Details





Titel:

12 JANUARI 2024. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 februari 2023 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit



Inhoudstafel:


Art. 1-22



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2023042741 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 5 van het ministerieel besluit van 23 februari 2023 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit wordt aangevuld door een lid dat als volgt is opgesteld:
  "Voor de toepassing van lid 1, 1°, komen gebieden aangewezen als "gebieden onder beschermingsstatuut" (UG temp 1) of "gebieden met openbaar beheer" (UG temp 2) overeenkomstig respectievelijk artikel 2, 14° en 15° van het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 in aanmerking als ze zich buiten bossen bevinden. "

Art.2. Artikel 6 van genoemd besluit wordt aangevuld door een lid dat als volgt is opgesteld:
  "Voor de toepassing van lid 1, 2°, a), komen gebieden aangewezen als "gebieden onder beschermingsstatuut" (UG temp 1) of "gebieden met openbaar beheer" (UG temp 2) overeenkomstig respectievelijk artikel 2, 14° en 15° van het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 in aanmerking als ze zich buiten bossen bevinden. "

Art.3. In artikel 8 van genoemd besluit worden de woorden "uiterlijk tegen 30 juni" ingevoegd tussen de woorden "van de verzamelaanvraag" en "volgens de volgende modaliteiten".

Art.4. Artikel 14, lid 1, van genoemd besluit wordt aangevuld door een punt 4° en 5° die als volgt zijn opgesteld:
  "4° oppervlakten met stilstaand water groter dan dertig are;
  5° beboste oppervlakten met de volgende cumulatieve kenmerken:
  a) een oppervlakte van meer dan dertig are;
  b) meer dan tien meter breed;
  c) maximaal vijf meter afstand tussen de kronen van de bomen of struiken. "

Art.5. In artikel 15 van genoemd besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1, 5° wordt aangevuld met de woorden "of een certificaat van bedrijfshoofd behaald na een post-schoolse opleiding tot biologisch tuinbouwer of wijnbouwer georganiseerd door het "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises" (Waals Instituut voor Alternerende Vorming, Zelfstandigen en Kleine en Middelgrote Ondernemingen). ";
  2° paragraaf 1 wordt aangevuld door een lid dat als volgt is opgesteld:
  "Diploma's en certificaten die door een lidstaat van de Europese Unie zijn gelijkgesteld met de in lid 1 genoemde diploma's en certificaten, worden op dezelfde wijze in aanmerking genomen als deze laatste. ";
  4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf die als volgt is opgesteld:
  " § 3. Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het besluit van de Waalse regering van 23 februari 2023 is 31 mei de uiterste datum waarop de landbouwer die steun aanvraagt een actieve landbouwer moet zijn.
  Lid 1 is niet van toepassing in het kader van de steun voorzien in het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende vestigings- en investeringssteun voor de landbouw-, aquacultuur- en tuinbouwsector, alsmede voor coöperaties en andere vennootschappen die zich bezighouden met de eerste verwerking en de afzet van voedings- en bosbouwproducten, de landbouwer die steun aanvraagt is actief voor elke steunaanvraag.
  In afwijking van paragraaf 1 is de ervaring die door het Vestigingscomité is gevalideerd op grond van paragraaf 2, lid 2 en 3, geldig voor het jaar waarin het comité advies uitbrengt. "

Art.6. In artikel 17 van genoemd besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in lid 1, 3°, wordt het woord "secundair" geschrapt;
  2° lid 1, 8°, wordt aangevuld met de woorden "of een certificaat van bedrijfshoofd behaald na een post-schoolse opleiding tot biologisch tuinbouwer of wijnbouwer georganiseerd door het "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises" (Waals Instituut voor Alternerende Vorming, Zelfstandigen en Kleine en Middelgrote Ondernemingen;
  3° wordt aangevuld met een lid dat als volgt is opgesteld:
  "Diploma's en certificaten die door een lidstaat van de Europese Unie zijn gelijkgesteld met de in lid 1 genoemde diploma's en certificaten, worden op dezelfde wijze in aanmerking genomen als deze laatste. "

Art.7. In artikel 18, § 2, lid 2, van genoemd besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "artikel 17, lid 2" worden vervangen door de woorden "artikel 17, lid 1, 9° en 2";
  2° de woorden een van de opleidingen, bedoeld in artikel 17, eerste lid, 3°, 5° of 7° een van de opleidingen, bedoeld in artikel 17, eerste lid, 3°, 5° of 7° " worden geschrapt.

