Details





Titel:

22 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende opstartsteun voor een ondernemingsproject(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-03-2024 en tekstbijwerking tot 30-08-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Opstartsteun voor een ondernemingsproject
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Erkenning van de begeleidingsstructuren voor de oprichting van een onderneming
Art. 4-8
HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de steun en de voorwaarden met betrekking tot het voorwerp van de steun en de dienstverlener
Art. 9-14
HOOFDSTUK V. - Procedure voor de behandeling van de steunaanvraagdossiers en de vereffening van de steun
Art. 15-20
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 21-23
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2019010613  2019011217  2023046393 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder:
  1° ordonnantie : de ordonnantie van 13 oktober 2023 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling en Transitie van ondernemingen;
  2° minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;
  3° de-minimisverordening: de verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun of de verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector, naar gelang de activiteit die de begunstigde beoogt uit te oefenen;
  4° BAO: het Brussels Agentschap voor het Ondernemerschap bedoeld in de ordonnantie van 23 november 2023 houdende de omzetting, reorganisatie en naamswijziging van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven in het Brussels Agentschap voor het Ondernemerschap;
  5° BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
  6° bakfiets: de rijwielen en elektrisch gemotoriseerde rijwielen als bedoeld in artikel 2, 2.15.1 en 2.15.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, ontworpen voor het groot vrachtvervoer met behulp van een container of een ingebouwd platform met een minimumlaadvermogen van 100 kg en die, als die is uitgerust met elektrische ondersteuning, een maximaal vermogen van 250W heeft en wordt onderbroken wanneer de bakfiets een maximumsnelheid van 25 km/h bereikt;
  7° fietskar: fietskarren voor bedrijfsfietsen voor goederenvervoer met een minimumlaadvermogen van 50 kg.
  De in dit besluit bedoelde bedragen zijn inclusief btw en belastingen van eender welke aard.

HOOFDSTUK II. - Opstartsteun voor een ondernemingsproject
Art.2. De minister verleent steun aan natuurlijke personen die een concreet project uitwerken om een onderneming op te richten, onder de voorwaarden bedoeld in de de-minimisverordening.

Art.3. De begunstigde:
  1° heeft een concreet ondernemingsproject, onderbouwd door een beschrijving van het project en een bedrijfsplan met inbegrip van een financieel plan;
  2° is ten minste 18 jaar oud;
  3° heeft op het moment van de steunaanvraag niet het sociaal statuut van zelfstandige, als bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandige, gehad, met uitzondering van het statuut van student-zelfstandige, als bedoeld in artikel 5quater van hetzelfde besluit;
  4° beoogt een activiteit uit te oefenen in een van de sectoren die in aanmerking komen voor de steun opgenomen in bijlage 1 van dit besluit en die niet uitgesloten is overeenkomstig diezelfde bijlage;
  5° heeft geen toekenningsbeslissing gekregen voor:
  a) een van de steunmaatregelen voor preactiviteit bedoeld in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2019 betreffende de steun voor preactiviteit in de vijf jaar vóór de indiening van de steunaanvraag;
  b) steun bedoeld in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 februari 2024 betreffende de steun voor ondernemers die actief zijn in een tewerkstellingscoöperatie in de 12 maanden vóór de indiening van de steunaanvraag;
  c) steun bedoeld in dit besluit in de vijf jaar vóór de indiening van de steunaanvraag;
  6° geniet begeleiding bij de oprichting van een onderneming door een structuur die erkend is overeenkomstig artikel 5 op de datum van de ondertekening van de begeleidingsovereenkomst bedoeld in artikel 7.

HOOFDSTUK III. - Erkenning van de begeleidingsstructuren voor de oprichting van een onderneming
Art.4. Zijn erkend voor begeleiding bij het opstarten van een onderneming:
  1° de activiteitencoöperaties erkend krachtens de ordonnantie van 21 november 2013 betreffende de erkenning van vennootschappen als activiteitencoöperatie met het oog op de toekenning van toelagen;
  2° de lokale economieloketten bedoeld in artikel 5 van de ordonnantie van 12 februari 2009 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de bedrijvencentra en de lokale economieloketten;
  3° het BAO.

