Artikel 22/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en gewijzigd bij de decreten van 12 juli 2013 en 15 mei 2020, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 22/1. § 1. Als de Waarborgvennootschap bij de toekenning van de waarborgen die conform dit hoofdstuk worden toegekend, de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2 en artikel 22/2 en 22/4, naleeft, verzekert de Vlaamse Regering via maatregelen die de Vlaamse Regering ten aanzien van het kapitaal van de Waarborgvennootschap ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap neemt, altijd de continuïteit van de Waarborgvennootschap en voorkomt de Vlaamse Regering dat het nettoactief negatief wordt.
  § 2. De bepalingen, vermeld in paragraaf 1, gelden alleen op voorwaarde dat het maximale totale bedrag dat de Waarborgvennootschap met haar waarborgen dekt, niet meer bedraagt dan 3 miljard euro, tenzij de Vlaamse Regering dat bedrag naar beneden wijzigt. Het voormelde maximale totale bedrag bedraagt na de voormelde wijziging door de Vlaamse Regering in elk geval niet minder dan 1,5 miljard euro.".

Art.4. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2021, wordt na artikel 22/1 een afdeling 2 ingevoegd, die luidt als volgt:
  "Afdeling 2. Basisvoorwaarden".

Art.5. In artikel 22/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de inleidende zin wordt het woord "respectievelijk" opgeheven;
  2° in de inleidende zin worden de zinsnede "22/3," en de zinsnede "of 22/4/2" opgeheven;
  3° punt 5° wordt vervangen door wat volgt:
  "5° de waarborgen worden toegekend tegen betaling door de betrokken onderneming aan de Waarborgvennootschap van een marktconforme waarborgpremie die in voorkomend geval kan overeenstemmen met een safe harbour-premie. De waarborgpremie wordt door de Waarborgvennootschap met een nader door de Vlaamse Regering te bepalen percentage of bedrag verhoogd indien de niet-naleving van het engagement, bedoeld in punt 7°, wordt vastgesteld;";
  4° in punt 7° wordt tussen de woorden "het Vlaamse grondgebied" en het woord "gedurende" de zinsnede ", in voorkomend geval door een andere entiteit van de groep waartoe de onderneming behoort," ingevoegd.

Art.6. In hoofdstuk III/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2021, wordt afdeling 2, die bestaat uit artikel 22/3, opgeheven.

Art.7. In hoofdstuk III/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2021, wordt het opschrift van afdeling 3 vervangen door wat volgt:
  "Afdeling 3. De ad-hocwaarborg".

Art.8. In artikel 22/4 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2010 en 12 juli 2013, wordt de zinsnede ", andere dan de waarborgen bedoeld in artikel 22/3" opgeheven.

Art.9. In hoofdstuk III/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2021, wordt afdeling 4, die bestaat uit artikel 22/4/1 en 22/4/2, opgeheven.

Art.10. In artikel 22/5 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 12 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 1. Als de Waarborgvennootschap bij de toekenning van de waarborgen die conform dit hoofdstuk worden toegekend, de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2 en artikel 22/6 tot en met 22/8, naleeft, verzekert de Vlaamse Regering via maatregelen die de Vlaamse Regering ten aanzien van het kapitaal van de Waarborgvennootschap ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap neemt, altijd de continuïteit van de Waarborgvennootschap en voorkomt de Vlaamse Regering dat het nettoactief negatief wordt.";
  2° in paragraaf 2 wordt punt 1° vervangen door wat volgt:
  "1° de toekenning van een waarborg heeft niet tot gevolg dat het maximale totale bedrag dat de Waarborgvennootschap met de waarborgen, vermeld in hoofdstuk III/1 en III/2, dekt, meer dan 3 miljard euro bedraagt, tenzij de Vlaamse Regering dat bedrag naar beneden wijzigt. Het voormelde maximale totale bedrag bedraagt na de voormelde wijziging door de Vlaamse Regering in elk geval niet minder dan 1,5 miljard euro;".

Art.11. In artikel 22/6 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 12 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2 wordt een punt 2° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "2° /1 het betrokken ondernemingsfonds betreft op datum van toekenning van de waarborg geen onderneming in moeilijkheden;";
  2° in paragraaf 3 wordt een punt 1° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "1° /1 de waarborg betreft een vast maximumbedrag;";
  3° in paragraaf 3, 6°, wordt de zinsnede "waaraan de waarborgaanvraag dient te voldoen," opgeheven.

Art.12. In artikel 22/7 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij decreet van 12 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2 wordt een punt 2° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "2° /1 het betrokken ondernemingsfonds betreft op datum van toekenning van de waarborg geen onderneming in moeilijkheden;";
  2° in paragraaf 3 wordt een punt 1° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "1° /1 de waarborg betreft een vast maximumbedrag;";
  3° in paragraaf 3, 6°, wordt de zinsnede "waaraan de waarborgaanvraag dient te voldoen," opgeheven.

Art.13. In artikel 22/8 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij decreet van 12 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2 wordt een punt 4° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "4° /1 de kredietnemers van de financieringsovereenkomsten die zijn opgenomen in de kwalitatieve kredietportefeuille betreffen op datum van toekenning van de waarborg geen ondernemingen in moeilijkheden;";
  2° in paragraaf 2 wordt punt 7° vervangen door wat volgt:
  "7° de waarborgen dekken de kwalitatieve kredietportefeuille ten belope van een welbepaald maximumbedrag, te bepalen door de Waarborgvennootschap bij de toekenning van de waarborg als een percentage van de kwalitatieve kredietportefeuille, dat in elk geval 80% van de waarde van de gewaarborgde kwalitatieve kredietportefeuille niet mag overschrijden. De Waarborgvennootschap kan in de dossierspecifieke voorwaarden van een waarborg een verschillend waarborgpercentage bepalen tussen 0% en 100% per tranche van de kredietportefeuille en/of per tranche van het krediet, waarbij de omvang van de tranches eveneens wordt bepaald in de dossierspecifieke voorwaarden, voor zover het globaal gewaarborgde bedrag niet hoger is dan 80% van de waarde van de gewaarborgde kwalitatieve kredietportefeuille;";
  3° in paragraaf 2, 10°, wordt de zinsnede ", waaronder de voorwaarden waaraan de waarborgaanvraag dient te voldoen, aangaande de inwerkingtreding van de waarborgen het maximaal gewaarborgd percentage" opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.14. De Waarborgvennootschap, vermeld in artikel 22/1 van het decreet van 6 februari 2004 houdende ad-hocwaarborgen voor ondernemingen en waarborgen voor financieringsfondsen en kredietportefeuilles, zoals van kracht vóór de datum van de inwerkingtreding van dit decreet, blijft bevoegd voor het beheer en de verdere afwikkeling van de dossiers over de waarborgen die op grond van artikel 22/3, 22/4/1 en 22/4/2 van het voormelde decreet, zoals van kracht vóór de datum van de inwerkingtreding van dit decreet, vóór de datum van de inwerkingtreding van dit decreet zijn toegekend.

Art. 15. Dit decreet treedt in werking op een datum die de Vlaamse Regering bepaalt en uiterlijk op 31 december 2024.