Art.8. In artikelen 17 en 18 van genoemd besluit worden de woorden "getuigschrift van nascholing type B" telkens vervangen door de woorden "post-schools certificaat behaald na een opleiding agrarisch bedrijfsbeheer en agrarische bedrijfseconomie".

Art.9. In artikel 20 van genoemd besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2, lid 2, worden de woorden "een griffier" vervangen door de woorden "de Algemene administratie van de erfgoeddocumentatie";
  2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf die als volgt is opgesteld:
  " § 4. Overeenkomstig de toepassing van artikel 27, § 2, 3°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, zijn de soorten documenten die aanvaard worden om de aandelen, de verdeling van de gebruiksrechten en de inbreng in het bedrijf van de partner vast te stellen, de volgende:
  1° een oprichtingsakte die is geregistreerd of gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad;
  2° een geregistreerde overnameovereenkomst;
  3° een geregistreerde partnerschapovereenkomst;
  4° een geregistreerde overeenkomst voor de verdeling van gebruiksrechten;
  5° een aandelenregister op naam.
  Voor de toepassing van lid 1 gebeurt de registratie bij de Algemene administratie van de erfgoeddocumentatie. "

Art.10. Artikel 21 van genoemd besluit wordt aangevuld met de woorden "en is de gebruikelijke dichtheid voor het inzaaien van planten in zuivere teelt opgenomen in bijlage 7. "

Art.11. Artikel 27 van genoemd besluit wordt geschrapt.

Art.12. In hoofdstuk 11 van genoemd besluit wordt de titel van afdeling 5 vervangen door het volgende:
  "Afdeling 5. Erosiebestrijdingsstrook en ruggenteeltgewassen of soortgelijke gewassen."

Art.13. Artikelen 28 en 29 van genoemd besluit worden vervangen als volgt:
  "Art. 28. Overeenkomstig artikelen 54, § 2, en 62, § 2, lid 3, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 zijn de in aanmerking komende ruggenteelten en soortgelijke teelten de volgende:
  1° maïs;
  2° bieten;
  3° aardappelen;
  4° cichorei;
  5° voederwortelen;
  6° bewaarbonen;
  7° vlinderbloemigen;
  8° andere teelten zoals gedefinieerd in het verzamelaanvraagformulier.

Art.29. In toepassing van artikel 55, § 2, van het besluit van de Waalse regering van 23 februari 2023 voldoet de erosiebestrijdingsstrook aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
  1° de strook wordt aangelegd op het betrokken perceel, onderaan de helling, zodat de risico's in verband met het weglopen van water buiten het perceel worden beperkt;
  2° de strook is minstens negen meter breed;
  3° de strook bestaat uit weidegrassen die als zuivere teelt of gemengd met vlinderbloemigen of wintergranen worden geplant;
  4° de strook wordt aangelegd voordat de ruggenteelt of soortgelijke teelt wordt geplant;
  5° de strook wordt ten minste onderhouden totdat de ruggenteelt of soortgelijke teelt is geoogst;
  6° begrazing is verboden;
  7° maaien is verboden vóór 1 juli als de strook is aangeplant na 30 november van het voorgaande jaar. "

Art.14. Artikelen 30 en 31 van genoemd besluit worden geschrapt.

Art.15. In artikel 33 van genoemd besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 worden de woorden "artikel 68, § 2, eerste lid, 1° " vervangen door de woorden "artikel 68, § 4, lid 1, 1° ";
  2° paragraaf 2 wordt geschrapt;
  1° in paragraaf 3 worden de woorden "artikel 68, § 2, eerste lid, 3° " vervangen door de woorden "artikel 68, § 4, lid 1, 2° ".