Art.5. § 1. De minister kan andere begeleidingsstructuren voor de oprichting van een onderneming erkennen die voldoen aan de voorwaarden opgenomen in dit artikel.
  § 2. Om erkend te worden, voldoet de begeleidingsstructuur voor de oprichting van een onderneming aan de volgende voorwaarden:
  1° actief zijn in de sector van advies bij de oprichting van een onderneming;
  2° gepersonaliseerde begeleiding bieden die gericht is op de ontwikkeling van ondernemersvaardigheden, het ondernemersproject dichter bij de realiteit op het terrein brengen en het opstellen van een bedrijfsplan;
  3° ten minste over één voltijdsequivalent beschikken met expertise dankzij welke de adviesopdrachten bij de oprichting van een onderneming kunnen worden gewaarborgd, waarbij die expertise wordt aangetoond aan de hand van een cv;
  4° het kwaliteitscharter voor begeleiding hebben ondertekend, opgenomen in bijlage 2 van dit besluit en de beginselen ervan toepassen in het kader van het advies bij de oprichting;
  5° zich ertoe verbinden om met elke begunstigde een begeleidingsovereenkomst af te sluiten voor een periode van minimaal zes maanden, die voorziet in ten minste drie individuele bijeenkomsten per jaar.
  De minister kan bijkomende kwaliteitscriteria vastleggen waaraan de begeleidingsstructuren voldoen en bijlage 2 wijzigen.
  § 3. Op verzoek van de minister organiseert het BAO een oproep tot het tonen van belangstelling met het oog op de in paragraaf 1 bedoelde erkenning.
  De structuur vraagt haar erkenning aan volgens de modaliteiten die zijn vastgelegd in de oproep tot het tonen van belangstelling.
  Een comité bestaande uit minstens een vertegenwoordiger van de lokale economieloketten bedoeld in artikel 4, 2°, en van BEW geven een advies aan de minister over de erkenningsaanvragen die zijn ingediend in het kader van een oproep tot het tonen van belangstelling. Het BAO neemt deel aan de comitévergaderingen als waarnemer.
  § 4 De erkenning is drie jaar geldig en is hernieuwbaar via de procedure van een oproep tot het tonen van belangstelling bedoeld in paragraaf 3.

Art.6. De minister kan, op advies van het comité bedoeld in artikel 5, § 3, derde lid, en na de erkende structuur in de gelegenheid te hebben gesteld binnen een termijn van 15 dagen zijn argumenten schriftelijk uiteen te zetten, de erkenning intrekken in geval van:
  1° niet-naleving van de voorwaarden van dit besluit;
  2° frauduleus gebruik van het systeem;
  3° veroordeling in de zin van artikel 14, 1°, van de ordonnantie;
  4° verhindering van de controle of indien zij tijdens de controle de gevraagde informatie niet verstrekt, onvolledige of onjuiste gegevens verstrekt, relevante informatie verzwijgt of de in artikel 29 van de ordonnantie bedoelde ambtenaren misleidt.

Art.7. In de overeenkomst gesloten tussen de begunstigde en de begeleidingsstructuur worden de volgende elementen vermeld:
  1° de rechten en verplichtingen van de begunstigde en de begeleidingsstructuur in het kader van de aangeboden begeleiding;
  2° een beschrijving van het ondernemersproject;
  3° een beschrijving van de diensten aangeboden door de begeleidingsstructuur en de modaliteiten en kostprijs ervan;
  4° de verplichting, voor de begeleidingsstructuur, om het evaluatie verslag op te stellen en te bezorgen aan BEW, overeenkomstig artikel 8;
  5° de verbrekingsmodaliteiten van de overeenkomst, met inbegrip van de verplichting om BEW te informeren over de oorzaken van deze verbreking.
  De minister kan de inhoud van de begeleiding en de nadere regels van de overeenkomst bepalen.

Art.8. Na afloop van de begeleiding stelt de structuur die instaat voor de begeleiding een evaluatieverslag op waarin de naleving van de begeleidingsovereenkomst wordt bekrachtigd en bezorgt dat aan BEW binnen de drie maanden die volgen op het einde van de begeleidingsovereenkomst.
  De minister kan de inhoud en de nadere regels van het evaluatieverslag bepalen.

HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de steun en de voorwaarden met betrekking tot het voorwerp van de steun en de dienstverlener
Art.9. De steun bestaat uit een premie van 60% van de volgende uitgaven:
  1° de kosten van externe consultancyopdrachten die betrekking hebben op de beoogde activiteit en betreffende:
  a) een markt-, financiële, juridische, technische of informaticastudie;
  b) de betrokkenheid van het project bij de economische transitie, door bij te dragen tot de doelstellingen beoogd in artikel 5, §§ 2 en 3, van de ordonnantie;
  c) de ontwikkeling van een website of de digitalisering;
  d) het advies over de strategie of het projectbeheer;
  e) de communicatie ;
  f) de overname van een onderneming, namelijk:
  - juridische, fiscale, economische en organisatorische voorbereidingen voor de overname;
  - een diagnose van de onderneming, in de context van de overname, die met name gericht kan zijn op het waarderen van de over te nemen onderneming;
  2° de kosten van de deelname aan één opleiding van maximaal drie maanden die noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het project en die een gebrek aan kennis en ervaring aanvult, bijvoorbeeld op het vlak van bedrijfsbeheer;
  3° de kosten voor de opvang van kinderen van maximaal drie jaar oud;
  4° de aankoop of de huur van uitrustingen die onontbeerlijk zijn voor de verwezenlijking van ontwikkelingswerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van het project;
  6° de kosten van een abonnement bij een coworkingruimte erkend krachtens hoofdstuk 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 februari 2024 betreffende de steun voor coworking, voor zover het abonnement ten minste een halftijdse bezetting betreft.

Art.10. § 1. Het bedrag van de steun bedraagt maximaal 7.500 euro per project.
  Voor de volgende uitgaven bedraagt de steun maximaal:
  1° 2.000 euro voor de kinderopvangkosten;
  2° 1.000 euro voor investeringen met betrekking tot informatica-, kantoor-, fotografie- of telefoniemateriaal, bakfietsen en fietskarren;
  3° 1.500 euro voor abonnementskosten voor een erkende coworkingruimte.
  Bovendien bedragen de opvangkosten bedoeld in artikel 9, eerste lid, 3°, en de investeringsuitgaven bedoeld in artikel 9, eerste lid, 4°, respectievelijk niet meer dan 50% van alle in aanmerking komende uitgaven.
  § 2. Het minimum van in aanmerking komende uitgaven bedraagt 500 euro per aanvraag.
  Elke in aanmerking komende factuur bedraagt minimaal 100 euro.

Art.11. Enkel de uitgaven gemaakt en betaald een maand na de datum van ontvangst van de steunaanvraag door BEW en vóór de einddatum van het project vastgelegd in de toekenningsbeslissing krachtens artikel 19, tweede lid, komen in aanmerking.
  Komen niet in aanmerking, de uitgaven gemaakt of betaald:
  1° meer dan 18 maanden na de kennisgevingsdatum van de toekenningsbeslissing.
  2° na de oprichting van de onderneming.

Art.12. De consultant die de consultancyopdracht bedoeld in artikel 9, eerste lid, 1°, uitvoert of de opleider die de opleiding bedoeld in artikel 9, eerste lid, 2°, verstrekt:
  1° is gespecialiseerd in het betrokken domein;
  2° oefent sinds ten minste twee jaar zijn consultancy- of opleidingsactiviteiten uit;
  3° geeft blijk van een voldoende bekende deskundigheid, gestaafd aan de hand van een lijst met referenties en een praktijkervaring;
  4° is onafhankelijk van de begunstigde.
  BEW kan een beroep doen op een extern expert om te oordelen over de kwaliteit van de gekozen consultant of opleider.
  De dienstverlenende onderneming:
  1° factureert rechtstreeks aan de begunstigde;
  2° heeft het verlenen van de betrokken consultancy- of opleidingsdiensten onder haar hoofdactiviteiten.
  Indien de consultant of opleider een natuurlijke persoon is die zijn consultancy-activiteit uitoefent in het kader van een tewerkstellingscoöperatie in de zin van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 februari 2024 betreffende de steun aan ondernemers actief in tewerkstellingscoöperaties:
  1° overeenkomstig het derde lid, 1°, factureert de tewerkstellingscoöperatie rechtstreeks aan de begunstigde;
  2° in afwijking van het derde lid, 2°, mag de tewerkstellingscoöperatie het verlenen van de betrokken consultancy- of opleidingsdiensten niet onder haar hoofdactiviteiten hebben.
  De begeleidingsstructuur van de begunstigde bedoeld in hoofdstuk 3 komt niet in aanmerking als dienstverlener in de zin van dit artikel.