Art.16. In genoemd besluit worden artikelen 33/1 en 33/3 ingevoegd, opgesteld als volgt:
  "Art. 33/1. In toepassing van artikel 68, § 9, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 moeten percelen met staand graan, om als niet-productieve gebieden in aanmerking te worden genomen, aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen:
  1° ze bestaan uit een zuiver graangewas, een mengsel van granen of een mengsel van granen en vlinderbloemigen, ingezaaid in de gebruikelijke dichtheid;
  2° ze hebben een oppervlakte tussen twee are en één hectare;
  3° de percelen die door dezelfde landbouwer worden aangegeven, liggen ten minste honderd meter uit elkaar en ten minste vijftig meter van een bebost gebied verwijderd;
  4° ze zijn het voorgaande jaar niet aangegeven als percelen met staand graan in toepassing van artikel 67, § 1, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;
  5° ze zijn niet aangelegd op percelen bouwland die in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend, zijn omgezet van blijvend grasland.
  Voor de toepassing van lid 1, 3°, betekent `bebost gebied" een gebied dat bestaat uit bomen of struiken die op korte afstand van elkaar zijn geplant zodat ze een dichte bedekking vormen die de volgende kenmerken heeft:
  1° een oppervlakte van meer dan dertig are;
  2° meer dan tien meter breed;
  3° maximaal vijf meter afstand tussen de kronen van de bomen of struiken.
  Elementen die beschouwd worden als bij beboste gebieden horend, zoals gebieden met natuurlijke habitats, houtlagen, voederplaatsen, moerassen, vijvers, brandgangen en paden, worden op dezelfde manier behandeld als beboste gebieden.
  § 2. Voor de toepassing van paragraaf 1, lid 1, 1°, is de lijst van de graansoorten die in aanmerking komen voor inzaai in zuivere teelt opgenomen in bijlage 6.
  In het geval van een mengsel van granen en vlinderbloemigen bedraagt het totale gewicht van het zaaigraan ten minste 50% van het gewicht dat normaal wordt gebruikt voor het inzaaien in zuivere teelt. Het totale gewicht van het zaad van vlinderbloemigen bedraagt ten minste 20% van het gewicht dat normaal wordt gebruikt voor het inzaaien in zuivere teelt. De landbouwer bepaalt zelf de samenstelling van het mengsel.
  De zaadgewichten die normaal worden gebruikt voor het inzaaien van granen of vlinderbloemigen in zuivere teelt zijn opgenomen in bijlage 1.
  Of een teelt voor steun in aanmerking komt, wordt bepaald op basis van de bedekking op 31 mei.
  § 3. Voor de toepassing van artikel 67, § 1, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 worden percelen met staand graan in aanmerking genomen tot een maximum van vijf hectare.
  Art. 33/2. In toepassing van artikel 68/1, § 2, van het besluit van de Waalse regering van 23 februari 2023 wordt braakland behouden van 15 februari tot en met 15 augustus.
  Voor braakliggende grond met wilde bloemen blijft het in het voorjaar ingezaaide dekgewas ten minste zes maanden staan vanaf de inzaaidatum. In het najaar ingezaaide dekgewas blijft staan tot ten minste 15 september van het jaar dat volgt op de inzaai. De landbouwer mag deze oppervlakte voor een tweede jaar aangeven als braakliggende grond met wilde bloemen zonder deze in het najaar opnieuw in te zaaien.
  In afwijking van lid 2 mag het in de herfst ingezaaide dekgewas vanaf 1 augustus van het jaar dat volgt op de inzaai worden vernietigd indien de landbouwer op hetzelfde perceel opnieuw braakliggende grond met wilde bloemen voorziet overeenkomstig paragraaf 1.
  Art. 33/3. In toepassing van artikel 68/1, § 7, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen verboden op percelen met staand graan van 1 juli tot de laatste dag van februari van het volgende jaar. "

Art.17. In artikel 34 van genoemd besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2 wordt lid 3 geschrapt:
  2° in paragraaf 4:
  a) in 1°, worden de woorden "- behalve in het geval van een onderzaai in een hoofdteelt -" ingevoegd tussen de woorden "de bedekking van het vanggewas is" en de woorden "samengesteld uit een mengsel ...";
  b) 2° wordt vervangen door het volgende:
  "2° de vernietiging van het vanggewas is slechts toegestaan met mechanische middelen of door vorst tot en met 15 februari;".