Art.13. De opvang waarin het kind van de begunstigde wordt opgevangen, wat betreft de kinderopvangkosten bedoeld in artikel 9, eerste lid, 3° :
  1° is een natuurlijk of rechtspersoon;
  2° is onafhankelijk van de begunstigde;
  3° vangt het kind op in een vestigingsplaats in het Gewest;
  4° beschikt over:
  a) hetzij een vergunning van het agentschap Opgroeien regie als bedoeld in artikel 4 van het Vlaams decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters;
  b) hetzij een toestemming als bedoeld in artikel 6, § 2, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2002 houdende hervorming van de " Office de la Naissance et de l'Enfance ", afgekort "ONE";
  c) hetzij een vergunning als bedoeld in artikel 3, § 2, van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 23 maart 2017 houdende de organisatie van kinderopvang.

Art.14. De volgende uitgaven en investeringen komen niet in aanmerking:
  1° de uitgaven met een overbodig karakter;
  2° de onroerende investeringen;
  3° de investeringen in rollend materieel, met uitzondering van bakfietsen of fietskarren, waarvan het gebruik noodzakelijk is voor het project;
  4° de investeringen bestemd voor de verhuur;
  5° de luchtvaartuigen, met uitzondering van de op afstand bestuurde luchtvaartuigen;
  6° de investeringskredieten die dienen voor de terugbetaling van andere kredieten;
  7° de verwerving van aandelen van een vennootschap;
  8° de verwerving van handelsfondsen;
  9° de investeringen in tweedehandsmeubilair of -materiaal, met uitzondering van de tweedehandsgoederen verworven bij een handelaar waarvan de activiteit betrekking heeft op de verkoop, terugwinning, herverwerking, hergebruik of recyclage van dergelijke goederen en met een waarborg van minimum 6 maanden.
  10° de investeringen waarvan het bedrag per factuur minder is dan 500 euro.

HOOFDSTUK V. - Procedure voor de behandeling van de steunaanvraagdossiers en de vereffening van de steun
Art.15. De begunstigde dient de steunaanvraag in bij BEW. Het typeformulier somt de bijlagen op die de begunstigde voegt bij de steunaanvraag.
  De begunstigde ontvangt een automatische ontvangstbevestiging van de online aanvraagapplicatie die aangeeft dat zijn aanvraag is verzonden en ontvangen door BEW.

Art.16. De begunstigde geeft in zijn aanvraag alle onder de de-minimisverordening of andere de-minimisverordeningen vallende steun aan die hij, als één onderneming in de zin van die verordening, gedurende een periode van 3 jaar heeft ontvangen.
  Het eerste lid is niet meer van toepassing zodra het centrale register van de-minimissteun een periode van 3 jaar bestrijkt.

Art.17. Als het aanvraagdossier niet volledig is, richt BEW binnen een maand na ontvangst van de aanvraag een bericht aan de begunstigde dat de ontbrekende elementen opsomt.
  Het bericht vermeldt de referenties van het dossier en de naam van de behandelende ambtenaar.
  De begunstigde vervolledigt zijn dossier binnen de maand na de kennisgevingsdatum van het bericht.

Art.18. Als de steunaanvraag niet in aanmerking komt, wordt de weigering kennisgegeven aan de begunstigde binnen een maand na ontvangst van de aanvraag.

Art.19. Als de aanvraag wel in aanmerking komt, wordt de beslissing kennisgegeven aan de begunstigde binnen 4 maanden van de ontvangst van de aanvraag of het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 17, eerste lid, rekening houdend met de beschikbare elementen. Als BEW, overeenkomstig artikel 12, tweede lid, beroep doet op een extern expert, wordt deze termijn met een maand verlengd.
  De beslissing vermeldt de referenties van het dossier en de naam van de behandelende ambtenaar en legt de datum vast voor de verwezenlijking van de laatste uitgaven, op basis van de informatie meegedeeld door de begunstigde. In alle gevallen moeten de uitgaven zijn gedaan uiterlijk 18 maanden na de datum van kennisgeving van de beslissing.
  BEW deelt de begunstigde mee dat de steun overeenkomstig de de-minimisverordening wordt verleend.

Art.20. § 1. De steun wordt in twee schijven vereffend:
  1° een voorschot van een derde van het bedrag bepaald in de toekenningsbeslissing wordt vereffend nadat de begunstigde de aanvraag tot vereffening van het voorschot heeft ingediend;
  2° het saldo wordt vereffend nadat de begunstigde de aanvraag tot vereffening van het saldo, het evaluatieverslag en de bewijsstukken voor het totale bedrag heeft ingediend.
  BEW ontvangt de vereffeningsaanvraag voor het saldo, het evaluatieverslag van de begeleiding en de bewijsstukken vermeld in de toekenningsbeslissing binnen de drie maanden van de verwezenlijking van de laatste uitgave bepaald in de toekenningsbeslissing en ten laatste 21 maanden na de kennisgevingsdatum van de toekenningsbeslissing.
  Indien de bewijsstukken nog niet door BEW zijn ontvangen, stuurt BEW de begunstigde via de online aanvraagapplicatie uiterlijk één maand voor de in het tweede lid genoemde vervaldatum een bericht. In het bericht wordt de begunstigde herinnerd aan de uiterste datum voor het indienen van de in de toekenningsbeslissing vermelde bewijsstukken.
  § 2. Indien de begunstigde de vereffening van het saldo niet wenst aan te vragen, dient hij desalniettemin het evaluatieverslag en de bewijsstukken in binnen dezelfde termijn.
  § 3. De begunstigde betaalt het bedrag van de steun dat hij niet verantwoordt, terug. De begunstigde betaalt de volledige steun terug indien de in aanmerking komende uitgaven minder dan 500 euro bedragen.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art.21. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2019 betreffende de steun voor preactiviteit, het ministerieel besluit van 18 maart 2019 houdende de aanwijzing van de begeleidingsinstellingen in het kader van de preactiviteitssteun en het ministerieel besluit van 18 maart 2019 tot bepaling van de inhoud van de begeleiding en de modaliteiten van de overeenkomst in het kader van de preactiviteitssteun worden opgeheven.
  De besluiten bedoeld in het eerste lid blijven evenwel van toepassing op de aanvragen die ingediend werden voor de inwerkingtreding van dit besluit.

Art.22. Treden in werking op 26 maart 2024:
  1° het artikel 15 van de ordonnantie;
  2° dit besluit.
  Dit besluit is van toepassing op alle steunaanvragen die worden ingediend vanaf de dag van zijn inwerkingtreding.

Art.23. De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.


BIJLAGEN.
Art. N1.Beoogde activiteiten die in aanmerking komen voor of uitgesloten zijn van opstartsteun voor een ondernemingsproject