Art.18. Bijlage 1 van genoemd besluit wordt vervangen als volgt:
  "


Plantensoort of -geslacht Zaaidichtheid voor zuivere teelt in kg/ha
Grassen
Kanariezaad (Phalaris canariensis) 20
Haver (Avena sativa) 100
Japanse haver (Avena strigosa) 40
Dactylis (Dactylis spp.) 25
Eenkoren of kleine spelt (Triticum monococcum) 115
Spelt (Triticum spelta) 200 (gepeld), 225 (ongepeld)
Festulolium (xFestulolium) 30
Zwenkgras (Festuca spp.) 30
Thimothee (Phleum spp.) 15
Tarwe (Triticum aestivum) 150
Gierst (Panicum miliaceum) 20
Trosgierst (Setaria italica) 20
Gerst (Hordeum vulgare) 120
Veldbeemdgras (Poa pratensis) 15
Engels raaigras (Lolium perenne) 30
Italiaans raaigras (Lolium multiflorum) 35
Rogge (Secale cereale) 80
Sorghum (Sorghum bicolor) 20
Triticale (xTriticosecale) 130
Vlinderbloemigen
Fenegriek (Trigonella foenum-graecum) 30
Tuin- en veldbonen (Vicia faba) 250
Linzen (Lens spp.) 35
Rolklaver (Lotus spp.) 25
Witte lupine (Lupinus albus) 170
Blauwe lupine (Lupinus angustifolius) 130
Gele lupine (Lupinus luteus) 130
Luzerne (Medicago spp.) 25
Honingklaver (Melilotus spp.) 25
Kikkererwt (Cicer arietinum) 225
Voedererwt (Pisum sativum) 60
Eiwiterwt (Pisum sativum) 120
Esparcette (Onobrychis spp.) 40
Soja (Glycine max) 145
Witte klaver (Trifolium repens) 5
Alexandrijnse klaver (Trifolium alexandrinum) 15
Perzische klaver (Trifolium resupinatum) 20
Basterdklaver (Trifolium hybridum) 25
Incarnaatklaver (Trifolium incarnatum) 20
Paarse klaver (Trifolium pratense) 25
Wikke (Vicia sativa) 50
Franse wikke (Vicia narbonensis) 80
Bonte wikke (Vicia villosa) 40
Kruisbloemigen
Huttentut (Camelina sativa) 5
Koolzaad (Brassica napus) 8
Mosterd (Sinapis alba) 8
Tuinradijs (Raphanus sativus) 8
Overige
Korenbloem (Centurea cyanus) 15
Borago (Borago spp.) 25
Centaurie (Centaurea spp.) 15
Cichorei (Cichorium spp.) 5
Koriander (Coriandrum sativum) 25
Vlas (Linum spp.) 60
Kaasjeskruid (Malva spp.) 20
Nigelle (Nigella spp.). 6
Papaver (Papaver spp.) 8
Phacelia (Phacelia spp.) 10
Smalle weegbree (Plantago lanceolata) 10
Quinoa (Chenopodium quinoa) 8
Boekweit (Fagopyrum esculentum) 40
Zonnebloem (Helianthus annuus) 40
".

Art.19. In bijlage 3 van genoemd besluit wordt de regel "Wendakkers (per vierkante meter)" geschrapt.

Art.20. In genoemd besluit wordt een bijlage 6 ingevoegd, opgesteld als volgt:
  "Bijlage 6. Lijst van graansoorten voor het aanplanten van percelen met staand graan in zuivere teelt
  1° winter- of voorjaarsspelt (Triticum spelta);
  2° winter- of voorjaarstarwe (Triticum aestivum);
  3° winter- of voorjaarstriticale (xTriticosecale). "

Art.21. In genoemd besluit wordt een bijlage 7 ingevoegd, opgesteld als volgt:
  "Bijlage 7. Gebruikelijke zaaidichtheid voor gewassen in zuivere teelt


Plantensoort of -geslacht Gebruikelijke zaaidichtheid in aantal zaden/m2
Grassen  
Haver (Avena sativa) 350
Gepelde spelt (Triticum spelta) 325
Tarwe (Triticum aestivum) 350
Gerst (Hordeum vulgare) 290 (winter), 285 (voorjaar)
Rogge (Secale cereale) 285
Triticale (xTriticosecale) 310
Vlinderbloemigen  
Fenegriek (Trigonella foenum-graecum) 400
Tuin- en veldbonen (Vicia faba) 35 (winter), 45 (voorjaar)
Linzen (Lens culinaris) 325
Witte lupine (Lupinus albus) 60
Blauwe lupine (Lupinus angustifolius) 100
Gele lupine (Lupinus luteus) 100
Erwt (Pisum sativum) 50 (voeder), 80 (eiwit)
Kikkererwt (Cicer arietinum) 60
Soja (Glycine max) 70
Wikke (Vicia spp.) 100 (gewone wikke), 80 (Franse wikke)
".

Art. 22. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.