NACE BEL 2008 Code Beschrijving Toegelaten ? Code NACE-BEL 2008 Description Admis ?
A, behalve de volgende codes: Landbouw, bosbouw en visserij Nee A, sauf les codes d'activités suivants : Agriculture, sylviculture et pêche Non
01.610 Ondersteunende activiteiten in verband met de teelt van gewassen Ja 01.610 Activités de soutien aux cultures Oui
01.620 Ondersteunende activiteiten in verband met de veeteelt Ja 01.620 Activités de soutien à la production animale Oui
B Winning van delfstoffen Nee B Industries extractives Non
C, behalve de volgende codes: Industrie Ja C, sauf les codes d'activités suivants : Industrie manufacturière Oui
12 Vervaardiging van tabaksproducten Nee 12 Fabrication de produits à base de tabac Non
19 Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten Nee 19 Cokéfaction et raffinage Non
24.460 Bewerking van splijt- en kweekstoffen Nee 24.460 Elaboration et transformation de matières nucléaires Non
25.400 Vervaardiging van wapens en munitie Nee 25.400 Fabrication d'armes et de munitions Non
29.100 Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen Nee 29.100 Construction et assemblage de véhicules automobiles Non
29.201 Vervaardiging van carrosserieën voor motorvoertuigen Nee 29.201 Fabrication de carrosseries de véhicules automobiles Non
30.120 Bouw van plezier- en sportvaartuigen Nee 30.120 Construction de bateaux de plaisance Non
30.400 Vervaardiging van militaire gevechtsvoertuigen Nee 30.400 Construction de véhicules militaires de combat Non
30.910 Vervaardiging van motorfietsen Nee 30.910 Fabrication de motocycles Non
D, behalve de volgende codes: Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht Ja D, sauf les codes d'activités suivants : Production et distribution d'électricité, de gaz, de vapeur et d'air conditionné Oui
35.2 Productie en distributie van gas Nee 35.2 Production et distribution de combustibles gazeux Non
E Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering Ja E Production et distribution d'eau; assainissement, gestion des déchets et dépollution Oui
F Bouwnijverheid Ja F Construction Oui
G, behalve de volgende codes: Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen Ja G, sauf les codes d'activités suivants : Commerce; réparation de véhicules automobiles et de motocycles Oui
45.11 Handel in auto's en lichte bestelwagens (kleiner of gelijk aan 3,5 ton) Nee 45.11 Commerce d'automobiles et d'autres véhicules automobiles légers (inférieur ou égal à 3,5 tonnes ) Non
45.191 Groothandel in andere motorvoertuigen (groter dan 3,5 ton) Nee 45.191 Commerce de gros d'autres véhicules automobiles (supérieur à 3,5 tonnes) Non
45.192 Handelsbemiddeling in andere motorvoertuigen (groter dan 3,5 ton) Nee 45.192 Intermédiaires du commerce en autres véhicules automobiles (supérieur à 3,5 tonnes) Non
45.193 Detailhandel in andere motorvoertuigen (groter dan 3,5 ton) Nee 45.193 Commerce de détail d'autres véhicules automobiles (supérieur à 3,5 tonnes) Non
45.206 Wassen en poetsen van motorvoertuigen Nee 45.206 Lavage de véhicules automobiles Non
45.3 Handel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen Nee 45.3 Commerce d'équipements de véhicules automobiles Non
45.4 Handel in en onderhoud en reparatie van motorfietsen en delen en toebehoren van motorfietsen Nee 45.4 Commerce, entretien et réparation de motocycles et de pièces et d'accessoires de motocycles Non
46.215 Groothandel in ruwe tabak Nee 46.215 Commerce de gros de tabac non manufacturé Non
46.350 Groothandel in tabaksproducten Nee 46.350 Commerce de gros de produits à base de tabac Non
47.260 Detailhandel in tabaksproducten in gespecialiseerde winkels Nee 47.260 Commerce de détail de produits à base de tabac en magasin spécialisé Non
47.300 Detailhandel in motorbrandstoffen in gespecialiseerde winkels Nee 47.300 Commerce de détail de carburants automobiles en magasin spécialisé Non
47.781 Detailhandel in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen in gespecialiseerde winkels, m.u.v. motorbrandstoffen Nee 47.781 Commerce de détail de combustibles en magasin spécialisé, à l'exclusion des carburants automobiles Non
47.783 Detailhandel in wapens en munitie in gespecialiseerde winkels Nee 47.783 Commerce de détail d'armes et de munitions en magasin spécialisé Non
H, behalve de volgende codes: Vervoer en opslag Ja H, sauf les codes d'activités suivants : Transports et entreposage Oui
49.100 Personenvervoer per spoor, m.u.v. personenvervoer per spoor binnen steden of voorsteden Nee 49.100 Transport ferroviaire de voyageurs autre qu'urbain et suburbain Non
49.200 Goederenvervoer per spoor Nee 49.200 Transports ferroviaires de fret Non
49.320 Exploitatie van taxi's Nee 49.320 Transports de voyageurs par taxis Non
49.410 Goederenvervoer over de weg, m.u.v. verhuisbedrijven Nee 49.410 Transports routiers de fret, sauf services de déménagement Non
50.100 Personenvervoer over zee- en kustwateren Nee 50.100 Transports maritimes et côtiers de passagers Non
50.200 Goederenvervoer over zee- en kustwateren Nee 50.200 Transports maritimes et côtiers de fret Non
51 Luchtvaart Nee 51 Transports aériens Non
53.100 Postdiensten in het kader van de universele dienstverplichting Nee 53.100 Activités de poste dans le cadre d'une obligation de service universel Non
I Verschaffen van accommodatie en maaltijden Ja I Hébergement et restauration Oui
J Informatie en communicatie Ja J Information et communication Oui
K Financiële activiteiten en verzekeringen Nee K Activités financières et d'assurance Non
L Exploitatie van en handel in onroerend goed Ja L Activités immobilières Oui
M, behalve de volgende codes: Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten Ja M, sauf les codes d'activités suivants : Activités spécialisées, scientifiques et techniques Oui
69.102 Activiteiten van notarissen Nee 69.102 Activités des notaires Non
69.103 Activiteiten van deurwaarders Nee 69.103 Activités des huissiers de justice Non
70.100 Activiteiten van hoofdkantoren Nee 70.100 Activités des sièges sociaux Non
N, behalve de volgende codes: Administratieve en ondersteunende diensten Ja N, sauf les codes d'activités suivants : Activités de services administratifs et de soutien Oui
77.110 Verhuur en lease van personenauto's en lichte bestelwagens (kleiner dan 3,5 ton) Nee 77.110 Location et location-bail d'automobiles et d'autres véhicules automobiles légers (inférieur à 3,5 tonnes) Non
77.120 Verhuur en lease van vrachtwagens en overige motorvoertuigen (groter dan 3,5 ton) Nee 77.120 Location et location-bail de camions et d'autres véhicules automobiles lourds (supérieur à 3,5 ton) Non
77.350 Verhuur en lease van luchtvaartuigen Nee 77.350 Location et location-bail de matériels de transport aérien Non
77.391 Verhuur en lease van speel-, amusement-, en verkoopautomaten Nee 77.391 Location et location-bail de machines à sous, de machines de jeux et de machines automatiques de vente de produits Non
80.3 Opsporingsdiensten Nee 80.3 Activités d'enquête Non
O Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen Nee O Administration publique Non
P, behalve de volgende codes: Onderwijs Nee P, sauf les codes d'activités suivants : Enseignement Non
85.510 Sport- en recreatieonderwijs Ja 85.510 Enseignement de disciplines sportives et d'activités de loisirs Oui
85.599 Overige vormen van onderwijs Ja 85.599 Autres formes d'enseignement Oui
85.609 Overige onderwijsondersteunende dienstverlening Ja 85.609 Autres services de soutien à l'enseignement Oui
Q, behalve de volgende codes: Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Nee Q, sauf les codes d'activités suivants : Santé humaine et action sociale Non
86.901 Activiteiten van medische laboratoria Ja 86.901 Activités des laboratoires médicaux Oui
86.902 Activiteiten van bloedtransfusiecentra en bloed- en organenbanken Ja 86.902 Activités des centres de collecte de sang, des banques de sang et d'organes Oui
86.903 Ziekenvervoer Ja 86.903 Transport par ambulance Oui
86.906 Verpleegkundige activiteiten Ja 86.906 Activités des praticiens de l'art infirmier Oui
86.907 Activiteiten van vroedvrouwen Ja 86.907 Activités des sages-femmes Oui
86.909 Overige menselijke gezondheidszorg, n.e.g. Ja 86.909 Autres activités pour la santé humaine n.c.a. Oui
87.101 Rust- en verzorgingstehuizen (R.V.T.) Ja 87.101 Activités des maisons de repos et de soins (M.R.S.) Oui
87.301 Rusthuizen voor ouderen (R.O.B.) Ja 87.301 Activités des maisons de repos pour personnes âgées (M.R.P.A.) Oui
87.302 Serviceflats voor ouderen Ja 87.302 Activités des résidences services pour personnes âgées Oui
87.309 Instellingen met huisvesting voor ouderen en voor personen met een lichamelijke handicap, n.e.g. Ja 87.309 Autres activités de soins résidentiels pour personnes âgées ou avec un handicap moteur Oui
87.909 Overige maatschappelijke dienstverlening met huisvesting, n.e.g. Ja 87.909 Autres activités de soins résidentiels n.c.a. Oui
88, behalve de volgende codes: Maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting Ja 88, sauf les codes d'activités suivants : Action sociale sans hébergement Oui
88.991 Activiteiten van dagcentra voor minderjarigen met een mentale handicap, met inbegrip van ambulante hulpverlening Nee 88.991 Activités des centres de jour pour mineurs avec un handicap mental, y compris les services ambulatoires Non
88.993 Ambulante hulpverlening aan drugs- en alcoholverslaafden Nee 88.993 Action sociale ambulatoire pour personnes toxicodépendantes Non
88.994 Integrale jeugdhulp zonder huisvesting Nee 88.994 Services d'aide à la jeunesse sans hébergement Non
88.996 Algemeen welzijnswerk zonder huisvesting Nee 88.996 Services sociaux généraux sans hébergement Non
88.999 Andere vormen van maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting, n.e.g. Nee 88.999 Autres formes d'action sociale sans hébergement n.c.a. Non
R, behalve de volgende codes: Kunst, amusement en recreatie Ja R, sauf les codes d'activités suivants : Arts, spectacles et activités récréatives Oui
91 Bibliotheken, archieven, musea en overige culturele activiteiten Nee 91 Bibliothèques, archives, musées et autres activités culturelles Non
92 Loterijen en kansspelen Nee 92 Organisation de jeux de hasard et d'argent Non
S, behalve de volgende codes: Overige diensten Ja S, sauf les codes d'activités suivants : Autres activités de services Oui
94 Verenigingen Nee 94 Activités des organisations associatives Non
T Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik Nee T Activités des ménages en tant qu'employeurs; activités indifférenciées des ménages en tant que producteurs de biens et services pour usage propre Non
U Extraterritoriale organisaties en lichamen Nee U Activités extra-territoriales Non

  Gewijzigd bij :

  <BESL 2024-07-18/08, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 02-09-2024>Art. N2. Kwaliteitscharter voor begeleiding
  De begeleidingsstructuur verbindt zich ertoe om:
  1° binnen 3 werkdagen te antwoorden op alle verzoeken van projectdragers;
  2° projectdragers die een beroep doen op haar diensten te verwelkomen door hen, vanaf de eerste ontmoeting en op een transparante manier, de voorwaarden van haar begeleiding, haar expertisegebieden en de kosten van haar diensten voor te stellen;
  3° projectdragers een planning aan te bieden met de frequentie en modaliteiten van de contacten;
  4° een stand van zaken of diagnose van het project en een stappenplan met de belangrijkste doelstellingen van de begeleiding op te stellen;
  5° projectdragers door te verwijzen naar een andere, geschiktere begeleidingsstructuur indien en zodra ze vaststelt:
  a) dat haar dienstenaanbod niet beantwoordt aan bepaalde behoeften;
  b) of dat ze zich in een werkelijke of potentiële situatie van direct of indirect belangenconflict bevindt;
  6° correcte, nauwkeurige, wettelijke en duidelijke informatie te verstrekken;
  7° de met projectdragers overeengekomen termijnen na te leven;
  8° elke projectdrager gepersonaliseerde begeleiding te bieden, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elk project en het profiel van elke projectdrager (expertise, vaardigheden en talenten);
  9° projectdragers te informeren over de verschillende bestaande initiatieven rond bewustmaking over de economische transitie van ondernemingen en begeleiding bij de economische transitie aan te bieden op maat van elk project, of anders de projectdrager door te verwijzen naar een geschiktere begeleidingsstructuur als ze niet de capaciteit heeft om deze begeleiding te bieden;
  10° de autonomie van projectdragers aan te moedigen zodat ze meester worden en blijven over hun projecten;
  11° een gelijke behandeling van alle projectdragers te garanderen;
  12° op de hoogte te blijven van veranderingen in de regelgeving, de economie, technologie en sociaaleconomische kwesties om haar begeleidingsdiensten voortdurend aan die veranderingen aan te passen;
  13° de vertrouwelijkheid van projectdragers en hun projecten te bewaren; de begeleidingsstructuur is verplicht het beroepsgeheim te respecteren en de privacy van de projectdrager te beschermen;
  14° mee te werken aan de maatregelen die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft genomen om de naleving van het charter te controleren;
  15° rekening te houden met de opmerkingen van projectdragers tijdens hun begeleiding of in het kader van kwaliteitsonderzoeken om haar begeleidingsdiensten voortdurend te verbeteren;